Clemens Hogenstijn is de winnaar van de De La Courtprijs van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW). Hij ontving de prijs maandag 13 februari jongstleden voor zijn vuistdikke studie Het Algemeen welzijn van het Volk, over de patriottenbeweging in Deventer, waarop hij vorig jaar januari in Nijmegen promoveerde.
De De la Courtprijs wordt eens in de drie jaar toegekend voor wetenschappelijk onderzoek in de alfa- en gammawetenschappen dat zonder honorarium, dus in feite in de vrije tijd, is verricht. Clemens Maria Hogenstijn (1948) is beleidsmedewerker voor cultureel erfgoed bij de gemeente Deventer. Zijn onderzoek is volgens de jury ‘zeer gedegen’, en zijn boek zet ‘een genuanceerd tijdsbeeld neer van Deventer in de brede context van de Republiek’.
Hogenstijn beschrijft hoe zich in de zeven jaar vanaf ongeveer 1780 tot aan het neerslaan van de Nederlandse Revolutie in 1787 in Deventer een levendige intellectuele en politieke strijd ontwikkelde. Deventer was een van de belangrijkste brandhaarden van nieuwe politieke denkbeelden in de Nederlandse Republiek. Hogenstijn analyseert uitvoerig hoe enkele eeuwen van westers denken over natuurrecht, volkssoevereiniteit, het algemeen belang, de gelijkwaardigheid van mensen, en geloofs- en meningsvrijheid ineens tot praktische uitwerking kwam in een levendige stedelijke gemeenschap.
De Deventer patriotten wisten een groot deel van de bevolking te mobiliseren. Ze probeerden een nieuw regeringsreglement in te voeren, waarvoor Amerikaanse constituties – waarin grond- en mensenrechten helder omschreven werden – model stonden. Maar uiteindelijk gingen de gilden, die de patriottenbeweging aanvankelijk steunden, dwarsliggen.
Gevestigde belangen gaven de doorslag. Rechtsgelijkheid voor alle burgers betekende immers dat de gilden, waarvan alleen de heersende gereformeerden lid waren, moesten worden opengesteld voor belijders van alle godsdienstige richtingen. Dat was een te zware aanslag op de economische status-quo.
Deventer geleerden en politici oefenden tot ver buiten de stadsgrenzen invloed uit op het publieke debat. Een van de leidende theoretici was de Deventenaar Rutger Jan Schimmelpenninck, die de laatste Nederlandse raadspensionaris zou worden. Belangrijker waren nog F.A. van der Marck, hoogleraar aan het plaatselijke Athenaeum, en de jurist Gerhard Dumbar jr., die historisch onderzoek dienstbaar maakte aan politieke innovaties.
C.M. Hogenstijn, Het Algemeen Welzijn van het Volk. Een politiek- en rechtshistorische studie van Deventer in de Patriottentijd. 725 p. Rechtshistorische reeks van het Gerard Noodt Instituut, euro 50,00
Dit artikel is exclusief voor abonnees