Home Lezersenquête over de Canon

Lezersenquête over de Canon

  • Gepubliceerd op: 6 december 2006
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maria van Haperen

De lezers van Historisch Nieuwsblad vinden dat Annie M.G. Schmidt en Anne Frank niet in de Canon van de Nederlandse geschiedenis thuishoren. Voor Huygens, Van Leeuwenhoek en de gebroeders De Witt moet echter snel een plaatsje worden vrijgemaakt.

Dit is een van de opmerkelijke uitkomsten van de enquête naar de manier waarop Nederlanders tegen hun geschiedenis aankijken.

‘Een Canon voor alle Nederlanders, als verhaal van het land dat wij gezamenlijk bewonen.’ Dat is de doelstelling van de Canon zoals verwoord in het rapport van de commissie-Van Oostrom. De redactie van Historisch Nieuwsblad was benieuwd hoe de lezers over de Canon denken. Is hij inderdaad van ons allemaal, maakt hij duidelijk wat wij belangrijk vinden en is hij een geschikt middel bij de inburgering van nieuwkomers in ons land? 

Ruim 30 procent van de 900 aangeschreven lezers reageerde op onze oproep om de enquête in te vullen – 80 procent man, slechts 20 procent vrouw. Dat leverde een aantal opmerkelijke resultaten op. Zo twijfelt een overgrote meerderheid (79 procent) van de respondenten absoluut niet aan het nut van de Canon, en acht 66 procent het een zeer geschikt middel om bij het inburgeringsproces in te zetten. 

In de enquête vroegen we de lezers niet alleen naar nut en noodzaak van de Canon, maar ook naar wie of wat er volgens hen niet in thuishoort – of er juist wel in moet worden opgenomen. We waren bovendien benieuwd van welke gebeurtenis of persoon de lezer nog nooit had gehoord en of er in navolging van de vaderlandse Canon nu ook een canon van de wereldgeschiedenis moet komen. 

Ook vroegen we de lezers naar hun mening over een aantal brandende actuele historische kwesties die verstrengeld lijken met het debat over de Canon. Wat is de mening over de inmiddels beruchte uitspraak van Balkenende over de VOC-mentaliteit van de Nederlanders? Wat vinden de lezers van een Nationaal Historisch Museum: moet dat er komen, en zo ja, waar dan precies? En tot slot vroegen we of het vak geschiedenis (weer) verplicht deel moet gaan uitmaken van het eindexamenprogramma op al onze scholen.

Lacunes
Bij de 147 lezers die instemmen met de Canon zijn woorden als ‘kapstok’, ‘leidraad’ en ‘hulpmiddel’ zeer geliefd. Dat er een ‘poging is ondernomen om tot een gemeenschappelijke overweging te komen over wat in historisch opzicht voor Nederland belangrijk is’ stemt tot tevredenheid. Opvallend is echter dat veel respondenten hun antwoord met een negatieve ondertoon motiveren, waarin weinig vertrouwen doorklinkt in wat het onderwijs aan jeugd, scholieren en studenten te bieden heeft. 
 
Veel lezers constateren een lacune in de historische kennis, en denken dat de Canon wellicht als middel kan dienen om de ‘jongste generatie een klein beetje van onze historie bij brengen’, en ’tenminste nog iets van historisch besef te geven’, want ‘kinderen krijgen toch al te weinig geschiedenislessen op school’. Andere lezers merken op dat de Canon ‘de aanzet kan vormen tot de herziening van abominabel geschiedenisonderwijs’, want ‘De kennis van de geschiedenis in Nederland is bedroevend’. Er is ook een lezer die hoopt dat met de Canon ‘verdere vermindering van historisch besef een halt kan worden toegeroepen’. ‘Ook al is het een probeersel, het is altijd nog beter dan niks,’ is een verzuchting. 

De 31 lezers die de Canon afkeuren, doen dat onder andere omdat ‘de Canon appelleert aan nationalistische gevoelens, wat in een tijd van globalisering en internationalisering de dialoog tussen landen, naties en bevolkingsgroepen vertroebelt’. Iemand vindt de Canon ‘weliswaar leuk voor een discussie, maar dat wordt er wel eentje zonder einde’.

Grote mannen
Ondanks die relativering missen veel lezers de grote mannen uit de Gouden Eeuw, zoals de raadpensionarissen Johan van Oldenbarnevelt en de gebroeders Cornelis en Johan de Witt – ze worden ieder 16 keer genoemd. Hun namen worden meestal in één adem genoemd met die van innovatieve natuurwetenschappers als Anthonie van Leeuwenhoek en Christiaan Huygens (23 keer genoemd), en zijn vader, de diplomaat, componist en dichter Constantijn Huygens (5 keer). 

