Home STELLING: christelijk Nederland

STELLING: christelijk Nederland

  • Gepubliceerd op: 14 november 2019
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Maurice Blessing

 

Eva Rovers

‘Zonder twijfel. Tweeduizend jaar christelijke dominantie wis je niet uit met een paar decennia ontkerkelijking. Het kerkelijk geloof speelt uiteraard niet meer dezelfde rol als een halve eeuw geleden, laat staan langer geleden. Maar onze moraliteit en ons mensbeeld worden nog altijd sterk bepaald door de christelijke levensbeschouwing. Denk aan waarden als vergeving, naastenliefde en rechtvaardigheid. Hoewel de uitvoering ervan in de praktijk altijd veel te wensen heeft overgelaten, beschouwen we ze nog steeds als onze kernwaarden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Natuurlijk zijn dit geen waarden die exclusief zijn voor het christendom. In het boeddhisme, confucianisme, islam en jodendom zijn dat ook fundamentele begrippen. Maar in Nederland zijn ze via het christendom verankerd geraakt in onze moraal.

De invloed van het christendom vind je nog het sterkst terug in het westerse mensbeeld. Het christendom is bij uitstek antropocentrisch. Anders dan in veel andere religies wordt de mens in het christendom niet beschouwd als onderdeel van de natuur. Daar staat zij – als hoogtepunt van de schepping – boven. Alles wat de planeet voortbrengt staat ter beschikking van de mens, die daar verder geen verantwoording over hoeft af te leggen. Willen we de huidige klimaatcrisis het hoofd kunnen bieden, dan zullen we dat aspect van onze christelijke cultuur ingrijpend moeten herzien.’

Martin Sommer

‘Dat hangt helemaal af van je invulling van het begrip “christelijk”. De Franse religiekenner Olivier Roy zei laatst nog dat het christendom in West-Europa morsdood is, aangezien niemand zich aan de dogma’s houdt en hemel en hel allang bij het oud vuil zijn gezet. Daar staat tegenover dat onze geestelijke huishouding, onze gevoelens van schuld en boete, nog altijd helemaal in de toonsoort van het christendom staat.

Het was de vroegnegentiende-eeuwse Alexis de Tocqueville die in zijn zojuist vertaalde prachtboek Het Ancien Régime en de Revolutie aantoonde dat de Franse Revolutie zich weliswaar tegen de belastingvoordelen, de hiërarchie en de dominantie van de kerk keerde, maar niet tegen haar kernwaarden. Om met de apostel Paulus te spreken: er is geen verschil tussen man of vrouw, Griek of slaaf; alle mensen zijn gelijkelijk welkom aan de maaltijd des Heren.

Tel daarbij op wat Tocqueville de christelijke traditie van zieltjes winnen noemde, en vertaal dat naar het hier en nu. De kernwaarden van deze tijd – of in elk geval de kernwaarden die het meest actief worden uitgedragen – zijn toch de individuele mensenrechten. Moderne campagnes voor antidiscriminatie-maatregelen of LHBTQI-rechten zijn in wezen niets anders dan het christendom van zijn priesterlijke habijt en klokgelui ontdaan.’

Beatrice de Graaf

‘SGP-voorman Van der Staaij zei het heel mooi: je kunt bloemen plukken en in een vaas zetten, maar zonder wortel zullen ze op een gegeven moment verdorren. Zo is het ook met de christelijke cultuur. Ik krijg een beetje jeuk van partijen en publicisten die die term hoog in het vaandel voeren, maar die cultuur eigenlijk gebruiken als stok om de hond van immigratie, vermeende islamisering en wat dies meer zij te slaan. Christelijke cultuur is dan in het gunstigste geval folklore – Pasen in plaats van Lentefeest – en in het ongunstigste geval exclusief populisme dat weinig meer te maken heeft met de bron van die christelijke cultuur: de Bijbel en het levende geloof.

Tegelijkertijd valt niet te ontkennen dat onze hedendaagse cultuur doordrenkt is met christelijke symbolen en begrippen. Om als historicus de tijden en generaties die ons zijn voorgegaan nog goed te kunnen begrijpen, is empathie met de bron van die cultuur hard nodig.

Wie weet nog hoezeer ons strafrecht is verbonden met en mede ontstaan is vanuit christelijke ideeën over zonde en boetedoening? Wie weet nog waar termen als societas christiana en het christelijke “avondland” echt vandaan komen? Niet van Oswald Spengler in elk geval. Meer doordenking van de term “christelijke cultuur” is harder nodig dan politieke instrumentalisatie.’

 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2019