Home Dossiers Adolf Hitler Joseph Goebbels: het gezicht van het Derde Rijk

Joseph Goebbels: het gezicht van het Derde Rijk

  • Gepubliceerd op: 21 augustus 2006
  • Laatste update 21 mrt 2023
  • Auteur:
    Willem Melching
  • 17 minuten leestijd
Joseph Goebbels: het gezicht van het Derde Rijk
Hitler en de Tweede Wereldoorlog
Dossier Adolf Hitler Bekijk dossier

Met zijn aandacht voor moderne media en de verpakking van zijn propaganda in gezellig amusement wist hij het vertrouwen van het Duitse volk te winnen. Tijdens de oorlog wist hij het aan te zetten tot groot enthousiasme en patriottisme. Propagandaminister Joseph Goebbels mocht vrijwel nooit meebeslissen in belangrijke zaken, maar werd zo wel het gezicht van het Derde Rijk.

 De duivelse combinatie van keiharde terreur en propaganda was de pijler onder Hitlers nazirijk, schrijven veel historici. Auteurs als Joachim Fest leggen daarmee de verantwoordelijkheid voor het Derde Rijk primair bij de nazi-elite. In deze visie waren de Duitsers misleide en onderdrukte slachtoffers, want wie kon zich verzetten tegen de overmacht van figuren als SS-leider Heinrich Himmler en propagandaminister Joseph Goebbels? 

Meer lezen over Joseph Goebbels, Adolf Hitler en andere nazikopstukken? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Het is een verleidelijke versie van de Duitse geschiedenis, maar niet geheel juist. Het Derde Rijk was stabiel en populair omdat het succesvol was. Het bracht orde, welvaart, werkgelegenheid en enige tijd zelfs overwinningen in de oorlog. Zolang Goebbels niet hoefde te liegen, was zijn propaganda succesvol. Pas op het moment dat werkelijkheid en publiciteit uit elkaar begonnen te lopen, verloor hij zijn geloofwaardigheid. Te laat besefte het Duitse volk toen dat het zijn ziel aan de duivel had verkocht.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

“‘Zodra de mensen beseffen dat ze naar propaganda kijken, heeft die geen effect meer'”

De propaganda van het Derde Rijk wordt vaak gelijkgesteld met de zwart-witbeelden van redevoeringen door een hysterische Hitler en zwaar aangezette ideologische films als Triumph des Willens van Leni Riefenstahl. Dit waren echter juist de uitzonderingen. Joseph Goebbels wist vele registers te bespelen, maar hij was ervan overtuigd dat op de lange termijn alleen subtiele propaganda succes kon hebben. Of zoals hij het zelf formuleerde: ‘Zodra de mensen beseffen dat ze naar propaganda kijken, heeft die geen effect meer.’ Natuurlijk waren er in het Derde Rijk ook uitgesproken, harde campagnes, maar die hadden nauwelijks resultaat. Het gevaar zat in het sluipende gif van propaganda die niet als zodanig herkenbaar was: de vrolijke films, de economische succesverhalen en de berichten over luxe vakanties op kosten van het Reich.

Tot het bittere einde manipuleerde Goebbels als een spindoctor avant la lettre de pers in binnen- én buitenland. Hij zorgde ervoor dat beleid en berichtgeving elkaar aanvulden. Hij analyseerde berichtgeving in de internationale pers tot in de kleinste details en probeerde de beeldvorming van het Derde Rijk in het buitenland te sturen. Goebbels creëerde het beeld van een vriendelijk, hardwerkend land waar iedereen als één man achter het regime stond. Daarvoor hoefde hij de waarheid nauwelijks geweld aan te doen.  

Betweter

Paul Joseph Goebbels, door zijn moeder liefkozend Jüppchen genoemd, werd geboren in 1897 in een vroom katholiek gezin in het stadje Rheydt, niet ver van de Nederlandse grens. Zijn vader Friedrich was kantoorbediende bij een fabriek en wist door keihard werken op te klimmen tot boekhouder en zelfs procuratiehouder.

