Home Dossiers Invloedrijke vrouwen Els Kloek: ‘Voor een megaproject als het Vrouwenlexicon moet je een beetje getikt zijn’

Els Kloek: ‘Voor een megaproject als het Vrouwenlexicon moet je een beetje getikt zijn’

  • Gepubliceerd op: 6 januari 2023
  • Laatste update 07 feb 2023
  • Auteur:
    Teun Willemse
  • 6 minuten leestijd
Els Kloek: ‘Voor een megaproject als het Vrouwenlexicon moet je een beetje getikt zijn’
Cover van
Dossier Invloedrijke vrouwen Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Na twintig jaar stopt historica Els Kloek met het Digitaal Vrouwenlexicon, een online collectie biografieën van opmerkelijke vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis. Met het naslagwerk wilde ze vrouwen integreren in ons historisch besef. ‘Ik heb geprobeerd te morrelen aan de wetten van historische roem.’

Hoe kwam u op het idee voor een digitaal vrouwenlexicon?

‘Het project kwam eigenlijk voort uit een mislukking. Ik had namelijk een groots plan: ik wilde een handboek schrijven over de geschiedenis van Nederland waarin vrouwen op de voorgrond stonden. Aan dat handboek heb ik een jaar of vijf gewerkt, maar toen was ik pas halverwege de zestiende eeuw. Ik besloot het project stop te zetten, maar had inmiddels wel allerlei namen verzameld van vrouwen die een plaats zouden krijgen in het boek. Dat bracht me op het idee om een biografisch woordenboek van vrouwen te maken.’

Els Kloek.
Els Kloek (foto: Monique Kooijmans)

Wat was het doel van dat project?

‘Het ging mij vooral om het integreren van vrouwen in ons algemene beeld van de geschiedenis. Dat is de paradox van mijn loopbaan, want met dit naslagwerk ben ik uiteindelijk degene geweest die vrouwen apart heeft gezet. Mensen met historische belangstelling denken al snel dat vrouwen er in het verleden niet toe deden omdat ze weinig macht of statuur hadden. Dat wilde ik doorbreken.’

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Is het lexicon daarin succesvol geweest?

‘Dat moeten anderen beoordelen, maar ik denk wel dat het project heeft aangetoond dat vrouwen overal in de geschiedenis te vinden zijn. Het was voor onze redactie gemakkelijk om namen van vrouwen te vinden die een biografie in het naslagwerk verdienden. De collectie bevat nu meer dan 2000 biografieën en er staan nog 972 vrouwen op de groslijst.’

Waarom stopt het project dan al?

‘Een van de redenen is dat er een tsunami van kandidaten uit onze eigen tijd op me afkwam. Om een voorbeeld te geven: afgelopen week overleed de popzangeres Margriet Eshuijs. Dat is typisch iemand die ik een plaats in het lexicon zou willen geven. Ik hikte al een paar jaar tegen stoppen aan en wilde een opvolger vinden, maar voor zo’n megaproject moet je toch een beetje getikt zijn, zoals ik.’

Kenau Simonsdr. Hasselaer staat in het Vrouwenlexicon.
Het lexicon bevat biografieën over relatief onbekende vrouwen, maar ook beroemde vrouwen als Kenau Simonsdr. Hasselaer.

Hoe werden de verhalen voor het lexicon geselecteerd?

‘Om in aanmerking te komen moest een vrouw een bijzondere prestatie hebben geleverd of een bijzonder verhaal hebben. Daarnaast letten we op periodieke en regionale spreiding. Als we dat niet actief in de gaten hielden, leek het alsof alle vrouwen uit Amsterdam en Den Haag kwamen. Uit provincies als Limburg en Drenthe zijn veel minder verhalen overgeleverd.

Eigenlijk was onze redactie erg gastvrij; vrouwen hoefden niet per se aantoonbare historische betekenis te hebben. Het project had gek genoeg geen focus, want vrouwen vind je overal. Wat dat betreft heb ik geprobeerd te morrelen aan de wetten van historische betekenis. Het was echt een democratiseringsproject.

