Een fototentoonstelling over de wederopbouwwijk, een boek over beroemde plaatsgenoten – in heel Nederland houden mensen, archieven en verenigingen zich bezig met de plaatselijke historie. Hun initiatieven komen hier aan bod. Deze maand: een informatiezuil over de Romeinse brug in de Maas.
‘Hij staat er nog – ik heb het afgeklopt,’ zegt Hans Brinkhof (42), voorzitter van de Stichting Romeinse Brug Maastricht (SRBM). Brinkhof doelt op het digitale informatiepaneel dat we na enig geklauter over verkeershindernissen hebben bereikt, zo’n 150 meter stroomopwaarts van de Sint-Servaasbrug, aan de rand van de drukke Maastrichtse Maasboulevard. Geen graffiti, krassen of andersoortige vernielingen, stelt hij tot zijn opluchting vast.
De voorzitter raakt met zijn wijsvinger het veelkleurige touchscreen op het paneel aan. Een driedimensionale weergave van Romeins Maastricht ontvouwt zich: twee vestingen, op beide oevers van de Maas, verbonden door een houten brug op stenen pijlers. Door met de vinger over het scherm te bewegen, zijn de nederzettingen en de brug van alle kanten in vogelvlucht te bekijken. Achter een reeks virtuele knoppen gaan nog meer beelden en teksten schuil. ‘We werken aan een voice-over,’ zegt Brinkhof, ‘om het nog publieksvriendelijker maken.’
Even verder aan de Maaskade bevindt zich nog een recent paradepaardje van de stichting. Vier metalen staven steken er hoog de lucht in; ze vormen een zuil waarop een leeuwensculptuur prijkt. Het stenen roofdier opent dreigend zijn muil, klaar om een hap te nemen uit het paardenhoofd dat hij met één klauw stevig tegen de sokkel gedrukt houdt. Het is voor een groot deel een kopie van een Romeins beeldhouwwerk uit de tweede eeuw dat hier in 1963 uit de Maas is opgedregd, vertelt Brinkhof.
Op vrijdag 19 juli 1963 kreeg de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) een melding binnen van opmerkelijke vondsten bij baggerwerkzaamheden in de Maastrichtse Maas. Al jaren lag er in de Maas een ondiepte die bekendstond als ‘de fundering’. Dit obstakel had men nu eindelijk willen verwijderen. De baggeraars stuitten echter niet op het verwachte grind en zand, maar op stukken beeldhouwwerk en bouwfragmenten. Al snel werd geconcludeerd dat het om de resten van Romeinse brugpijlers moest gaan.
Tijdens een verkennend duikonderzoek werden onder meer bewerkte stenen, heipalen, bouwankers en gebruiksvoorwerpen geborgen. Maar een professioneel vervolgonderzoek bleef uit; de ROB had andere prioriteiten. Wel stelden Duitse onderzoekers vast dat de oudste houten bouwdelen in 38 n.Chr. waren gekapt en dat de brug in de derde eeuw nog een tweede bouwperiode had ondergaan.
Pas in 1993 doken onderzoekers opnieuw in de Maas. Ze constateerden dat een deel van de overblijfselen direct werd bedreigd door uitgegooide ankers, kabels en wegspoeling door de stroom van de rivier. Een groep gealarmeerde Maastrichtenaren riep daarop in 1997 de SRBM in het leven.
‘We willen de brug bij het grote publiek onder de aandacht brengen en ijveren voor het behoud ervan,’ legt voorzitter Brinkhof uit. Als waterbouwkundig ingenieur heeft hij goed zicht op de gevaren die de restanten bedreigen. ‘De Maas stroomt harder dan vroeger, omdat hij in een “keurslijf” is gestopt. Bovendien wil Rijkswaterstaat dat er meer scheepvaartverkeer komt om het wegverkeer te ontlasten.’
De stichting wil niet de hele brug opgraven. ‘We willen het grootste deel ter bescherming afdekken, zodat er geen zuurstof bij kan komen en de stroming er geen vat op krijgt. Waarom zouden we alles moeten bergen? Er is geen geld om het te conserveren, dus maak je het probleem alleen maar groter.’ Wel pleit de stichting voor een beperkt ‘droog’ vervolgonderzoek, door gedeeltelijke afdamming van de Maas. Ze zijn erover in gesprek met de gemeente en Rijkswaterstaat.
‘Het is in het voordeel van Rijkswaterstaat als de vaargeul monumentvrij is,’ weet Brinkhof, ‘en voor Maastricht is de brug, die aan de basis van de stad ligt, van groot historisch belang.’ Het is de oudste brug van Nederland, benadrukt hij. ‘Het kan toch niet zo zijn dat er verder niets met dit monument wordt gedaan, alleen omdat het onder water ligt.’
Stichting Romeinse Brug Maastricht, Sluizerbank 19, 6213 JZ Maastricht. Internet: www.romeinsmaastricht.nl. Een deel van de Romeinse vondsten uit de Maas wordt ‘semi-permanent’ tentoongesteld in het Centre Céramique, Avenue Céramique 50, Maastricht. De SRBM pleit voor de oprichting van een archeologisch museum in Maastricht.
Dit artikel is exclusief voor abonnees