Home Stille getuigen: Het standbeeld van Kees de Tippelaar

Stille getuigen: Het standbeeld van Kees de Tippelaar

  • Gepubliceerd op: 11 oktober 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marcel Broersma

De geschiedenis laat haar sporen na. Monumenten, voorwerpen en graven herinneren aan bijna vergeten personen. Hun verhaal wordt hier verteld. Deze keer het beeld van L.C. Dudok de Wit, oftewel Kees de Tippelaar (1843-1913), in Breukelen.


Geen landloper ter wereld was zo vermaard als Kees Dudok de Wit. Door zijn wandeltochten werd hij aan het eind van de negentiende eeuw een bekende Nederlander. Journalisten volgden zijn avonturen op de voet en vol verbazing keken tijdgenoten de passerende tippelaar na: `Zijn stap is en blijft even ferm en krachtig. Hij loopt gejaagd en met groote passen, zoodat een gewoon mensch hem geen drie minuten, en een hardlooper hem geen 3 uur kan bijhouden.’
        Zijn afwijking trad in Nederlands-Indië voor het eerst aan het licht. De jonge Kees, afkomstig uit een geslacht van rijke suikerhandelaren, maakte in 1865 zoals zoveel jongelieden van goede komaf een `groote tour’ door de Oost en de Verenigde Staten. Maar in plaats van zich gerieflijk te laten vervoeren, zoals zijn standgenoten, zette Kees het op een tippelen. Hij liep vijfhonderd kilometer over Celebes en doorkruiste in 186 dagen Java – een tocht van meer dan drieduizend kilometer.
        Bij thuiskomst trokken zijn avonturen veel belangstelling. Kees’ lezingen in het Amsterdamse Paleis voor Volksvlijt werden druk bezocht en bezorgden hem landelijke bekendheid. De kranten stonden vol van deze rare snuiter. Door zijn onconventionele levenshouding en kleurrijke persoonlijkheid werd Kees een ware mediaster. Zelf werkte hij daar actief aan mee door allerlei nieuwtjes over zijn persoon op redacties te laten bezorgen, ontdekten zijn biografen Arie A. Manten en Ties Verkuil sr.
        Kees’ hobby was een vreemde. Lopen werd voor iemand van goede komaf als zeer onfatsoenlijk beschouwd. Alleen arbeiders liepen, enkel omdat zij zich geen koets konden veroorloven. Een herbergier aan wie Kees tijdens een regenbui om onderdak vroeg, vertolkte de stem van het volk. `Boeven zijn jullie,’ riep hij uit het raam, `fatsoenlijke mensen lopen niet in zulk hondenweer.’
        Onverdroten zette Kees zijn `tippelingen’ voort. In 1874 liep hij in negen dagen van Amsterdam naar Parijs, en een jaar later liep hij in 235,5 uur naar Wenen. Hij overbrugde de afstand op pantoffels, waarvan hij de inlegzolen verving zodra ze warm werden. Drie paar wollen sokken moesten ten slotte iedere blaarvorming voorkomen. Een wandelstok en een handkoffertje completeerden zijn uitrusting.
        Toen Kees in de Oostenrijkse hoofdstad arriveerde, was zijn roem hem reeds vooruitgesneld. Als een groot kampioen werd hij op de schouders genomen. Hij genoot van alle aandacht en probeerde ook later steeds in het middelpunt van de belangstelling te staan. Hij had last van `melancholie’, zoals depressiviteit toen werd genoemd, een kwaal die aan het eind van zijn leven verergerde. Hij compenseerde zijn somberheid met allerlei grappen en grollen.
        Slangevecht in Breukelen, waar Kees resideerde, was een middelpunt van gezelligheid. Hij opende er een museum, waar hij de curiosa tentoonstelde die hij onderweg had verzameld. Bezoekers leidde de rentenier persoonlijk rond. Zij kregen vaak ook zijn verzameling wassen beelden te zien, waarmee Kees menige grap uithaalde.
        Zo joeg hij een bootlading jongedames de stuipen op het lijf toen zij na een geweerschot een vrouw voorover in de Vecht zagen vallen. Later bleek de `moord’ door Kees beraamd en het slachtoffer een van zijn poppen. Ook de landsverdediging leed onder zijn grollen. Toen Kees ter ore kwam dat een oefening ’s nachts met een kanonschot zou beginnen, vervroegde hij de manoeuvres door voortijdig een schot te lossen. Door de ontstane verwarring liep alles in het honderd.
        Kees zorgde ervoor dat hij ook na zijn dood niet vergeten werd. Hij stichtte een fonds waaruit de hele jeugd van Breukelen elk jaar op zijn verjaardag (3 oktober) wordt getrakteerd op poffertjes. Als dank tippelen de schoolkinderen elk jaar langs het beeld van hun weldoener. Kees en zijn hondje kijken tevreden toe.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.