Home ‘Stasi-fractie’ in de Bondsdag

‘Stasi-fractie’ in de Bondsdag

  • Gepubliceerd op: 16 juli 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Antoine Verbij

In augustus werd eindelijk een deel van de ‘Rosenholz-dossiers’ openbaar gemaakt. Nieuwe ontmaskeringen van DDR-spionnen heeft dat tot op heden niet opgeleverd.

door Antoine Verbij/ Berlijn

Met grote spanning zag Duitsland de openbaarmaking van de zogeheten ‘Rosenholz-dossiers’ tegemoet. De op 381 cd’s opgeslagen dossiers van het ministerie voor Staatsveiligheid (Stasi) van de voormalige DDR zouden gevoelige informatie bevatten over topfunctionarissen die in de Bondsrepubliek voor de DDR spioneerden. Geruchten dat rond 1970 in het West-Duitse parlement een complete ‘fractie’ van maar liefst 48 Stasi-medewerkers actief was, werden steeds sterker.

Bovendien werd het instituut dat de dossiers beheert, de Bundesbeauftragte für die Stasi-Unterlagen (BStU), er van verschillende kanten van beschuldigd de openbaarmaking te traineren. Het weekblad Die Zeit meldde in juni dat de werkgroep die de infiltratie van het West-Duitse parlement bestudeerde, plotseling was opgeheven. Ook beschuldigde het blad het hoofd van de BStU, Marianne Birthler, ervan dat ze persoonlijk belang zou hebben bij het geheimhouden van contacten van West-Duitse functionarissen met de Stasi.

De Rosenholz-dossiers vormen een belangrijke aanvulling op de zeer incomplete Stasi-archieven die de vernietigingswoede na de val van de Muur hebben overleefd. Langs nog altijd onopgehelderde weg is in 1992 een deel van het archief dat op microfilm stond in handen geraakt van de CIA (in de zogeheten ‘Operation Rosewood’). De CIA zette de films op cd en gaf die drie jaar geleden aan de BStU.

Onder druk van de geruchten en verdachtmakingen besloot Birthler in augustus om die delen van de dossiers openbaar te maken waarvoor journalisten en wetenschappers inmiddels aanvragen hadden ingediend. Bij die gelegenheid benadrukte ze dat de dossiers geen spectaculaire nieuwe informatie bevatten. De meesten van de 48 parlementsleden die in de dossiers als Informelle Mitarbeiter van de Stasi staan aangemerkt, leverden niet willens en wetens informatie aan de Stasi. Ze waren geen spionnen; integendeel, ze werden bespioneerd.

Slechts vijf volksvertegenwoordigers voorzagen de Stasi actief van informatie, maar dat was al bekend. Ook dat twee van hen, de CDU-leden Steiner en Wienand, zich in april 1972 door de Stasi hadden laten omkopen om bij de stemming over een motie van wantrouwen tegen kanselier Willy Brandt de twee beslissende stemmen in diens voordeel te leveren, is geen nieuw feit. Het voormalige hoofd van de Stasi-afdeling Buitenland, Markus Wolf, pocht al jaren op die topprestatie van hem.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.