Home Nederland had grotere nucleaire ambities

Nederland had grotere nucleaire ambities

  • Gepubliceerd op: 24 juli 2020
  • Laatste update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Ko Colijn
  • 4 minuten leestijd

Nederland bereidde zich begin jaren zestig voor op meer nucleaire taken dan tot nu toe bekend was. Zo blijkt uit documenten die de Amerikaanse National Security Archives onlangs openbaar maakten. Militair specialist Ko Colijn dook in de stukken.

In een document uit 23 maart 1960 staat dat de VS gelden voor het jaar 1961 reserveren voor de productie van atoomgeweren van het type Davy Crockett voor een peloton van het Nederlandse leger. Verder is sprake van nucleaire Sergeant-raketten voor een bataljon van de Koninklijke Landmacht en een batterij Terrier-raketten voor de Koninklijke Marine. Daarnaast willen de VS duizend ombouwkits voor de F84-straaljagers leveren aan ‘several Nato countries’. Of de Davy Crockett, de Sergeant en de Terrier ooit de Nederlandse krijgsmacht hebben bereikt, maken de stukken niet duidelijk.

Nederland verzoekt de VS om hulp bij de bouw van vier nucleaire onderzeeërs

Pentagon tegen extra onderzeeboten

Allerlei Navo-landen wilden nucleaire hulp van de VS, die bereid waren deze te geven. De atoombom werd als compensatie gezien voor de ook toen al problematische financiering van conventionele defensie door Europese landen. Tot nu toe was wel min of meer bekend dat Nederland over atoommijnen, nucleaire luchtafweer (Nike), nucleaire artillerie (Honest Johnraketten en atoomgranaten voor houwitsers) en dieptebommen (voor patrouillevliegtuigen  van de marine) beschikte. En na de Koude Oorlog ook nog over de atoomtaak van de F16.

De documenten maken gewag van een Nederlands verzoek uit 1959 om hulp bij het bouwen van vier nucleaire onderzeeboten, maar daar voelden de VS niets voor. Ons land kon in de ogen van het Pentagon zijn geld beter aan andere zaken uitgeven, omdat het toch al ‘very much below’ het afgesproken bedrag aan defensie besteedde. Geld voor nucleaire onderzeeërs zou ‘very unwise’ zijn. De Amerikanen spraken onderling af niets te zeggen dat de Nederlanders uitzicht zou bieden op onderhandelingen, want in dat geval zou het kunnen uitmonden in een deal.

Amerikaans onbegrip

Er was al sinds 1954 sprake van stationering van Amerikaanse atoomwapens in West-Europa, die volledig onder Amerikaanse controle stonden. Een aantal Europese landen wilde letterlijk niet weten dat ‘atoomoorlog’ voortaan een normale zaak in de verdediging van West-Europa zou zijn. De documenten onthullen huiveringwekkende staaltjes van Amerikaans onbegrip daarover en de noodzaak die ze voelden die malle Europeanen psychologisch de moderne tijd in te leiden.

Uit vrees voor ongebreidelde proliferatie zochten de VS naar een formule om de Navo-bondgenoten  een vorm van nucleaire zekerheid te geven zonder dat die een eigen atoomwapen zouden begeren (zoals de Fransen). Ze streefden naar Amerikaanse controle en dreigden ermee dat de VS  bescherming van Europa zonder gebruik van kernwapens niet zouden garanderen. Dat leidde tot ingewikkelde onderhandelingen, waarin training, kosten en opslag van de wapens werden geregeld.

Geheime kennis

In 1959 waren onderhandelingen over twee soorten verdragen met gastheerlanden van Amerikaanse atoomwapens gaande. Om te beginnen over de overdracht van de wapens zelf, hun bewaking en de kosten. Daarnaast werd gesproken over de vrijgave van geheime kennis aan de bondgenoten, een eis die de Atomic Energy Act nu eenmaal stelde.

Met Nederland waren die onderhandelingen nagenoeg afgesloten, staat in een ‘top secret’ memo van onderminister Christian Herter aan president Dwight D. Eisenhower. De kandidaatlanden waren, na een Amerikaans onderzoek, veilig verklaard.

Onderminister Christian Herter wil verdragen voor atoomopslag er doorheen jassen

Omdat nucleaire opslag, vooral in West-Duitsland, gevoelig lag, raadde Herter aan de verdragen er snel doorheen te jassen, zodat de publieke belangstelling ervoor verzwakt zou zijn voor een bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken een maand later. Een ‘generalized statement by a high figure’ kon de aandacht wat afleiden. Tegelijk schrijft Herter ook aan Eisenhower dat de overeenkomsten vooral technisch van aard zijn en nauwelijks omstreden: ‘they will in all likelyhood become public knowledge.’

De Nederlandse regering denkt daar, zestig jaar later, anders over en verklaarde nog onlangs (23 juni 2020, ministerie van Buitenlandse Zaken BZDOC-1453414225-22) alle nucleaire afspraken geheim. Roomser dan de paus.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.