Home Mijn verhaal: ‘Verdorie, dacht ik, daar zitten ze’

Mijn verhaal: ‘Verdorie, dacht ik, daar zitten ze’

  • Gepubliceerd op: 4 december 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martine Postma
  • 3 minuten leestijd

Op 1 december 1975 kaapten Zuid-Molukse jongeren bij het dorpje Wijster in Drenthe een trein. Twaalf dagen lang werden de 23 passagiers in gijzeling gehouden. Auke Antonie Beckeringh van Rhijn (82) was als burgemeester van het naburige Beilen nauw bij de afwikkeling van de kaping betrokken.


‘Pas op de vierde dag ben ik naar de trein gaan kijken. Mijn vrouw vroeg: “Weet je eigenlijk wel waar jullie mee bezig zijn?” De drukte op het crisiscentrum had mijn gezichtsveld vernauwd; ik kan me bijvoorbeeld niet eens herinneren hoe we reageerden toen de kapers twee passagiers hadden doodgeschoten. Ik ben ’s avonds naar post Anton gereden, de boerderij vlak bij de plek waar de trein stond. Met schijnwerpers hebben we hem in het licht gezet. Ik zag de ramen, die met kranten waren afgeplakt. Verdorie, dacht ik, daar zitten ze, in de kou. Tot dan toe had ik me dat nauwelijks gerealiseerd; je kunt je niet verdiepen in het leed van die mensen en tegelijkertijd beleid voeren.
        Ik zat in de B&W-vergadering toen we het hoorden. We hadden net het tweede kopje koffie op. Plotseling werd er gebeld; de commandant van politie meldde dat er een trein was beschoten. Ik heb ogenblikkelijk de vergadering geschorst en de commissaris van de koningin gewaarschuwd, evenals de procureur-generaal van het hof in Leeuwarden en de hoofdofficier van justitie.
        Om kwart over twaalf kreeg ik een pamflet van de kapers in handen. Ze eisten onder meer een bus voor zestig personen en een gereedstaand vliegtuig op Schiphol. Als om één uur niet aan de eisen was voldaan, zou de eerste passagier worden gedood en daarna elk halfuur één. Ik schreef terug dat we een en ander niet zo snel konden regelen. Een politieman was bereid om die boodschap in T-shirt, niet in uniform, naar de trein te brengen.
        Daarna kwam het circus op gang. Het gemeentehuis werd ingericht als crisiscentrum. We hadden zes telefoonlijnen; de PTT kwam langs om daar zestig van te maken. Overal kwamen journalisten vandaan; twaalf dagen lang was Beilen het centrum van de wereld. En ondertussen voerden wij voortdurend overleg met adviseurs en met Den Haag om een zo evenwichtig mogelijke benadering te zoeken.
        Niemand wilde toegeven aan de eisen van de kapers, maar geweld gebruiken wilden we liever ook niet. We besloten ze uit te putten, ze moreel te breken. Dat deden we met kleine dingetjes. Vroegen zij bijvoorbeeld om tandenborstels, dan gaven wij er minder dan zij wilden, zodat ze er nog een keer om moesten vragen. Langzaam maar zeker werden de kapers zwakker, totdat ze zich op een zondagochtend – toch nog onverwacht – overgaven. Ik leefde inmiddels in een soort droomtoestand. Ik was moe en kon me die laatste uren nauwelijks voorstellen dat het ooit afgelopen zou zijn.
        Mede door die dagen op het crisiscentrum weet ik dat je mensen nooit moet onderschatten, nooit van iemand moet denken: die kan dat niet. In al die dagen is er, ondanks de spanning, geen onvertogen woord gevallen. Behalve dan toen iemand op 5 december een Sinterklaas had geregeld om de buitenlandse journalisten te laten kennismaken met wat Nederlandse folklore. Dat was natuurlijk volstrekt ongepast. Het is de enige keer geweest dat ik een Sinterklaas heb moeten verwijderen.
        De gijzeling eind oktober in Moskou heb ik met bijzondere belangstelling gevolgd, om te kijken hoe ze het zouden aanpakken. Ik denk dat we in Nederland nu ook eerder voor een bestorming zouden kiezen, dat we zouden zeggen: “We werken het in 24 uur af.” Dat dagenlange, uitputtende overleg – daar is de stemming niet meer naar.’

In `Mijn verhaal’ vertellen lezers over een historische gebeurtenis waarbij zij betrokken waren. Stuur een samenvatting van uw verhaal in maximaal tweehonderd woorden naar Historisch Nieuwsblad, Postbus 1528, 1000 BM Amsterdam of redactiehn@vug.nl.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.