Home Stad & Land

Stad & Land

  • Gepubliceerd op: 23 augustus 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maurice Blessing

Een fototentoonstelling over de wederopbouwwijk, het vastleggen van de verhalen over een verdwenen industrietak, een boek over beroemde plaatsgenoten. In heel Nederland houden historische verenigingen zich bezig met de plaatselijke historie. Hun initiatieven komen hier aan bod. Deze maand de herinneringen aan de chocoladefabriek in het Noord-Hollandse Bussum.



De oudere bewoners van het Gooise forensendorp Bussum keken niet meer op van de bitterzoete geur die met regelmaat hun tuinen en huizen binnensloop. Als de wind uit de juiste richting kwam, konden ze met de ogen dicht de weg vinden naar het centrum, waar sinds 1884 de monumentale chocoladefabriek van Bensdorp stond. Maar de nieuwe forensen hadden aanmerkelijk meer moeite met de aanwezigheid van een fabriek midden in hun rustige dorp. Eind jaren tachtig richtten zij de Belangenvereniging Overlast Bensdorp op. Al snel verscheen op de plek van de oude bakstenen schoorsteen een zestig meter hoge hemelsblauwe pijp. De stankoverlast werd voortaan naar de buurgemeentes Naarden en Hilversum en de omringende heide gedirigeerd.

      De blauwe pijp en alle andere milieumaatregelen konden niet verhullen dat een fabriek in het hart van een moderne, welvarende gemeente een onprofijtelijk anachronisme is. Eind 2002 werd de productie overgeplaatst naar België. Het Bussumse personeel – zo’n 130 werknemers – stond op straat.

       De oude chocoladefabriek was al lang niet meer het rooms-katholieke familiebedrijf dat ooit zo’n centrale rol speelde in het Bussumse dorpsleven. Toch herinneren veel Bussumers zich Bensdorp, afgezien van zijn geur, vooral om zijn sociale functie. De lokale historische vereniging spant zich dan ook in om het verleden van de fabriek nog zoveel mogelijk te documenteren.

      In 1840 begon de Amsterdamse bakkerszoon Gerardus Bensdorp (1812-1882) een eigen ‘Fabrieque de chocolat à l’Italienne’. De onderneming was een succes, en in 1884 werd de productie van cacao en chocolade overgeheveld naar Bussum, waar nog voldoende vestigingsruimte was. Directeur werd Louis-François Bensdorp (1852-1934), een voormalig zoeaaf die uitgroeide tot een belangrijk notabele, de plaatselijke kerk een klok schonk en tal van verenigingen sponsorde.

      De werknemers van Bensdorp vormden een surrogaatfamilie, weet Thea Bernhauer (58), die tot aan de sluiting bij het bedrijf werkte. Zij komt uit een familie van echte ‘Bensdorpianen’: haar vader en grootvader werkten al bij de chocoladefabriek. In de tuin van haar geboortehuis, op loopafstand van de fabriek, vertelt ze over de band met hun werkgever. ‘In de kamer hing een groot portret van de directeur,’ herinnert ze zich. ‘Die was heilig, Bij elke maaltijd werd voor hem gebeden.’

      Tijdens de Tweede Wereldoorlog namen Bensdorpianen als haar vader deel aan het lokale verzet. Motoren, radio’s en tin werden ingemetseld in de nissen van de fabriekskelders; als er razzia’s dreigden, sliep haar vader in de fabriek. Ook ging hij voor de familie Bensdorp op pad om chocola te ruilen voor voedsel. ‘Daar voelde de familie zich natuurlijk te goed voor.’

      Begin jaren zeventig ging Thea Bernhauer zelf bij Bensdorp werken. Ze begon aan de lopende band (‘Een ramp, ik stond tot aan m’n enkels in de chocola’) en klom op tot ‘voorwerkster’, met 24, meest Turkse vrouwen onder zich – het was de tijd dat de gastarbeiders in groten getale naar Nederland kwamen.

      ‘Ze kwamen rechtstreeks van het platteland,’ weet Bernhauer. Haar verhouding met de immigranten was goed, al namen ze geen deel aan de fabrieksuitjes en bestonden er spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen onderling. ‘Vooral Marokkanen en Turken gingen slecht samen; die waren zo fel, ze trokken elkaar de hoofddoek van het hoofd.’ Ook struikelde ze ooit in de donkere kelder over een Marokkaanse man. ‘Ze lagen overal door de fabriek te bidden, er was geen enkele speciale voorziening voor ze.’      Ze was hoofd Kwaliteitsbewaking toen ze in 2002 met haar collega’s op straat kwam te staan. Nu is ze werkloos en kijkt ze uit naar de maandelijkse bijeenkomsten met de andere oud-Bensdorpianen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.