Home ‘Terecht noemde Willem-Alexander het Plakkaat van Verlatinghe ‘de geboorteacte van Nederland’’

‘Terecht noemde Willem-Alexander het Plakkaat van Verlatinghe ‘de geboorteacte van Nederland’’

  • Gepubliceerd op: 24 september 2013
  • Laatste update 07 apr 2020

Stelling september:
 
'Terecht noemde Willem-Alexander het Plakkaat van Verlatinghe ‘de geboorteacte van Nederland’'
 


 
Anton van Hooff:
 
‘Ja, dat vind ik volkomen terecht. Het is immers de Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring. De Founding Fathers erkenden dit al toen ze dit document twee eeuwen later gebruikten als inspiratiebron voor de Onafhankelijkheidsverklaring van de Amerikaanse Republiek. Als men in Nederland een klein beetje historisch besef zou hebben, zou het Plakkaat van Verlatinghe aan het begin van ieder schooljaar op geschept papier aan Nederlandse leerlingen worden uitgedeeld. Want het is een nobel document waarin een volk kiest voor de eigen soevereiniteit.

In het Plakkaat van Verlatinghe wordt teruggegrepen op de idee dat in ieder koninkrijk impliciet sprake is van een contract tussen vorst en volk. De vorst dient het welzijn van zijn volk te bevorderen. Doet hij dit niet en ontpopt hij zich als een tiran, dan heeft het volk het recht de tiran te verdrijven. Filips II had met zijn schadelijke politiek dit contract verbroken, meenden de opstellers. Zodat de troon door zijn onderdanen “verlaten” kon worden verklaard.

Daarmee is met het Plakkaat ook de kiem voor de latere Republiek gelegd. Hierin staat het algemeen belang van het volk, het klassieke begrip van de res publica, centraal. Met de komst van de Oranje-monarchie is dit ideaal echter verkwanseld. We zouden eigenlijk ieder jaar Verlatingsdag moeten vieren, in plaats van Koningsdag.’
 
 
James Kennedy:
 
‘Het Plakkaat was een belangrijke stap in een historisch proces dat uiteindelijk heeft geleid tot het ontstaan van Nederland als zelfstandige staat. Achteraf lijkt er inderdaad veel voor te zeggen dat hiermee “de geboorte van Nederland” werd aangekondigd. Maar dat doen we dan wel vanuit het gezichtspunt van de Nederlandse eenheidsstaat die pas veel later, aan het einde van de achttiende eeuw, vorm heeft gekregen.

De voorstelling van het Plakkaat van Verlatinghe als de Nederlandse Declaration of Independence is om twee redenen problematisch. Ten eerste wilden de opstellers zich slechts ontdoen van een tirannieke koning. Dat is heel iets anders dan de proclamatie van een nieuwe staat. Willem van Oranje wilde zich aanvankelijk onderwerpen aan een nieuwe vorst, de hertog van Anjou. Later werd bij de graaf van Leicester aangeklopt.

Ten tweede werd zeven jaar later, in 1588, om puur pragmatische redenen besloten als zelfstandige republiek verder te gaan. Eenvoudigweg omdat beide samenwerkingsverbanden met buitenlandse troonpretendenten op een fiasco waren uitgelopen. Een helder idee van “Nederland” had men niet; men wist beter waar men tégen was dan waar men vóór was.
Dat is een groot verschil met de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring, waarin op basis van verklaarde principes het recht van de Amerikaanse staat op zijn soevereiniteit te midden van alle andere staten werd opgeëist.’
 
 
Ruth Oldenziel:
 
‘Het is een prachtig document, maar of het ook daadwerkelijk een geboorteakte was? Bij het opstellen van een geboorteakte is de identiteit van de baby normaliter bekend. Maar bij de ondertekening van het Plakkaat van Verlatinghe bestond het concept “Nederland” nog helemaal niet. Het is wat dat betreft veelzeggend dat het graafschap Vlaanderen en de heerlijkheid Mechelen tot de ondertekenaars behoorden. En dat de Staten-Generaal het document in Antwerpen hebben goedgekeurd.

De ondertekening markeert een kruispunt in onze geschiedenis. Wij beschouwen het als het begin van iets nieuws. Als een beslissing die geen historische precedent had. Het opmerkelijke is echter dat de opstellers van de tekst zich juist op het verleden baseerden. De taal van het Plakkaat van Verlatinghe is die van de middeleeuwse traditie van vazaliteit. Van het contract tussen leenheer als primus inter pares en zijn vazallen.

Beide zijden hadden in zo’n vazalsrelatie zowel rechten als plichten. Kwam een leenheer zijn plichten niet na, dan kon de vazal het contract als ontbonden beschouwen. De grondslag van de “Nederlandse” afscheiding was dus gebaseerd op de middeleeuwse juridische praktijk, ook al mondde dit uiteindelijk, door omstandigheden, uit in het ontstaan van een van de eerste “moderne” republieken.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.