Home Van der Vlies: Tweede Kamer lijkt wel ‘zooitje ongeregeld’

Van der Vlies: Tweede Kamer lijkt wel ‘zooitje ongeregeld’

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout
  • 2 minuten leestijd

In de negentiende eeuw werd de Tweede Kamer bevolkt door ‘mannen van gezag’. Tegenwoordig kennen veel parlementariërs de spelregels niet en lijken ze zó van de camping weggelopen, vindt SGP-fractievoorzitter Bas van der Vlies.

door Bas Kromhout

Op 27 september 1866 nam de Tweede Kamer voor het eerst een motie van afkeuring aan, gericht tegen het gehele kabinet. Eén minister was zó woedend, dat hij een hartaanval kreeg en stierf. Vervolgens ontbond koning Willem III het parlement. Het duurde decennia voordat het algemeen geaccepteerd gebruik was, dat een kabinet dat het vertrouwen van de Kamer miste moest opstappen.

Over het ontstaan van parlementaire spelregels in de eerste veertig levensjaren van de Tweede Kamer, gaat Jouke Turpijns proefschrift Mannen van gezag. ‘Amendementen, enquêtes, het stemmen over begrotingen en interpellaties groeiden uit van onschuldige medewetgevende instrumenten tot dodelijke politieke wapens,’ schrijft Turpijn.

In de negentiende eeuw werden de Kamerleden per district afgevaardigd, op persoonlijke titel. De parlementariërs waren nog niet gebonden aan een partijprogramma, maar konden al debatterend hun standpunten aanscherpen. Dat wilde niet zeggen dat het debat altijd van hoog niveau was. ‘Persoonlijke en opportunistische motieven [wonnen] het dikwijls van ratio, idealisme en het algemeen belang.’ Wie een groot persoonlijk gezag bezat, zoals Thorbecke, kon de parlementaire spelregels naar zijn hand zetten.

In de huidige Tweede Kamer zijn ‘mannen met gezag’ dun gezaaid, vindt Bas van der Vlies, voorzitter van de SGP-fractie. ‘Men accepteert geen leiders meer en zij staan ook niet meer op.’ Zelf is Van der Vlies met ruim 26 jaar trouwe dienst het langst zittende Tweede-Kamerlid. ‘Toen ik in 1981 de Kamer binnenkwam, waren er mensen waar ik als jongeling tegenop keek. Voorzitter Dick Dolman bijvoorbeeld, die straalde gezag uit. Als hij een punt van orde vaststelde, dan werd daar niet over gebakkeleid, zoals nu dikwijls het geval is. Ik vind dat not done.’

Volgens Van der Vlies zijn veel collega-Kamerleden onvoldoende op de hoogte van de staatsrechtelijke regels. ‘Dat komt door de voortdurende verjonging. Vroeger was het normaal om lang Kamerlid te zijn, nu moet je je bijna verontschuldigen als je na een paar jaar niet bent doorgestroomd naar een ander publiek ambt. Voor veel mensen is het Kamerlidmaatschap niet langer een jongensdroom, maar een opstapje op een carrièrelijn. Veel ervaring vliedt weg.’

Daarnaast constateert de SGP-leider een verruwing in de parlementaire omgangsvormen. ‘In hun ijver om bij de moderne media in beeld te raken, laten sommige Kamerleden zich wel eens verleiden tot bekvechten en stoten onder de gordel. Gezag heeft deels te maken met waardigheid en stijl. Ook wat kleding betreft. Ik zeg niet dat iedereen in driedelig zwart moet rondlopen, maar soms lijkt het wel of Kamerleden rechtstreeks van de camping komen. Ik denk dat als mensen dat zien op televisie, ze denken: wat is dat voor een zooitje ongeregeld?’

Jouke Turpijn, Mannen van gezag. De uitvinding van de Tweede Kamer, 1848-1888. 282 p. Wereldbibliotheek, € 19,90

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.