Home Dossiers Rusland Poetin beloofde rust en voorspoed

Poetin beloofde rust en voorspoed

  • Gepubliceerd op: 18 november 2022
  • Laatste update 25 mrt 2024
  • Auteur:
    Ruud Stevens
  • 10 minuten leestijd
Poetin beloofde rust en voorspoed
Cover van
Dossier Rusland Bekijk dossier

Waarom nu?

Rusland lijdt steeds meer onder de internationale sancties. De economische neergang vormt een groot probleem voor president Poetin. Hij dankt zijn macht juist aan de orde en welvaart die hij wist te brengen.

In juni 2000, zo gaat het verhaal, gooide de net gekozen president Vladimir Poetin het tijdens een luxueuze barbecue even buiten Moskou op een akkoordje met de machtige Russische oligarchen. Zolang zij zich buiten de politiek hielden en belasting betaalden, mochten ze hun bedrijven houden. Met dit ‘Sjasliek-akkoord’ toonde Poetin zijn spierballen. De Russische staat stond weer stevig aan het roer nadat de oligarchen jarenlang de dienst hadden uitgemaakt. Het fundament voor hun macht werd gelegd in de laatste jaren van de Sovjet-Unie.

Meer lezen over Rusland? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De resultaten vielen tegen. Bedrijven betaalden steeds minder belasting, terwijl de investeringen en de productie van olie niet stegen, maar daalden. De tekorten namen daardoor zo snel toe dat het Kremlin buitenlandse leningen moest aangaan en de geldpers moest aanslingeren om alle uitgaven te kunnen betalen. Tegelijkertijd misbruikten bestuurders hun toegenomen vrijheid om staatsbedrijven vakkundig kaal te plukken en het geld in hun eigen zak te steken.

Kleine spaarders in de rij bij een Moskouse bank, nadat de roebel onderuit is gegaan. 8 september 1998.

Dat kon niet lang goed gaan. Begin jaren negentig belandde de Sovjeteconomie in een diepe crisis, met dramatische groeicijfers en torenhoge werkloosheid en inflatie. De economische erfenis van de Sovjet-Unie was een catastrofe voor Boris Jeltsin, die eind 1991 als president van de nieuwe Russische Federatie het stokje van Gorbatsjov had overgenomen.

Shocktherapie

Voor de nieuwe president was het duidelijk dat Rusland af moest van de centraal geleide planeconomie. Een markteconomie bepaald door vraag en aanbod vormde in zijn ogen de juiste remedie voor de Russische economische kwalen. De oude communistische Sovjetelite moest zich aanpassen of simpelweg plaatsmaken voor nieuwe ondernemers. De overheid zou zich voortaan vooral richten op het voeren van een gezonde overheidsbegroting. ‘Nu wordt beslist wat voor land Rusland de aankomende jaren en decennia wil zijn,’ zei Jeltsin daarover in 1991 in het Russische parlement. ‘De tijd is gekomen om resoluut op te treden. De periode van kleine stapjes is voorbij. Er is een grote hervormingsdoorbraak nodig.’

Iedereen kluste bij

Door de economische problemen van Rusland was het loon van veel mensen, als ze dat al ontvingen, lang niet altijd genoeg om in de eerste levensbehoeften te voorzien. Veel Russen namen daarom de benen en emigreerden. Wie bleef, gebruikte de tuin bij de datsja om zijn dagelijkse calorieën aan te vullen. De meeste Russen hadden een bijbaantje, soms meerdere, naast hun reguliere werk bij een fabriek. Bedrijven lagen toch vaak stil en daardoor was er tijd genoeg om extra geld te verdienen. Veel Russen deden dat ook door te handelen in alles wat los- en vastzat, van zelfgekweekte groenten tot spullen die gestolen waren op het werk. Naar eigen zeggen kluste Poetin begin jaren negentig zelf ook bij als taxichauffeur in Sint-Petersburg.

