Home Dossiers Slavernij ‘Nationaal slavernijmuseum zou niet misstaan in Middelburg’

‘Nationaal slavernijmuseum zou niet misstaan in Middelburg’

  • Gepubliceerd op: 16 november 2021
  • Laatste update 26 jul 2023
  • Auteur:
    Teun Willemse
  • 5 minuten leestijd
‘Nationaal slavernijmuseum zou niet misstaan in Middelburg’
Tula monument op Curaçao.
Dossier Slavernij Bekijk dossier

Een nationaal slavernijmuseum in Amsterdam komt steeds dichterbij na een positief advies van de Raad voor Cultuur en de Amsterdamse Kunstraad. Volgens historicus Ruud Paesie is Middelburg historisch gezien een logischere plaats. ‘Amsterdamse kooplieden profiteerden van de plantages, maar de slavenhandel vond vooral vanuit Zeeland plaats.’

Paesie publiceerde verschillende studies over de geschiedenis van de Zeeuwse slavenhandel. Onder meer over Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC), die zich vanaf ongeveer 1740 specialiseerde in de trans-Atlantische slavenhandel. De zelfbenoemde ‘import-Zeeuw’ vindt een nationaal slavernijmuseum een goede zaak, maar denkt dat het niet per se in Amsterdam hoeft te staan.

Meer lezen over slavernij? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Moet een nationaal slavernijmuseum in Middelburg komen?

‘Amsterdamse handelaren plukten de vruchten van de slavernij, maar het museum zou niet misstaan in Zeeland. De provincie heeft een zeer prominente rol gespeeld in de slavenhandel. Toen er in de achttiende eeuw een einde kwam aan de monopolie van de WIC, waren de Zeeuwse steden toonaangevend. Ongeveer zeventig procent van alle Nederlandse slavenschepen werd in die jaren in Zeeland uitgerust.

Ik maak daarbij een onderscheid tussen slavenhandel en slavernij. Dat laatstgenoemde was vooral een Amsterdamse aangelegenheid: de stad had daar met name in de tweede helft van de achttiende eeuw een groot aandeel in de West-Indische plantages door de grote vraag naar koffie, suiker en cacao. Maar de slavenhandel vond juist plaats vanuit de Zeeuwse steden Middelburg en Vlissingen.

Leeft de vraag over een slavernijmuseum überhaupt wel in Zeeland?

‘De vraag wordt wel gesteld en er worden wat stappen gezet, maar toch leeft het niet zo sterk. De provincie besteedt zeker aandacht aan het slavernijverleden en Middelburg heeft ook een slavernijmonument. Maar dat is van een andere orde dan een nationaal museum.

Amsterdam is vrij vroeg begonnen met het idee van een slavernijmuseum. Er is in de hoofdstad altijd meer aandacht voor het onderwerp geweest dan in Zeeland. Dat heeft onder andere te maken met de multiculturele samenleving in Amsterdam. Daar zijn meer voortrekkers voor een dergelijk museum.’

Het archief van de MCC huist in Middelburg. Is dat geen mooie basis voor een museum?

‘Op het gebied van slavenhandel is dat het belangrijkste archief dat we in Nederland hebben. Een groot probleem bij onderzoek naar ons slavernijverleden is dat niet alle documenten bewaard zijn gebleven, waardoor we niet precies weten hoeveel slaven er in totaal zijn verhandeld. Van de MCC, die in 1720 werd opgericht, is de administratie wél bewaard gebleven. Daarin is alles terug te vinden: hoe de slavenhandel in zijn werk ging, welke prijzen eraan werden gekoppeld en welke instructies kapiteins meekregen.

In de MCC-administratie, die bewaard wordt in het Zeeuws Archief, vind je bijvoorbeeld “aankooplijsten” waarop staat: “slaaf één, man”. Geen naam erbij, alleen een nummer. Je leest precies wat er voor die persoon betaald is in geweren, kralen of vaten buskruit. Het zijn belangrijke bronnen die laten zien hoe het slavernijsysteem functioneerde en zich ontwikkelde. Het grote archief van de MCC is niet voor niets sinds 2011 opgenomen in de UNESCO’s Memory of the World-Register.’

Je kunt beargumenteren dat er meer mensen naar het museum komen als het in Amsterdam staat.

‘De vraag is inderdaad of mensen speciaal voor zo’n museum naar Zeeland zouden komen. Maar het is vooral de politieke lading die de keuze voor Amsterdam bepaalt. Daar is de bevolking meer betrokken bij een slavernijmuseum dan in Zeeland. Ik zou het goed vinden als in Middelburg ook iets ontwikkeld werd. Een kenniscentrum met een museum bijvoorbeeld, op basis van het Zeeuws archief.’

Merkt u dat er nu meer aandacht is voor het slavernijverleden dan een aantal jaar geleden?

‘Het slavernijverleden is meer gaan leven. Ik word er nu geregeld over gebeld en bevraagd. Helaas vind ik dat het onderwerp niet altijd even wetenschappelijk benaderd wordt: er is vaak sprake van politieke inkleuring. Ook historici zijn deze geschiedenis steeds meer in de huidige racismediscussie gaan plaatsen. Maar historici moeten op een andere manier naar het verleden kijken en de gebeurtenissen in de context van die tijd plaatsen. Waarom gebeurde dit destijds? Welke economische drijfveren zaten erachter? En wat was de structuur in de landen waar dit plaatsvond?’

Moet die wetenschappelijke benadering als basis dienen voor het nationaal museum?

‘Als historicus vind ik van wel. Laten we proberen de gebeurtenissen in de context van de achttiende eeuw te plaatsen. Maar ik heb ook begrip voor mensen die het vanuit een andere invalshoek benaderen. Bijvoorbeeld vanuit de gedachte dat dit museum belangrijk is omdat nazaten nog steeds met de nadelige gevolgen van het slavernijverleden te maken hebben.’

In een reactie laat Carla Doorn, wethouder cultuur en integratie van de gemeente Middelburg, weten dat de gemeente een kenniscentrum voor ogen heeft: ‘Bestuurlijk steunt Zeeland het voorstel om het museum in Amsterdam te realiseren. Wel zet Zeeland in op een ander advies: namelijk het realiseren van een kenniscentrum naar het Nederlands slavernijverleden.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.