De Zuid-Hollandse gemeente Kaag en Braassem schrapt haar lijst met 97 gemeentelijke monumenten en vervangt deze door ‘karakteristieke panden’. Het besluit is genomen om de regeldruk voor eigenaren bij bouwwerkzaamheden te verlichten. Voor karakteristieke panden gelden dezelfde bouweisen als voor niet-monumentale gebouwen, behalve dat er een vergunning nodig is bij onomkeerbare ingrepen, zoals (gedeeltelijke) sloop. Zowel het aanzicht als het interieur van karakteristieke panden kan gemakkelijker worden aangepast dan bij beschermde monumenten het geval is.
Daarin schuilt een gevaar, stelt Onno Helleman van Erfgoedhuis Zuid-Holland, de provinciale ondersteuningsinstelling. ‘Soms is van de buitenkant niet goed zichtbaar waarom een gebouw het stempel van monument draagt. Het pand is getoetst op de aanwezigheid van cultuurhistorische waarden, zoals architectonische kwaliteiten en de aanwezigheid van historische bouwstructuren. Bij ingrepen is het daarom van belang te beoordelen in hoeverre veranderingen conflicteren met deze waarden. Bij verbouwingen gaat niet alleen cultuurhistorische waarde mogelijk verloren, ze zijn ook risicovoller vanwege eventueel aanwezige historische bouwstructuren.’
Helleman woont zelf in een rijksmonument en kent de roep van eigenaren om lagere regeldruk. ‘Maar het veranderen van de beschermde status is volgens mij niet de juiste oplossing. Ik pleit ervoor om de monumentale status te behouden en eigenaren zo goed mogelijk te informeren en te steunen bij hun plannen om gebouwen aan te passen.’
Opheffing van de monumentenstatus vergemakkelijkt volgens de gemeente de verduurzaming van oude panden. Verduurzaming bij monumenten is maatwerk, beaamt Helleman. ‘Historische panden zijn over het algemeen lastiger na te isoleren, maar er zijn wel oplossingen voor te vinden. Het verbouwen van monumenten is altijd een afweging tussen algemeen en individueel belang, maar we moeten zuinig zijn op het erfgoed dat we hebben. Gebouwen leven immers langer dan hun eigenaren. Gelukkig tonen de meesten zich goede rentmeesters in het beheren en doorgeven ervan.’
Teun Willemse is redacteur van Historisch Nieuwsblad.
Dit artikel is exclusief voor abonnees