Hij zette een club jonge liberale economen aan het werk. Zij kwamen tot de conclusie dat alleen hard en stevig ingrijpen in de vorm van een shocktherapie de invoering van een markteconomie tot een succes kon maken. Ze stonden onder leiding van Jegor Gajdar, die als een van de weinigen in Rusland met een meer westerse blik naar de Russische economie keek. De nieuwe aanpak stoelde op drie pijlers. Ten eerste moest de inflatie omlaag door hogere belastingen, fiks gesnoeide overheidsuitgaven en minder geld in omloop. Daarnaast moest er vrije handel komen, en dat kon alleen als niet langer de overheid, maar de markt de prijzen bepaalde. Tot slot moesten de staatsbedrijven worden geprivatiseerd om ze efficiënter en winstgevender te maken.

Volkskapitalisme

De Russische overheid ging voortvarend aan de slag. In de eerste begroting voor 1992 werd flink gekort op uitgaven aan defensie en subsidies aan bedrijven. De prijzen van 90 procent van de goederen werden vrijgegeven. Privatisering vond plaats door managers en werknemers de kans te geven aandelen van hun bedrijf te kopen. Daarnaast introduceerde Jeltsin het ‘volkskapitalisme’ door alle Russen een privatiseringsvoucher te geven voor aandelen in een bedrijf. ‘We moeten miljoenen eigenaren hebben, in plaats van een handvol miljonairs. De voucher geeft ons allemaal toegang tot een vrije economie,’ zo benadrukte Jeltsin in 1992 in overheidskrant Rossiyskaya Gazeta.

Maar de gevolgen van deze economische hervormingen waren opnieuw funest. De overheid kreeg nog steeds haar inkomsten en uitgaven niet op orde. Daardoor was er amper geld voor de salarissen van overheidspersoneel. De inflatie in de eerste maand van de prijsliberalisatie bedroeg 225 procent. Dat percentage daalde daarna weliswaar weer wat, maar bleef hoog.

De inflatie bedroeg 225 procent

“De inflatie bedroeg 225 procent”

De industrie bleek ondertussen niet in staat te produceren wat gevraagd werd en kon niet concurreren met import uit het buitenland. Bestuurders plaatsten hun geld liever op buitenlandse rekeningen dan te investeren in hun bedrijf. De werkloosheid en ook de criminaliteit namen daardoor in snel tempo toe. Tegelijkertijd wist een nieuwe groep Russen, onder wie een deel van de oude Sovjetelite, zich te verrijken door veel van de privatiseringsvouchers op te kopen en zich daarmee voor een habbekrats bedrijven toe te eigenen. Zij stonden algauw bekend als de ‘oligarchen’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Al snel nam de druk toe om een aantal hervormingen, zoals het streven naar beperkte overheidsuitgaven, terug te draaien. Voor veel Russen stond de invoering van de marktwerking gelijk aan chaos, teloorgang en verlies van levensstandaard. Ten tijde van de Sovjet-Unie waren er wel banen en geld, maar geen producten. Nu was het precies andersom. Dat zorgde voor woede en frustratie. Jeltsin zag zijn kansen om in 1996 te worden herkozen als president zienderogen slinken.

Magische geldfabriek

De oude communisten waren nog steeds relevant en hadden in december 1995 zowaar de parlementsverkiezingen gewonnen. Hun leider, Gennadi Zjoeganov, was ook de grote favoriet voor de aanstaande presidentsverkiezingen. Jeltsin was er alles aan gelegen om te voorkomen dat de communisten zijn hervormingswerk teniet zouden doen. Hij zocht daarom zijn heil bij een aantal oligarchen die ongekende rijkdom hadden verworven.
Hun interesse ging uit naar dat deel van de Russische economie dat nog steeds in staatshanden was, met name de olie- en gassector. Tegelijkertijd had de Russische staat nog steeds veel geld nodig om uitgaven te kunnen financieren. En dat hadden de oligarchen in overvloed.