Op driejarige leeftijd kreeg Joseph een ontsteking aan zijn rechtervoet. Ondanks operaties bleef hij de rest van zijn leven kreupel, en het lievelingetje van zijn moeder. Op school was ‘Jüppchen’ een buitenbeentje. Hij was religieus, las veel en was een enorme betweter. Hard studeren was het antwoord op zijn handicap. Door de beste van de klas te worden, hoopte hij respect af te dwingen bij zijn klasgenootjes. Dat werkte maar gedeeltelijk vanwege zijn vaak arrogante en excentrieke gedrag. Zijn ouders waren echter apetrots op hun knappe en ijverige zoon en hoopten dat hij priester zou worden. Priester werd Joseph niet, maar hij wist wel een studiebeurs los te praten bij een rooms-katholieke instelling.

“Goebbels koketteerde met zijn doctorstitel en parafeerde met ‘Dr. G.'”

In 1914 meldde hij zich bij het leger, maar werd – natuurlijk – afgekeurd. Hij deed wel allerlei vrijwilligerswerk en schreef verhitte nationalistische teksten; het echte slagveld bleef echter buiten zijn bereik. Na zijn eindexamen in 1917 studeerde Joseph germanistiek en geschiedenis. Hij was gegrepen door literatuur en genoot met volle teugen van het studentenleven. Zoals gebruikelijk in die tijd veranderde hij vaak van studieplek; hij stond onder meer ingeschreven in Bonn en Freiburg. In 1921 promoveerde hij op een literair onderwerp. Hij koketteerde met zijn doctorstitel en parafeerde met ‘Dr. G.’.

Al in zijn middelbareschooltijd had Goebbels een sterke hang naar pathetiek en dramatiek. Hij was voortdurend op zoek naar een kompas voor zijn sterke emoties. Aanvankelijk was hij diep religieus, vanaf 1914 kwam daar het sterke nationalisme van die dagen bij. Dat Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloor, kwam dan ook hard aan. Net als talloze andere goed opgeleide maar werkloze generatiegenoten kwam Goebbels terecht in een ideologisch vacuüm en radicaliseerde snel. Ook maatschappelijk zat het hem niet mee: hij was werkloos en een baantje bij een bank eindigde in ontslag.

In een wanhopige poging naam te maken als schrijver werkte hij in de zomer van 1923 onvermoeibaar aan zijn grote roman Michael Voormann. Ein Menschenschicksal in Tagebuchblätter. Voor dit werk koos Goebbels zijn favoriete vorm: het dagboek. Hij schreef over het tragische leven van een oorlogsveteraan op zoek naar verlossing voor zichzelf en voor Duitsland. Er was geen enkele uitgever die het wilde publiceren; het verscheen pas in 1929. De recensies waren vernietigend. Volgens Goebbels was dit uiteraard te wijten aan een Joods complot.  

50.000 grammofoonplaatjes

In augustus 1924 werd Goebbels gegrepen door het nationaalsocialisme. Hij werd aangetrokken door de combinatie van nationalisme en antikapitalisme. Alleen de nazi’s konden de vernietiging van Duitsland door kapitalisten en bolsjewisten, ofwel het ‘internationale Judentum’, voorkomen. En de radicaliteit van de nazi’s sloot goed aan bij Goebbels’ apocalyptische wereldbeeld vol strijd en opoffering.

Aanvankelijk had hij niet zo’n hoge dunk van de ideologische standpunten van Hitler. Hij positioneerde zich liever in het gezelschap van ‘linkse nazi’s’ als de gebroeders Strasser, die een hard antikapitalisme predikten en voorstander waren van rigoureuze nationalisaties. Hitler en zijn entourage probeerden juist het vertrouwen van de grote ondernemers te winnen. Daarom kwam het geregeld tot zware conflicten – in de Nacht van de Lange Messen, 30 juni 1934, maakte Hitler een definitief einde aan deze interne oppositie. 

