Van Joop Zoetemelks op L’Alp d’Huez tot Jan Cottaar en Woutje Wagtmans: de rijke geschiedenis van de Tour de France op het web.
Veertien kilometer klimmen, 21 haarspeldbochten en ruim 1100 meter hoogteverschil. Zinderende hitte gaat over in ijzige kou en mist. Liefhebbers weten waarover ik het heb. L’Alp d’Huez, de hoogste berg van Nederland. In de Tour de France van 1976 bereikt Joop Zoetemelk als eerste de top van deze reus. De twee jaren daarop wint Hennie Kuiper de beklimming, in 1979 is Zoetemelk weer als eerste boven.
Sindsdien is L’Alp d’Huez een beetje van Nederland. Later behalen ook Peter Winnen, Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse overwinningen op deze berg. Helaas zit die ene alp dit jaar niet in het parcours. Misschien maar goed ook, zo geweldig doen de Nederlandse wielrenners het de afgelopen jaren niet. Om van dopingschandalen nog maar te zwijgen. Maar misschien heb ik ongelijk, en heeft Michael Boogerd wanneer u dit leest het geel stevig om de schouders.
De Tour de France kan bogen op een imposante geschiedenis. De ronde werd voor het eerst verreden in 1903 en heeft sindsdien vele legendes voortgebracht. De officiële Tour-website brengt hen nog eens voor het voetlicht: Fausto Coppi, Jacques Anquetil, Eddy Merckx, Bernard Hinault, Greg leMond en Miguel Indurain. U dient wel een woordje Frans te spreken, maar welke wielerliefhebber doet dat niet?
Zoetemelk ontbreekt in de eregalerij, al debuteerde hij in 1970 met een tweede plaats en reed hij de Tour zestien keer uit. In totaal werd Zoetemelk vijfmaal tweede voordat hij in 1980 de gele trui naar Parijs wist te brengen. Twee jaar later maakte hij zijn bijnaam van ‘eeuwige tweede’ opnieuw waar door van Hinault te verliezen. Gelukkig is op de site Hollands Glorie wel plaats voor hem ingeruimd. Daar zijn ook alle andere Nederlandse wielervedettes te vinden.
De Tour de France is vooral het domein van de homepages, van fietsliefhebbers die hun eigen webplek maken. De mooiste amateurwebsite is Heersers van de Weg van Mark Binnenpoorte uit Enschede. De navigatie werkt niet altijd zoals zou moeten en de aankleding is wat aan de saaie kant. Wie daar doorheen kijkt, vindt een complete geschiedenis van het wielrennen. Maar ook hier is Zoetemelk niet meer dan een voetnoot bij Eddy Merckx, ‘de Kannibaal’.
Onlosmakelijk verbonden met het wielrennen is de naam Jan Cottaar. Wat Mart Smeets en Jean Nelissen zijn voor de verslaggeving op de televisie, was Cottaar in de hoogtijdagen van de radio. Tussen 1948 en 1958 deed hij vanuit het verre Frankrijk verslag van de successen van Nederlandse renners met namen als Wim van Est, Jan Nolte en Wout Wagtmans.
Sommige van deze reportages zijn te beluisteren op het web, zoals een interview uit 1955 met Woutje Wagtmans nadat deze in Roubaix de gele trui ‘voor de poorten van de hel’ heeft weggesleept: ‘Een ogenblik, luisteraars, dan zal ik van de tribune afspringen. Het is dan wel een respectabele hoogte, maar voor de gele trui moet je wat over hebben.’ Nadat Wagtmans verslag heeft gedaan van de wedstrijd ‘Ik heb zitten katten om weg te komen, maar die lange kon ik niet losrijden.’ blijkt maar eens hoe ver Frankrijk in die dagen nog was: ‘De groeten aan vader en moeder en de schoonouders. En Nellie; dag schat!’
Cijferfetisjisme
Voor cijferfetisjisten maakte Erwin van Manen een site met de statistieken van alle Tours die vanaf 1903 zijn verreden. Ook handig voor prijsvragen en quizzen.
Touralfabet
Van de Col d’Aspin tot Erik Zabel, je vindt het in het touralfabet.
Dit artikel is exclusief voor abonnees