In ruil voor een lening van 2 miljard dollar beloofde Jeltsin dat ze aandelen van de beste bedrijven van Rusland tegen lage prijzen konden kopen als de staat de lening niet tijdig terugbetaalde. De oligarchen roken hun kans en wierpen tijdens de verkiezingscampagne hun gewicht in de strijd ten gunste van het Kremlin. Een jaar later konden ze incasseren. Zo kwam olieconcern Yukos in handen van Mikhail Chodorkovski en Sibneft, de voorganger van Gazprom, in die van Roman Abramovitsj. Russisch staatsbezit ging voor spotprijzen de deur uit en Jeltsin won de presidentsverkiezingen.

De Sovjet-roebel wordt in 1992 vervangen door de Russische roebel. Deze vrouwen komen biljetten omwisselen.

De eerste helft van de jaren negentig legde ondanks al deze problemen een fundament voor een nieuwe economie. Dat begon langzaam maar zeker vrucht af te werpen. Vanaf 1996 nam de inflatie af, was er voor het eerst sinds tijden weer sprake van economische groei en had de Russische overheid een ‘nieuwe roebel’ ingevoerd met een vaste koers ten opzichte van de Amerikaanse dollar.

Dat alles zorgde voor nieuw vertrouwen, ook internationaal. Financiële instituten als het IMF en landen als Duitsland en Frankrijk voorzagen Rusland uitbundig van kredieten. Dat was de start van een stroom aan buitenlands kapitaal. Investeringen in Russische aandelen en leningen, vooral in de olie- en gasindustrie, explodeerden in 1997 tot 10 procent van het bbp. Rusland werd de best presterende aandelenmarkt van de wereld en veel investeerders zagen het land als een magische geldfabriek.
De Russische overheid droeg aan deze hausse bij door haar constante behoefte aan financiering. Daarin werd voorzien door de Russische banken, die hierin een mooie investering zagen en daarom massaal Russische overheidsleningen bleven kopen. Hoe kwetsbaar dit was bleek in 1998.

Roebelcrisis

Azië had in de jaren negentig een economisch wonder meegemaakt. Imposante groeicijfers en aantrekkelijke rentes hadden veel investeerders naar ‘economische tijgers’ als Thailand, Maleisië en Zuid-Korea getrokken. Toen in de zomer van 1997 de eerste barstjes in het vertrouwen kwamen, wisten ze niet hoe snel ze hun geld weer moesten terugtrekken.

Deze vertrouwenscrisis raakte ook Rusland. Een dalende olieprijs door de Aziatische crisis zorgde voor minder inkomsten voor de Russische staatskas. De roebel kwam onder grote druk te staan. Daardoor kwamen banken en bedrijven met veel schulden in buitenlandse valuta in de problemen: een waardeloze roebel maakte aflossing onbetaalbaar. De Russische overheid steunde daarom de koers van de munt, maar zag al snel de bodem van de schatkist. Investeerders vertrokken en masse.

Russen raakten bijna al hun spaargeld kwijt

Op 17 augustus 1998 was de situatie niet langer houdbaar. Rusland kon zijn schulden niet meer terugbetalen. De koers van de roebel implodeerde en de aandelenmarkt crashte. De helft van de Russische banken ging failliet, waaronder die van de oligarchen die Jeltsin tijdens de presidentsverkiezingen hadden geholpen. Russische spaarders raakten bijna al hun spaargeld kwijt en moesten in lange rijen staan om nog iets daarvan te redden. De inflatie steeg opnieuw naar ongekende hoogte en de werkloosheid nam voor de zoveelste keer toe. De korte periode van economische groei kwam abrupt tot een einde. Rusland was terug bij af.