Goebbels was wel geïntrigeerd door Hitlers persoonlijkheid. In oktober 1925 las hij Mein Kampf en noteerde in zijn dagboek: ‘Wer ist dieser Mann? Halb Plebejer, halb Gott. Tatsächlich der Christus, oder nur der Johannes?’ Hitler gaf de eenzame Goebbels het gevoel dat hij eindelijk een échte vriend had gevonden. In februari 1926 nam hij afstand van de gebroeders Strasser en beloofde Hitler onvoorwaardelijke trouw. Die stuurde hem in oktober 1926 naar Berlijn en Goebbels verbrak zijn relatie met de half-Joodse Else Janke. Niets kon nu nog een carrière als Gauleiter, hoofd van de NSDAP-afdeling Berlijn, in de weg staan.

“Hitler gaf de eenzame Goebbels het gevoel dat hij eindelijk een échte vriend had gevonden”

In Berlijn stond Goebbels voor een hopeloze taak. De miljoenenstad was een rood bolwerk en de nazi’s slaagden er nooit in om in de Reichshauptstadt een grote aanhang te verwerven. Zelfs bij de succesvolle verkiezingen van 1932 kwam de NSDAP in Berlijn niet verder dan 26 procent, in arbeiderswijken nog aanzienlijk minder. Maar dat betekende ook dat Goebbels niets te verliezen had. En hij had goed begrepen waar het in de moderne politiek omdraaide: publiciteit.

In 1928 behaalde de NSDAP een schamel resultaat bij de Rijksdagverkiezingen, maar Goebbels werd een van de twaalf leden van de fractie. Ook in de Rijksdag wist hij door keiharde – vaak antisemitische – retoriek aandacht te trekken en publiciteit te genereren. Trefzeker leidde Goebbels de succesvolle verkiezingscampagnes van 1930 en 1932. Hij maakte gebruik van de modernste technieken, zoals de verspreiding van 50.000 grammofoonplaatjes en een opzienbarende verkiezingstournee van Hitler per vliegtuig.

Door zijn huwelijk met Magda in december 1931 kreeg Goebbels definitief toegang tot de hogere kringen en de inner circle van de partij. Magda was een intrigerende vrouw. Na een mislukt huwelijk met de schatrijke industrieel Günther Quandt vestigde ze zich in Berlijn, waar ze actief was in de NSDAP-vrouwenorganisatie. Ze voelde zich aangetrokken tot het nazisme; wellicht had ze een oogje op Hitler? Als klassieke arische schoonheid viel ze zeer bij hem in de smaak. Maar de Führer was al getrouwd met Duitsland en liet Magda over aan zijn propagandachef. Hij was getuige bij het huwelijk van Joseph met zijn zwangere Magda in december 1931.

Bij gebrek aan een mevrouw Hitler wierp Magda zich op als de first lady van het Derde Rijk. Het huwelijk was echter niet zo best. Goebbels had talloze relaties met de vele sterren en sterretjes van het witte doek. Magda kon het niet meer aan, raakte aan de drank en bracht veel tijd door in privéklinieken. Goebbels’ relatie met actrice Lida Baarova dreigde zelfs uit te lopen op een scheiding. Hitler persoonlijk moest een einde maken aan de schandalen. 

Feuerrede

In het eerste kabinet-Hitler van 31 januari 1933 kreeg Goebbels nog geen ministerspost. Maar op 13 maart 1933 voelde Hitler zich sterk genoeg om hem – tegen de zin van zijn coalitiepartners – te benoemen tot Minister für Volksaufklärung und Propaganda. Goebbels betrok een prachtig stadspaleisje aan de Wilhelmplatz, direct tegenover de Reichskanzlei van Hitler, in het centrum van de macht. Een van zijn eerste ambtsdaden was een bezoek aan zijn geboorteplaats. Hij maakte een rijtoer door de stad, uiteraard met zijn trotse moeder naast hem. Eindelijk nam hij wraak voor zijn jeugd als bespotte outsider.

Aanvankelijk was volkomen onduidelijk wat zijn ministerie moest gaan doen. De meeste overheidsorganen hadden hun eigen voorlichtings- en propaganda-afdelingen. Bovendien hadden figuren als SS‑Reichsführer Himmler en partij-ideoloog Rosenberg ook een oogje op zijn ministerie. Maar Goebbels liet zich niet uit het veld slaan. Met steun van minister en oorlogsheld Hermann Goering wist hij binnen enkele maanden de concurrentie te verslaan. Al bij de boekverbranding op 10 mei hield uitgerekend literatuurliefhebber Goebbels de zogenoemde Feuerrede.

