Home Stille getuigen: Het graf van Hendrik Werkman

Stille getuigen: Het graf van Hendrik Werkman

  • Gepubliceerd op: 4 december 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marcel Broersma

De geschiedenis laat haar sporen na. Monumenten, voorwerpen en graven herinneren aan bijna vergeten personen. Hun verhaal wordt hier verteld. Deze keer het graf van Hendrik Werkman (1882-1945) op de begraafplaats in Bakkeveen.


Riep zijn avant-gardistische kunst zoveel agressie op dat Hendrik Werkman op de drempel van de vrijheid werd gefusilleerd? Op 10 april 1945 brachten de Duitsers hem met negen anderen van Groningen naar het bosrijke Bakkeveen. Daar werd hij met een nekschot gedood. Vanuit Den Haag was verordonneerd dat drie keer tien gearresteerde leden van de binnenlandse strijdkrachten moesten worden geëxecuteerd. De bijna 63-jarige kunstenaar was op het laatste moment aan de groep toegevoegd.
        Onduidelijk blijft waarom de Sicherheitsdienst hem had opgepakt. Werkman werd waarschijnlijk verdacht van het drukken van verzetsliteratuur, maar tot een proces, of zelfs het formuleren van een verdenking, kwam het in de laatste oorlogsweken niet meer. Smeekbedes van zijn vrouw en dochter mochten niet baten. Werkman bleef in zijn cel onder het beruchte Scholtenshuis, het hoofdkwartier van de SD in Groningen; op zolder lag zijn in beslag genomen werk. Deze `ontaarde’ kunst moet een tomeloze agressie hebben opgewekt, meenden vrienden later.
        Werkman begon zijn carrière als drukker. Hij had een groot bedrijf, dat hij in 1922 na zakelijke tegenvallers moest verkopen. Hij begon opnieuw, met een kleine drukpers op de zolder van een pakhuis. Omdat klandizie uitbleef, had hij alle tijd om te experimenteren met druktechnieken. Als lid van het befaamde kunstenaarscollectief De Ploeg had hij tot dat moment vooral geschilderd. Maar, zo ontdekte hij, `het drukken biedt mij meer mogelijkheden’.
        Hij ontwikkelde een eigen stijl, waarbij hij gebruikmaakte van de loden tekens in zijn letterkast, maar ook van stempels en papieren sjablonen. In zijn tijdschrift The Next Call experimenteerde hij met abstracte composities, bestaande uit cijfers, letters en lijnen. Later maakte hij met behulp van inktrollers felgekleurde expressionistische druksels. Hot printing noemde hij het. `Wát ik wil kan ik in elk geval beter zeggen met drukinkt dan met verf en mij dunkt ook dat de drukken meer waardeering ondervinden dan de schilderijen.’
        Door bemiddeling van Willem Sandberg, directeur van het Stedelijk Museum, kreeg Werkman vlak voor de oorlog landelijke erkenning, al had hij in 1930 al in Parijs geëxposeerd. De bezetting stak een spaak in het wiel van zijn doorbraak. Met enkele verzetsvrienden gaf de zachtmoedige Werkman clandestien drukwerk uit. Vooral zijn verbeeldingen van de chassidische legenden, optimistische joodse wonderverhalen, zijn ontroerend. Het boek waarin Martin Buber de verhalen beschreef, greep de zelf niet-joodse Werkman aan. Nadat hij het had uitgelezen en terzijde had gelegd, keerde hij verwonderd in de werkelijkheid terug. `Zo kan men zonder een reine ziel toch met heiligen verkeren.’
        Als het licht uitging, vertelde hij in zijn cel uit de legenden. Het maakte grote indruk, herinnerden zijn celgenoten zich. Op 10 april werd Werkman in alle vroegte bij hen opgehaald. Hij trok zijn kleren aan over zijn pyjama en maakte in antwoord op troostende woorden een beweging alsof hij een revolver afschoot. Twee arbeiders ontdekten een dag later aan de rand van het jonge bos een massagraf. Op het kerkhof van Bakkeveen werden de mannen herbegraven. Werkman is de enige die hier nu nog rust. Op de steen staan twee worstelende figuurtjes, die zijn ontleend aan zijn brochure Preludium. Een rozenstruikje bloeit op het graf, zelfs in november.
        Pas na de oorlog kwam voor Werkman de grote erkenning. Zijn in de oorlogsjaren gemaakte druksels hingen nu in het volle licht. Op een papiertje, na zijn dood gevonden, had hij gekrabbeld: `De verborgen wegen zijn het mooist, op de onopengesneden bladen, als het stil gedragene dat niemand weet, dat niemand ziet, dan na den dood.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.