Een fototentoonstelling over de wederopbouwwijk, een boek over beroemde plaatsgenoten – in heel Nederland houden mensen, archieven en historische verenigingen zich bezig met de plaatselijke historie. Hun initiatieven komen hier aan bod. Deze maand: archeologisch onderzoek naar het onder water verdwenen dorp Rielant.
Veelkleurige oceaanreuzen wurmen zich door het Nauw van Bath, de vaargeul richting de Antwerpse haven, die hier, aan de monding van de Westerschelde, in zijn volle bedrijvigheid te bewonderen is. De deining van de schepen veroorzaakt een flinke golfslag tegen de rand van de brede slikplaat, waar we in onze laarzen voorzichtig overheen glibberen.
‘Het is vandaag mijn geluksdag!’ roept Dicky de Koning van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN), afdeling Zeeland. De amateurarcheologe bukt zich om een grijs, onbestemd voorwerp op te rapen. Ze houdt het omhoog in het herfstzonnetje; de overige AWN-leden verdringen zich om het kleinood te bewonderen. Het is een deel van een houten schaaltje, eenvoudig versierd met geometrische inkervingen in de bovenrand. De Koning legt uit wat er zo bijzonder aan is: ‘Houten gebruiksvoorwerpen werden, nadat ze waren afgedankt, gewoonlijk opgestookt. Daarom is dit zo’n mooie vondst.’
Op een gure dag als deze, 5 november 1530, werd Zeeland geteisterd door de grootste watersnoodramp uit zijn toch watersnoodrijke geschiedenis. Een vernietigende storm deed die ‘quade saterdach’ de dijken bezwijken; ten minste 117 kerkdorpen werden overspoeld. Ook bij het dorpje Rielant, gelegen aan de oever van de Honte – nu Westerschelde -, brak het water door de Oude Dijk. De bewoners vluchtten naar het land rond de kerk, dat het hoogst was gelegen. Van daaraf zagen ze het vee en enkele huizen wegspoelen. ‘De hele nacht hebben we zoveel droevig geschreeuw, gehuil en gekrijs gehoord dat het met geen pen beschreven kan worden,’ meldt een bron.
Velen vertrokken naar hoger gelegen plaatsen in Brabant en Vlaanderen. Ze worden door keizer Karel V gedwongen terug te keren naar hun oude dorp om, voorzien van een verplichte lening van de monarch, de dijken te dichten en het water af te voeren. Het duurde een lang jaar voordat alles hersteld was, zodat er niet werd geoogst. De volgende herfst sloeg het noodlot echter opnieuw toe: weer braken de dijken door en alle werk werd tenietgedaan. De bewoners lieten het hoofd hangen; ze konden de kosten en inspanningen niet meer opbrengen. ‘Sic transit gloria mundi – zo vergaat de grootheid der wereld,’ verzuchtten de Rielanders terwijl ze hun gedoemde parochie definitief de rug toekeerden. In 1539 werd het hele resterende gebied, kerk incluis, door de zee verzwolgen.
Het zou enkele eeuwen duren voordat de Westerschelde het dorp onverwacht weer prijsgaf. In het slik aan de rand van het in de achttiende eeuw ingepolderde gebied rond de nieuwe nederzetting Rilland, troffen bewoners begin vorige eeuw grafstenen aan van belangrijke Rielanders als ridder Lambert van Valckenisse. Door veranderende stromingen kwamen delen van het dorp met eb weer bloot te liggen. Lang werd daar niets mee gedaan: het kerkhof en de fundamenten van de kerk verdwenen zo in de diepe vaargeul, die zich bleef verplaatsen. Pas vorig jaar werd aan de alarmbel getrokken.
‘De oude begroeiing van de schorren werd weggeslagen, zodat steeds meer delen van het dorp met het slik bloot kwamen te liggen,’ vertelt Dicky de Koning. Dit betekende ook dat veel waardevol materiaal wegspoelde of werd meegenomen door ‘belangstellenden’. Met subsidie van de overheid startte de AWN daarom in april een project om de overblijfselen van ‘Oud-Rilland’ – fundamenten, kelders, riolering, huisraad – te documenteren en, zo mogelijk, te bewaren.
Schoolkinderen uit het dorp werden ingezet om mee te zoeken; tegelijkertijd werden ze onderwezen in de geschiedenis van ‘hun dorp’. In de bibliotheek in het dorpshuis werd de tentoonstelling Oud-Rilland: verzwolgen, verdwenen, gezocht en gevonden ingericht en een unieke ‘erfgoedmobiel’ rijdt momenteel door Zeeland om de historie van Rilland ‘dichter bij de mensen te brengen’. En dat lukt: trots vertelt De Koning hoe mensen uit de omgeving objecten komen afgeven die zij eens in bezit hebben gekregen.
AWN (Archeologische Werkgroep Nederland), afdeling Zeeland. Projectleider Dicky de Koning-Kastelijn: dickydekoning@zeelandnet.nl
Informatie erfgoedmobiel: SCEZ (Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland), consulent Erfgoededucatie Josien Pootjes: jm.pootjes@scez.nl
Dorpshuis Luctor Et Emergo, Hoofdweg 45, Rilland
Dit artikel is exclusief voor abonnees