Daarentegen mag een aantal anderen onmiddellijk uit de Canon verdwijnen. Verreweg het meest genoemd is Annie M.G. Schmidt (39 keer). Niet dat ze de lezers wat misdaan heeft: ze is ‘best een aardige mevrouw’ en ook wel ‘een markante persoon’, die het ‘leuk deed op televisie’, en daarnaast een ‘gewaardeerd schrijfster met een hoog gehalte aan ‘schattigheid’… maar daarachteraan kwam dan steevast de verzuchting: ‘Zijn er geen auteurs te vinden die meer impact hadden?’ 
           
Een ander Canonvenster dat onmiddellijk gesloten mag worden, is dat van Eise Eisinga (15 keer genoemd). Voor deze amateurastronoom uit Franeker die zijn eigen planetarium bouwde – het oudste nog in werking zijnde ter wereld – gaat kennelijk het gezegde ‘Onbekend maakt onbemind’ op, want 23 lezers hebben ook nog eens nooit van hem gehoord. 

Enige verbazing op de lijst van te sluiten vensters wekt wellicht de naam van Anne Frank (9 keer genoemd). Wat heeft zij misdaan dat lezers haar niet Canonwaardig achten? ‘Anne Frank heeft te kort geleefd om iets toe te voegen aan de Nederlandse geschiedenis,’ zegt een van de lezers. Een aantal lezers is van mening dat zij thuishoort onder het venster van de Tweede Wereldoorlog (4 keer). 

Een venster dat ook dicht mag, is dat van de buitenhuizen (15 keer genoemd): ‘Hoezo, rijk wonen buiten de stad? Dan kan de haven van Rotterdam er ook wel in, niet dan?’ verzucht een (Rotterdamse?) lezer. Ook zijn er 13 lezers voor wie de aparte aandacht voor Srebrenica niet hoeft. ‘Het mag dan een zwarte bladzijde zijn in de jongste geschiedenis, maar is de relevantie op de lange termijn daarvan al bewezen?!’

Wereldcanon
Volgens 57 procent van de invullers van de enquête is de vorming van een canon van de wereldgeschiedenis zeker de moeite waard, maar daar plaatsen de lezers wel de nodige kanttekeningen bij: ‘Wat doe je dan met de Europese geschiedenis?’ (17 keer), en: ‘We moeten oppassen voor het teveel aan Europacentristische geschiedschrijving’ (6 keer). Ook klinkt de relativering ‘eerst maar eens de Nederlandse Canon laten uitkristalliseren’ (4 keer). Andere opmerkingen: ‘Er is niets op tegen, maar het is geen absolute noodzaak’, en: ‘Een elektronische Wikipedia-achtige variant zou ik zeer toejuichen.’ En tot slot wordt een mondiale canon betiteld als ‘een mooi streven’, want ‘Nederland is helaas niet het belangrijkste land op de wereld’. 

Op de vraag of de Canon een geschikt middel is om bij de inburgering te gebruiken, antwoordt 66 procent positief, meestal zonder daarbij in detail te treden. De 34 procent die tegen is, beargumenteert die kritiek vaak wel uitgebreid: ‘Wat kan mij die geschiedenis van Nederland nu schelen als ik gevlucht ben omdat mijn leven niet meer veilig was?’ zegt een boze lezer. Een ander vraagt zich af: ‘Hoe kan bekendheid met de hunebedden een Somaliër helpen om de overgang te maken van zijn herdersbestaan naar de kapitalistische markteconomie?’ En een derde verzucht: ‘Je moet iets leren over de geschiedenis van het land waar je gaat wonen, maar toch niet zoiets potsierlijks als de Canon.’

Soestdijk
Over de door Balkenende geroemde VOC-mentaliteit is al veel gezegd en geschreven. De lezers van Historisch Nieuwsblad zijn het in meerderheid (56 procent) niet eens met de demissionair premier: ‘We zijn toch niet trots op de slavenhandel?!’ Wel zijn veel lezers trots op de ondernemingszin van de VOC, maar niet op de uitwassen. 

En dat Nationaal Historisch Museum, moet dat er komen? Volgens een ruime meerderheid (67 procent van de respondenten) wel, maar waar precies, daarover zijn de meningen sterk verdeeld. Het meest genoemd worden Utrecht (35 keer) en Amsterdam (29 keer) , want ‘bekende steden, en met het openbaar vervoer goed bereikbaar’. Opvallend is dat Den Haag, de plaats die in de discussie steeds wordt genoemd, bij slechts 6 lezers de voorkeur krijgt – even vaak als paleis Soestdijk: ‘Wellicht een aardige suggestie, want leegstaand en aan renovatie toe.’

Tot slot nog een bijzonder resultaat. Alhoewel slechts 17 procent van de respondenten aangeeft in het onderwijs werkzaam te zijn, vindt maar liefst 71 procent van de deelnemers dat geschiedenis een verplicht onderdeel moet zijn van het eindexamen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.