Alle banken, verzekeringsmaatschappijen en handelshuizen met wortels in de achttiende eeuw hebben met slavernij te maken gehad. Dat zegt Gert Oostindie, hoogleraar geschiedenis en directeur van het Koninklijk Instituut voor Land-, Taal en Volkenkunde.
Onlangs maakte de ABN Amro bekend dat voorlopers van de Algemene Bank Nederland (ABN) betrokken waren bij het transport en de exploitatie van slaven tussen het midden van de achttiende en midden negentiende eeuw. De bank hanteerde een ruime definitie en onderzocht niet alleen of zijn voorlopers slaven in bezit hadden gehad, maar ook of zij handelden in producten waarbij slavernij betrokken was. Daarbij ging het vooral om suiker, koffie en katoen.
Maar niet alleen de ABN Amro, veel meer Nederlandse bedrijven hebben in het verleden geld verdiend aan de slavernij. ‘Bij ieder internationaal handelsbedrijf met wortels in de achttiende eeuw is er gerede kans dat er slaven bij betrokken waren,’ zegt Oostindie
Oostindie: ‘Een goed voorbeeld is de ING. Die bank heeft enkele jaren geleden Baring Brothers overgenomen, de oudste bank van Engeland die werd opgericht in 1762. Toen ik als doctoraal student onderzoek deed naar de spoorwegaanleg op Cuba, ontdekte ik dat deze spoorweg voor een groot deel was gefinancierd door Baring Brothers. In Cuba werd heel veel geld verdiend met de suikerplantages, die werden bewerkt door slaven. Een ander voorbeeld is Hudig-Langeveldt Verzekeringsmaatschappijen. Hudig zat in de achttiende eeuw tot over de oren in de slavenhandel.’
Veel bedrijven zijn momenteel bang voor schadeclaims of sancties, die in Amerika al veel gebruikelijker zijn dan in Europa. Zo wil Chicago, een overwegend zwarte stad, uitsluitend zakendoen met bedrijven zonder slavernijverleden of bedrijven die daar rekenschap van willen afleggen. Omdat de ABN Amro de La Salle Bank in Chicago wilde overnemen, moest het bedrijf het eigen slavernijverleden wel onderzoeken.
‘Geen big deal’, vindt Oostindie het slavernijverleden van veel grote bedrijven, hoewel hij begrijpt dat zij er geen behoefte aan hebben om aan dat verleden te worden herinnerd. ‘Als historicus vind ik het logisch dat veel internationale bedrijven bij slavernij betrokken waren. Het is een anachronisme om dat de ING nog steeds voor de voeten te werpen.’