Radio, kranten en film kwamen onder zijn controle. Alle grote evenementen en de talloze politieke feesten werden vanuit zijn ministerie gecontroleerd en geregisseerd. Om zeker te zijn dat elk gezin de propaganda kon volgen, kwam de zogeheten Volksempfänger, een goedkope radio, op de markt. Ook stimuleerde Goebbels de experimenten met televisie. Dit medium zou de propaganda pas écht in het hart van elk gezin gaan brengen.

“Direct na zijn aantreden riep Goebbels de elite van de Duitse filmindustrie bij zich op het ministerie”

Als moderne politici beseften Goebbels en Hitler dat beeld veel belangrijker was dan het woord. Direct na zijn aantreden riep Goebbels de elite van de Duitse filmindustrie bij zich op het ministerie. In niet mis te verstane bewoordingen schilderde hij de toekomst: geen Joden voor of achter de schermen en kwalitatief goede films in de geest van het nationaalsocialisme. Omdat de staat al snel de voornaamste financier en exploitant van de filmindustrie was geworden, had Goebbels volledige controle over het medium.

Geen enkele film ging in première zonder de persoonlijke goedkeuring van Dr. G. Dagelijks bekeek hij films, op zijn ministerie of thuis, vaak in het gezelschap van medefilmliefhebber Adolf Hitler. In zijn dagboek hield hij nauwgezet bij wat hij van elke film vond en wat er niet aan deugde. Films moesten vooral ongemerkt de nationaalsocialistische normen en waarden overbrengen. Daarom waren de honderden Unterhaltungsfilme belangrijker dan het handjevol expliciet politieke rolprenten. Goebbels was met zijn pleidooi voor subtiele propaganda, verpakt in gezellig amusement, zijn tijd ver vooruit.

Films waar Goebbels echt tevreden over was, hadden een happy end, lieten de politiek links liggen en werden gespeeld door publiekslievelingen als Gustav Gründgens, Werner Krauß, Emil Jannings, de Zweedse schone Zarah Leander en de Nederlander Johan Heesters. Titels als Wunschkonzert, Die große Liebe en Die Feuerzangenbowle laten het hart van onze oosterburen nog steeds sneller kloppen – wie geluk heeft kan ze op een regenachtige zondagmiddag nog wel eens op de Duitse televisie bewonderen.

De propaganda zat in de plot en de moraal van het verhaal. De vrouwelijke hoofdrolspeelster kent haar plaats: ze is deugdzaam en mikt op een goed huwelijk. Vrouwen die hun passies volgen, komen slecht aan hun einde. De mannelijke hoofdrollen zijn bestemd voor echte mannen: ze offeren zich op voor vaderland en gezin. In de aankleding van de film worden nazisymbolen angstvallig vermeden. Aan het einde wacht het huwelijk en de helden raken alleen maar gewond in hun schouder, ze sneuvelen zelden.

Horst Wessel

Over de vraag wanneer en waarom Goebbels antisemiet is geworden, lopen de meningen uiteen. Volgens sommigen verweet hij de Joden dat ze hem geen eerlijke kans wilden geven als schrijver en journalist. Deze verklaring is wel erg kort door de bocht. Zo was Goebbels een bewonderaar van zijn Joodse promotor, was zijn vriendin Else Janke half-Joods en keek hij neer op fanatieke antisemieten.

Waarschijnlijker lijkt mij dat Goebbels dezelfde anti-Joodse vooroordelen koesterde als de meeste van zijn katholieke tijdgenoten, maar dat hij onder invloed van Hitler en de wens er echt ‘bij te horen’ sterk radicaliseerde. Hij gebruikte het antisemitisme om naam te maken binnen de partij. In het partijblad van de NSDAP-afdeling Berlijn voerde hij felle antisemitische campagnes. Na de machtsovername kon Goebbels zijn haatcampagnes omzetten in beleid. Uit Gestapo-rapportages bleek dat de bevolking niet echt geïnteresseerd was in antisemitisme. Desondanks zette Goebbels door.