Gedekte tafel

Nu Rusland financieel op zijn rug lag, konden er eindelijk hervormingen worden doorgevoerd. Uitgaven gingen noodgedwongen terug tot het hoogstnoodzakelijke. Inkomsten werden verhoogd door verbetering van het belastingstelsel. De lage koers van de roebel stimuleerde de binnenlandse productie. Het staatsfaillissement legde zo de basis voor toekomstig herstel.
Maar de Russen hadden na de roebelcrisis hun buik vol van hervormingen, criminaliteit en de politieke strijd. Ze verlangden naar orde en gezag, rust en economische groei die hun eindelijk de beloofde welvaart bracht. Politiek kwam Jeltsin daardoor steeds meer onder druk te staan. Vooral de communisten sponnen electoraal garen bij de roebelcrisis en wonnen eind 1999 opnieuw de parlementsverkiezingen.

Poetin danst met een traditioneel gekleed meisje in Kazan, 24 juni 2000.

Jeltsin had in de zomer van 1999 voormalig KGB-agent Vladimir Poetin als zijn premier aangesteld. Op oudejaarsavond van dat jaar wees hij hem aan als waarnemend president tot de verkiezingen in 2000. Jeltsin zag Poetin, zo schreef hij in zijn memoires, als een man die ‘enorm toegewijd was aan de democratie, markthervorming en patriottisme. Hij was de man op wie ik mijn hoop had gevestigd en aan wie ik het land toevertrouwde.’

Zigzagbeleid

Boris Jeltsin probeerde ook een nieuw democratisch stelsel op te bouwen. Dat ging met vallen en opstaan. Zo bleek in 1993, toen hij tijdelijk werd afgezet na een conflict met de Russische Doema. Pas na bloedige straatgevechten en beschietingen met tanks van het toenmalige parlementsgebouw beslechtte hij de strijd in zijn voordeel.

Tijdens de Jeltsin-jaren was ook in economisch opzicht sprake van zigzagbeleid: nieuwe economische hervormingen werden ingevoerd en daarna onder druk van parlement, bevolking en bedrijfsleven weer ingetrokken.

De dag ervoor had Poetin zijn ‘Millennium Manifesto’ gepubliceerd, met daarin zijn analyse van waar Rusland financieel, economisch en maatschappelijk stond en waar het land in zijn ogen naartoe moest. Hij stelde een ‘Russisch idee’ voor om de Russen te verenigen, met een sterke staat én een succesvolle markteconomie als speerpunten. Poetin voelde feilloos de wens van de Russen aan, wist met zijn verhaal het vertrouwen van de Russische kiezer te winnen en kon verder als president. Daarbij kon hij aan een financieel gedekte tafel aanschuiven: als gevolg van het werk van zijn voorgangers groeide de economie verrassend snel weer stevig en zette ook een daling van de werkloosheid in. Rusland was klaar voor een welvarender toekomst, maar nu geleid door een sterke staat.

De vraag was: ten koste van wie? De oligarchen op de barbecue werd het al snel duidelijk: direct na het aantreden van Poetin probeerde hij hun politieke invloed te verminderen. Chodorkovski deed als rijkste en machtigste nog een poging om tegenwicht te bieden, maar belandde als gevolg daarvan in 2005 in een strafkamp in Siberië. Ook de meeste anderen verdwenen goedschiks of kwaadschiks van het toneel. Aan Poetin verbonden technocraten, bestuurders en medewerkers van de veiligheidsdiensten (siloviki) kwamen ervoor in de plaats. Zij ontwikkelden zich in de loop van de tijd tot een nieuwe gefortuneerde en invloedrijke klasse. Maar het was Poetin die nu de touwtjes stevig in handen had.  

Meer weten

  • Russia’s Capitalist Revolution (2007) door Anders Åslund toont waarom markthervormingen wel slaagden en democratische hervormingen niet.
  • Rusland. Land dat anders wil zijn (2022) door Gijs Kessler beschrijft Rusland vanaf de jaren negentig.
  • The Russian Economy (2020) door Richard Connolly, over economische ontwikkelingen vanaf de laatste jaren van de Sovjet-Unie.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2022