Ons redactieformat voor de biografieën was overigens wel streng: we wilden vrouwen niet tot slachtoffer maken. Als ieder lemmaatje er melding van zou maken dat vrouwen geen toegang hadden tot onderwijs of andere voorzieningen, zou dat erg vervelend worden. Aan de andere kant lag heroïsering op de loer; een gevaar bij alle emancipatiebewegingen. Natuurlijk is het fantastisch om krachtige vrouwen ten tonele te voeren, maar soms schiet dat zijn doel voorbij. Daarom hielden we vast aan een encyclopedische stijl: de feiten moesten voor zich spreken. En het gekke is: dat werkte voor mij enorm bevrijdend. In het lexicon hebben we trouwens ook “slechte” vrouwen opgenomen: NSB-vrouwen bijvoorbeeld.’

“Ik ben een tijdlang de schrik van historisch Nederland geweest”

Zocht de redactie de verhalen over vrouwen zelf op?

‘Ja, veel wel. Ik ben een tijdlang de schrik van historisch Nederland geweest. Als iemand alles over Hugo de Groot wist, vroeg ik die persoon om een lemma te schrijven over de vrouw van Hugo de Groot. Maar veel suggesties kwamen ook van buiten. Dat is het leuke aan het biografisch genre: als je je eenmaal verdiept in een persoon, blijken er altijd interessante verhalen te vertellen.’

Heeft u een favoriet verhaal?

‘Ik voel me een soort moeder van alle vrouwen in het lexicon, maar ik heb zeker een paar favorieten. In 1870 verscheen er bijvoorbeeld een strijdlustig pamflet van ene Geesje Feddes, die pleitte voor vrouwenkiesrecht. Ik ben me gaan verdiepen in deze notarisvrouw uit Leeuwarden. Ze had twaalf kinderen en was niet aangesloten bij een organisatie voor vrouwenkiesrecht, maar kreeg het toch voor elkaar om in haar eentje zo’n pamflet te publiceren. Dat vind ik prachtig.’

Wordt het lexicon vooral door onderzoekers gebruikt?

‘Historici maken dankbaar gebruik van de feitelijke teksten, maar het project is ook geland bij het brede publiek. Dat heeft me enorm verbaasd. In 2013 bracht ik een deel van de biografieën uit in boekvorm, en dat kreeg veel belangstelling. Mensen lieten me weten dat ze 1001 Vrouwen op de keukentafel hadden liggen en iedere dag een lemmaatje lazen. Toen het subsidiegeld op was, heb ik het project voor een groot deel met crowdfunding kunnen financieren. Lezers konden een vrouw als het ware “adopteren”. Zo waren er veel fans betrokken bij het lexicon.’

“Ik voel me een soort moeder van alle vrouwen in het lexicon”

Hoe staat vrouwengeschiedenis er nu voor?

‘Dat is moeilijk te zeggen, want het is een ingewikkeld specialisme. Maar het is een wereld van verschil met twintig jaar geleden. Er is nu veel meer belangstelling voor vrouwen, vooral voor het biografisch genre. Het leeft enorm en er is ongelofelijk veel output, dat is niet te vergelijken met mijn studietijd. Toen kwamen vrouwen in de colleges en handboeken nog niet voor. Samen met andere studenten probeerde ik destijds te regelen dat er een docent voor vrouwengeschiedenis kwam, waarna een hoogleraar de grap maakte: “Straks willen ze ook nog olifantengeschiedenis.” Met zo’n opmerking zou je tegenwoordig in de problemen komen.

Toch denk ik dat de integratie van vrouwen in ons algemene geschiedenisbeeld nog niet gelukt is, daar moeten we harder aan trekken. Mijn advies aan jonge vrouwenhistorici is: richt je niet alleen op gender, maar specialiseer je in een tijdvak of thema. Zorg dat je een onderwerp bij de kop pakt en integreer daarin je onderzoeksvragen naar vrouwen.’