Home Stad & Land

Stad & Land

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maurice Blessing
  • 3 minuten leestijd

Op donderdag 20 juni 1940 om acht uur ’s avonds opent burgemeester Verhoeven de openbare raadsvergadering van Wateringen, een tuindersdorp in het Westland. Een maand eerder is het Duitse leger Nederland binnengevallen. De regering is naar Londen gevlucht, maar niet nadat de secretarissen-generaal op de departementen op het hart is gedrukt de boel toch vooral draaiende te houden. Op 18 mei komen zij, met alle lagere ambtenaren, in dienst van het nieuw gevormde Reichskommissariat Nederland.


Na te zijn voorgegaan in het gebed houdt Verhoeven – die bij de dik vijfduizend Wateringers bekendstaat om zijn betrokkenheid en jachtlust – een korte rede. ‘Mijne heren!’ vangt de burgervader aan. ‘Sedert onze laatste bijeenkomst hebben in ons land belangrijke veranderingen plaatsgevonden. Laten wij voor de toekomst met groot vertrouwen op God het beste wensen en hopen voor ons volk en vaderland. Laat intussen een ieder zich op correcte wijze gedragen naar de voorschriften der bevoegde overheden.’

Vervolgens gaan de raadsleden over tot de orde van de dag. De notulen worden doorgenomen en raadslid Zwinkels vraagt het woord. Hij wil een rectificatie zien wat betreft zijn signalering van gladheid op de Strijpkade, veroorzaakt door de koolbladeren die daar gedurende de zomer liggen. Dat is niet de gehele zomer een probleem, laat Zwinkels noteren, ‘doch alleen zo nu en dan’. Vervolgens worden de ingekomen stukken van de hogere overheden ‘overeenkomstig het voorstel van B&W voor kennisgeving aangenomen’. 

‘Dat vind ik het meest opmerkelijk,’ zegt Maxim van Ooijen (37), oud-raadslid voor de gemeente Wateringen (per 1 januari opgegaan in de gemeente Westland). ‘De wereld staat in de fik en Wateringen draait gewoon door. Voor de gemeenteraad blijft het business as usual.’ Zo was de instelling in heel Nederland, vermoedt hij. ‘Het is een heel menselijke reactie bij bedreigingen; dan hou je je koest.’

Voor de Historische Werkgroep Oud-Wateringen en Kwintsheul bracht Van Ooijen onlangs de notulen van de gemeenteraad van ’39-’41 samen in boekvorm. Het resultaat is een opmerkelijk inkijkje in de werkzaamheden van een raad in oorlogstijd – hoewel expliciete verwijzingen naar de oorlogsomstandigheden slechts incidenteel zijn terug te vinden.

Zo wordt op 11 september 1940 genoteerd dat het ‘Armbestuur’ een tekort op de begroting heeft ‘vanwege de strenge en langdurige winter, de bijzondere omstandigheden van de oorlog, het stopzetten van steunregeling aan werklozen en de toegenomen ziekenhuiskosten’.

In dezelfde vergadering wordt melding gemaakt van een tekort van f 47,80 in de kas, geconstateerd op 12 mei 1940. De ambtenaar ‘belast met het beheer’ wordt aansprakelijk gehouden. Weliswaar wordt vermeld dat er die nacht ‘een overval’ op het raadshuis heeft plaatsgevonden, maar niet dat die werd uitgevoerd door het Duitse leger. Pas op 11 september wordt de betreffende ambtenaar ‘na enigen discussie’ van verantwoordelijkheid ontslagen. Het ontbrekende bedrag komt ten laste van de begroting.

Andere agendapunten van die dag zijn het toegankelijker maken ‘voor een talrijk publiek’ van de brug die naar het distributiekantoor leidt. Voorts krijgt W.L. Voois ‘wegens onvermogen’ een ontheffing van het betalen van hondenbelasting – mits de hond wordt ‘opgeruimd’.

Zo geeft de burgemeester in oorlogstijd leiding aan een gemeenteraad die zich vooral buigt over gevaren als losliggende putdeksels. Totdat hij zich op 26 juni 1941 plotseling ziek meldt en niet meer terugkomt. Die dag wordt een verbod doorgevoerd op het strooien tegen gladheid op de openbare weg. De Höheren SS- und Polizeiführer heeft hierom verzocht, omdat door het strooizout ‘de rubberbanden en de gummischoenzolen ontijdig en blijvend worden aangetast’.

Wethouder Kramers heeft de functie van de burgemeester overgenomen als op 1 september 1941 alle gemeenteraden worden opgeheven. De Wateringse raad heeft dan nog net een laatste belangrijke beslissing kunnen nemen: ook de heer Westbroek krijgt ontheffing van de hondenbelasting. 

Historische Werkgroep Oud-Wateringen & Kwintsheul, Lenteblok 51, 2291 VA Wateringen. Tel: 0174-29 25 58. Notulen van de gemeenteraad 1939-1941 is verschenen in de eigen serie ‘Wateringse Quohieren’. De publicatie is te bestellen voor euro 7,95 plus verzendkosten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.