Goebbels was verantwoordelijk voor de enscenering van het nationaalsocialisme. In landen als de Sovjet-Unie, Italië en Duitsland werd de politiek opnieuw uitgevonden. Discussies met rationele argumenten behoorden tot het verleden. In totalitaire staten kwam het aan op manifestaties, rituelen en mythes. Historici als George Mosse en Emilio Gentile menen zelfs dat presentatie een van de voornaamste pijlers was onder de totalitaire staat. Esthetiek werd ingezet als politiek wapen.

Goebbels was een meester in het organiseren en vormgeven van politieke rituelen. Kern van de nazistische eredienst waren politieke mythes als de verering van de Duitse veteranen uit de Eerste Wereldoorlog, de martelaren van de Hitlerputsch van 9 november 1923 en de saamhorigheid van het Duitse Volk. Als goed katholiek wist Goebbels een aantal andere mythes in het leven te roepen. De feesten en rituelen rond deze mythes vormden de nazistische heiligenkalender. Het politieke feest nam de religieuze kalender over en gaf de bevolking een gevoel van saamhorigheid, harmonie en gelijkheid.

“De 20e april, Hitlers verjaardag, groeide al snel uit tot een nationale feestdag”

Centraal in de eredienst stond natuurlijk Hitler zelf, de door God gezonden verlosser van het Duitse volk. De 20e april, Hitlers verjaardag, groeide al snel uit tot een nationale feestdag. Jaar in jaar uit hield Goebbels op 19 april een grote radiorede; hij hield dit vol tot en met 1945. Van de socialisten nam hij 1 mei over, dat grootschalig werd gevierd. Een religie kan niet zonder martelaren. De zestien slachtoffers van de putsch in 1923 kregen een jaarlijkse herdenking op 9 november en een eigen tempeltje in het centrum van München. In de dodencultus speelde de Eerste Wereldoorlog een prominente rol. Niet voor niets was het Olympisch Stadion in Berlijn voorzien van een herdenkingstempel voor de gevallenen. Tijdens de opening van de Olympische Spelen trok Hitler zich in deze Langemarck-hal terug voor een kort meditatief moment.

Goebbels creëerde zijn eigen Berlijnse martelaar in de persoon van Horst Wessel. Deze 22-jarige domineeszoon kwam in 1930 om na een vuurgevecht met een pooier. Een weinig roemrijk einde, maar Goebbels slaagde erin om toch een held van hem te maken. De pooier was een communist, dus was Horst Wessel gesneuveld in een heftige strijd met communistische terroristen. De SA-man was jong, knap, en hij schreef ook nog liederen. Zijn lied Die Fahne hoch, die Reihen fest geschlossen werd door Goebbels gestileerd tot het inofficiële Duitse volkslied – zelfs op de bruiloft van prins Bernhard en prinses Juliana mocht het niet ontbreken. 

Den Totalen Krieg

Het uitbreken van de oorlog veranderde niets aan het werk van Goebbels; wel kwam het zwaartepunt te liggen op de oorlogsinspanning en het hoog houden van de moraal van het Duitse volk. In zijn berichtgeving naar het buitenland probeerde hij met weinig succes de geallieerde coalitie uit elkaar te drijven. Goebbels zorgde voor uitgekiende propagandacampagnes. In de bioscopen draaiden de immer heroïsche Wochenschau en opgeruimde niemendalletjes. Op de radio schalden de tophits van verzoekprogramma’s voor de jongens van de Wehrmacht.

Zelf schitterde hij ook op het propagandafront. Op 18 februari 1943, direct na de catastrofe van Stalingrad, hield hij zijn fameuze rede met de gevleugelde woorden ‘Wollt ihr den totalen Krieg?’, die rechtstreeks werd uitgezonden. Het zorgvuldig geselecteerde publiek was door het dolle heen. Na de laatste woorden van Goebbels lieten de technici de microfoons openstaan; twintig minuten lang schalden de uitzinnige ovaties nog door de ether.

Vanaf voorjaar 1943 was het zelfs Goebbels duidelijk dat het niet zo goed ging met de oorlog, maar hij behield zijn rotsvaste geloof in de Führer. Hij was ervan overtuigd dat Hitler Duitsland zou redden, desnoods met een Wunderwaffe. Geregeld vergeleek hij de Fuhrer met Frederik de Grote, die Pruisen in de Zevenjarige Oorlog op het nippertje wist te redden van de ondergang. 

