Home Lifestyle: Stemmige deftigheid

Lifestyle: Stemmige deftigheid

  • Gepubliceerd op: 8 februari 2002
  • Laatste update 29 mrt 2023
  • Auteur:
    Gijs Verstegen
  • 4 minuten leestijd

De hotspots in achttiende-eeuws Parijs. Lekker weg in de jaren dertig. Haute cuisine in de Middeleeuwen. Trends zijn van alle tijden. Culinaire avonturen, mode, wonen en uitgaan door de eeuwen heen.

De Spanjaarden, die weten pas hoe ze zich op gepaste en voorname wijze aan het hof dienen te presenteren. De in het zwart geklede hovelingen worden in het Europa van de renaissance en de barok bewonderd om hun zogenoemde gravitas, de waardige ingetogen en sobere manier waarop zij zich gedragen. Zelfs in Nederland weten zij respect af te dwingen. Zo vinden Jacob Cats en Constantijn Huygens dat de Nederlanders nog heel wat kunnen leren van de Spaanse `stemmige deftigheid’.

Helemaal kritiekloos is de bewondering niet. In de vijftiende eeuw worden de Spaanse onderkoningen in het rijksdeel Napels vanwege hun afstandelijkheid en ernst wel vergeleken met standbeelden. Toch maakt hun voorkomen indruk; vooral omdat de Spaanse plechtstatigheid niet alleen op uiterlijkheden betrekking heeft, maar in de ogen van tijdgenoten ook staat voor bescheidenheid, ernst, wijsheid, vooruitziendheid, geduld en bedachtzaamheid. Volgens Baldassar Castiglione, de Italiaanse schrijver van een handboek voor hovelingen, dat een ware bestseller was in Europa, past de Spaanse beheerste ernst goed bij de Italiaanse manier van doen. De Spaanse gedragscodes zijn dé trend voor het hoofse Europa.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Pas in de tweede helft van de zeventiende eeuw, als het Spaanse rijk in verval raakt, verandert dit. Buitenlanders vermoeden dat het bij het plechtige gedrag van de Spaanse edelen toch vooral gaat om de schone schijn, en beginnen het belachelijk te vinden. In deze periode wordt Frankrijk het machtigste land van Europa. Veel Fransen – vaak hovelingen en diplomaten – trekken de Pyreneeën over, nieuwsgierig naar de staat van het verval van hun eens zo onaantastbare zuiderbuur. Het laat zich raden wat ze aantroffen: een enorme decadentie.

Spaanse edelen zijn volgens de reiziger Bertaut niet zo ingetogen als het lijkt: ze houden er allemaal een actrice op na, `of een of andere vrouw van hetzelfde slag’. Een andere reiziger voegt daaraan toe dat de meeste hovelingen de zomernachten doorbrengen op de pleinen, `waar bij het eerste fluitsignaal in grote aantallen prostituees verschijnen’. Daarom lijden veel Spaanse hovelingen chronisch aan geslachtsziekten. Ook hun beheerste ernst blijkt gespeeld. Zodra ze buiten de stad op het platteland komen, rossen ze onbeheerst hun muilezels af. De edelen gedragen zich dan wel alsof ze de wijsheid in pacht hebben, maar de werkelijkheid is anders. Zo vertelt een Fransman smalend dat een Spaanse edelman eens aan een Duitse ambassadeur vroeg of Duitsland een mooie stad was en of ze daar ook schapen hielden.

Het gedrag van de Spaanse edelen wordt niet langer begrepen en beschouwd als een eigenaardige levenswijze. Dit zien we in het literaire reisverslag van Mme d’Aulnoy, een Franse barones die verhalen, sprookjes en memoires schrijft. Plechtstatigheid is voor Mme d’Aulnoy vreemd gedrag geworden. Tijdens haar bezoek aan een hofdame heeft ze verscheidene jonge dames ontmoet met grote brillen. Het verbaast haar dat de meisjes de brillen zelfs ophouden tijdens het eten, of als ze een praatje maken. Als ze een van de dames naar de reden hiervan vraagt, antwoordt deze lachend dat de brillen dienen om de `Spaanse graviteit of statigheid te houden’. Naarmate een hoveling een hogere status heeft, laat deze zich een grotere bril aanmeten. Sommigen dragen volgens Mme d’Aulnoy brillen zo groot als handpalmen.

Bovendien `blanketten’ de dames zich nooit. In plaats daarvan besmeuren ze voor het slapengaan en bij het opstaan hun gezicht, oorlellen en schouders met rode verf. Dit om te voorkomen dat ze een bleek en ziekelijk uiterlijk krijgen, merkt d’Aulnoy verbaasd op.

De reiziger Bernardin Martin verwondert zich erover dat de Spanjaarden een golilla, een stijve wijduitstaande kraag, dragen. Die zit volgens hem erg ongemakkelijk, zoals ook de rest van hun kleding. Hij belemmert namelijk de beweging van de hals en het hoofd, waardoor men een ernstig voorkomen krijgt, `in welke houding men zich ook bevindt’.

De lifestyle van de Spanjaarden is voor de Europese hovelingen geen aantrekkelijk model meer. Het is vooral hun exotische gedrag dat belangstelling wekt.