Onlangs kondigde het Nationaal Archief aan dat het 71.000 oude BVD-dossiers in ontvangst heeft genomen. De voorheen grotendeels geheime dossiers zijn nu ‘beperkt openbaar’. Historici klaagden in een recent artikel in Historisch Nieuwsblad nog over de beperkte toegang tot de archieven van geheime diensten. Volgens historicus Hans Blom is de overdracht een stap in de juiste richting.
In de overgedragen dossiers staan onderzoeken naar ‘staatsgevaarlijke’ mensen die de voorloper van de AIVD – de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) – tussen 1946 en 1998 in de gaten hield. Het gaat om duizenden mensen waar de dienst ‘interesse’ in had omdat ze verdacht werden van spionage of onderdeel uitmaakten van een ‘extremistische stroming’. Een deels geanonimiseerde inventaris van het vijfhonderd meter lange archief verscheen onlangs online.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
‘Beperkt openbaar’
Historici klagen al jaren over de beperkte openheid van de Nederlandse geheime diensten. In opgevraagde dossiers werden namen van personen of informanten weggelakt, verzoeken tot inzage werden ‘zonder redelijke grond afgewezen’ en historici ontvingen soms ‘de meest absurde zwartgelakte stukken‘.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Volgens een woordvoerder van het Nationaal Archief is er dit keer geen informatie zwartgelakt: de overgebrachte dossiers zijn de oorspronkelijke dossiers, zoals ze werden gebruikt door de veiligheidsdiensten. Dit bronnencorpus valt nu het is overgedragen niet langer onder de Wet Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV), maar onder de reguliere Archiefwet. Dat laatste is ‘cruciaal voor onderzoekers’, zegt historicus Hans Blom.
Toch zijn de dossiers vanwege privacyoverwegingen nog steeds ‘beperkt openbaar’. Voor de dossiers van overledenen levert dit geen belemmering op. Wie kan aantonen dat de persoon in kwestie is overleden, kan een aanvraag indienen. Die duurt ongeveer zes weken. Maar als iemand de dossiers van levende mensen in wil zien, moet de betreffende persoon daar toestemming voor geven. Het delen van persoonsgegevens zonder die toestemming is namelijk in strijd met de AVG-wet. Historici kunnen ook met een onderzoeksopzet toegang krijgen tot deze dossiers voor statistisch onderzoek.
‘Voorzichtig positief’
Blom, die eerder kritisch was op de diensten vanwege een gebrek aan openheid, is nu ‘voorzichtig positief’. Hij ziet de overdracht als ‘een positieve en betekenisvolle stap’, maar vraagt zich af hoe het opvragen van stukken in de praktijk zal gaan. ‘Het is goed dat een archivaris met historisch besef nu de stukken beheert, maar vooralsnog houden zowel de AIVD als de MIVD de kaarten tegen de borst als het gaat om operationele dossiers. Die dossiers kunnen onderzoekers het meeste inzicht geven in waar de dienst mee bezig was.’ Bovendien is openheid bij de diensten in het verleden ook meermaals teruggedraaid, herinnert Blom zich.
De historicus hoopt toch dat deze overdracht het startsein is voor meer openheid. ‘De diensten maken onderdeel uit van de overheid, maar zijn vanwege noodzakelijke geheimhouding moeilijk controleerbaar door het parlement. We accepteren dat het grondrecht op die controle tijdelijk buiten werking wordt gesteld, omdat we de diensten van groot belang achten voor de veiligheid van onze samenleving. Maar de enige controle die dan nog overblijft, is de controle achteraf door historici.’