Politici en economen zijn het er niet over eens of de Europese Unie Griekenland zijn schulden deels moet kwijtschelden om het land in de eurozone te houden. Maar de Grieken zijn de bezuinigingen zat. Ze kozen onlangs Alexis Tsipras als hun nieuwe premier, omdat hij hun een betere ‘deal’ heeft beloofd en de bestaande saneringsafspraken met de geldschieters wil openbreken.
Hanco Jürgens, verbonden aan het Duitsland Instituut, ziet parallellen tussen het Griekenland van nu en het Duitsland van na de Eerste Wereldoorlog. ‘Er zijn natuurlijk grote verschillen, maar als je een les wil trekken uit het verleden, dan leert de Duitse historie dat buitenlandpolitiek veel meer invloed uitoefent op de binnenlandse politieke verhoudingen in een land dan wij denken.
Dat een democratie kwetsbaar is voor druk van buitenaf, werd duidelijk in de Republiek van Weimar. Bij het Verdrag van Versailles, dat in 1919 werd gesloten om de vrede te regelen, werd Duitsland door de geallieerden als belangrijkste schuldige aangewezen. Het land werd onder meer veroordeeld tot torenhoge herstelbetalingen van de oorlogsschade in andere Europese landen.
Veel Duitsers vonden het eisenpakket onrechtvaardig. Ze beschouwden het als een vernederende knieval dat de Duitse regering het Verdrag van Versailles wilde nakomen via de zogenoemde Erfüllungspolitik (nalevingspolitiek). De strategie hierbij was om zo veel mogelijk te voldoen aan de eisen van Frankrijk en Groot-Brittannië, om uiteindelijk de onhoudbaarheid ervan aan te tonen. Uit woede over deze politiek pleegde de rechts-extremistische Organisation Consul een aantal moorden. In 1921 vermoordde ze minister van Financiën Matthias Erzberger en een jaar later minister van Buitenlandse Zaken Walther Rathenau.
Om de binnenlandse spanningen te verminderen, besloot Duitsland in 1922 de herstelbetalingen eenzijdig te beëindigen. Met als gevolg dat de internationale spanningen hoog opliepen. Als represaille voor het uitblijven van de Duitse betalingen bezette Frankrijk het Ruhrgebied.
‘Boze Grieken verwijzen naar naziverleden’
De Amerikanen schoten te hulp. Ze leenden de Duitsers geld om hun oorlogsschulden af te betalen, omdat ze Duitsland beschouwden als een belangrijk machtsblok tegen het communistische Rusland. Tot de crash van Wall Street in 1929 bracht dit enige rust. Maar toen ook banken uitstel van betaling vroegen, werd tijdens de Conferentie van Lausanne in 1931 een punt gezet achter de herstelbetalingen. Dit verdrag kwam eigenlijk te laat, want het voorkwam niet dat de nationaal-socialistische Adolf Hitler de gevoelens van onvrede in Duitsland kon kanaliseren en aan de macht kwam.
Na de Tweede Wereldoorlog werd met Duitsland in 1953 een overeenkomst gesloten over schadebetalingen, waarbij de nog uitstaande vooroorlogse schulden waren inbegrepen. In 1988 waren de aflossingen aan de Verenigde Staten grotendeels voldaan. In het verdrag dat werd gesloten bij de hereniging van de twee Duitslanden, in 1990, werd niet langer gerept over de herstelbetalingen, waarbij de schulden de facto waren kwijtgescholden.
Het tekent de verziekte sfeer dat de Grieken het naziverleden nu weer hebben opgerakeld en zeggen dat de Duitsers hun nog herstelbetalingen van de schade uit de Tweede Wereldoorlog schuldig zijn. Poetin heeft de Griekse premier inmiddels uitgenodigd in Moskou om op 9 mei de Russische overwinning op Hitler te vieren.
Je zou kunnen zeggen dat het momentum om Griekenland te hulp te schieten eigenlijk gepasseerd is. Vorig jaar waren de Grieken nog bereid aan de Europese eisen te voldoen. Het was toen misschien verstandig geweest een nieuwe betalingsregeling te treffen. Nu moeten de noordelijke landen onderhandelen met een land dat helemaal niet meer wil meewerken.’