In de loop van 1944 nam de oorlog een dramatische wending. Veel hoge nazi’s namen geleidelijk afstand van Hitler. Maar juist omdat de anderen zich ontpopten als ‘verraders’, kon Goebbels zijn trouw aan Hitler steeds beter bewijzen. Vanaf februari 1945 trok Hitler zich terug in de Reichskanzlei en het daaronder liggende bunkercomplex. Voor Goebbels was dit een bijzonder moment. Eindelijk – zo zou men kunnen zeggen – had hij Hitler voor zich alleen. Hij had onbelemmerd toegang tot de leider en sprak hem vrijwel dagelijks.

In een apocalyptische scène beschrijft Goebbels een wandeling met Hitler door het puin van de kanselarij: ‘Wie de innerlijke kracht en sterkte van de Führer ziet, en dan meemaakt hoe hij zich door de puinhopen van de Reichskanzlei beweegt, dat is een zeer aangrijpende ervaring. Ik ben overtuigd, dat de Führer de geschiedenis zal ingaan als de belangrijkste man van onze eeuw.’

“Omdat Goebbels’ dagboeken vrijwel integraal zijn overgeleverd, zijn historici geneigd zijn politieke betekenis te overschatten”

Begin april 1945 begon de Slag om Berlijn. Het Rode Leger deed er ruim drie weken over om van de stadsgrens naar de Reichskanzlei en Reichstag op te trekken en leed enorme verliezen – de Slag om Berlijn was geen huis-aan-huisgevecht, maar een kamer-aan-kamergevecht. Hitler, Goebbels en hun entourage zaten vrijwel de gehele periode onder de grond. Maar zelfs onder deze omstandigheden slaagde Goebbels erin om voor Hitler een verjaardagsfeestje te organiseren en op 19 april zijn traditionele radiotoespraak te houden. Het was zijn laatste grote optreden. De sfeer in de bunker werd al snel hysterisch. Terwijl de Russische granaten steeds dichterbij insloegen, trouwden Hitler en Eva Braun. Goebbels was getuige. Op 30 april pleegden Hitler en Eva zelfmoord. 

Hitler had Magda Goebbels aangeboden om de kinderen Helga, Hilde, Helmut, Hedda, Holde en Heide in veiligheid te laten brengen, maar Magda weigerde dit. Volgens haar was een leven zonder nationaalsocialisme mensonwaardig. Met behulp van een arts vermoordde ze haar kinderen en benam zich op 1 mei samen met haar man het leven. De lijken van Magda en Joseph werden door de Sovjets gevonden, ongeveer op de plek waar nu het Holocaust-monument staat. 

Omdat Goebbels’ dagboeken vrijwel integraal zijn overgeleverd, zijn historici geneigd zijn politieke betekenis te overschatten. Sommigen spreken zelfs over hem als de ’tweede man’ van het Derde Rijk. Dat is te veel eer. Uit de dagboeken blijkt dat hij weliswaar tot de intimi van Hitler behoorde, maar vrijwel nooit mocht meebeslissen in belangrijke zaken. 

Goebbels verkocht het beleid, en daardoor was hij wel het gezicht van het Derde Rijk, zowel bij de bevolking als in het buitenland. Juist met zijn niet al te expliciete propaganda wist hij het vertrouwen van de bevolking te winnen en in het buitenland verwarring te zaaien over de ware bedoeling van nazi-Duitsland. Na het uitbreken van de oorlog wist hij het Duitse volk aan te zetten tot groot enthousiasme en patriottisme. Pas na Stalingrad verloor hij langzaam zijn invloed. De bommenregen op Duitsland maakte zijn propaganda een stuk minder geloofwaardig.

Goebbels was ook verantwoordelijk voor de antisemitische campagnes. Ook deze propaganda miste zijn uitwerking niet, en daarom kan hij wel degelijk beschouwd worden als een van de hoofdverantwoordelijken voor de grootste misdaad van het Derde Rijk: de holocaust.