Nieuwe methodes en technieken leveren een grote bijdrage aan de archeologie. Dr. Lisette Kootker, bio-archeoloog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, vertelt hierover tijdens haar lezing op het Geschiedenis Festival, op 5 oktober in Haarlem. ‘Als ik strontium uit iemands eerste kies haal, dan geeft me dat een indicatie waar diegene is geweest in de eerste drie jaar van zijn leven.’
Wat zijn isotopen?
‘Bij isotopen is het aantal protonen in de kern van het atoom hetzelfde. Chemisch zijn isotopen dus gelijk. Wat verschilt is het aantal neutronen. Dat wil zeggen dat de massa anders is, waardoor ze zich, op het moment dat je ze analyseert, ietsje anders gedragen. Het zijn eigenlijk verschillende vormen van eenzelfde element, die al dan niet in de natuur voorkomen.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Hoe gebruikt u isotopen in uw onderzoek?
‘Voor dit onderzoek gebruiken we vooral het element strontium en dan in het bijzonder de twee isotopen 87Sr en 86Sr. Het element strontium zit in de geologische ondergrond. Door processen van verwering komt dat strontium uit het gesteente in de bodem terecht. Daar groeien planten in en die planten halen vervolgens het strontium uit de grond. De planten worden weer gegeten door de koeien of door ons en op die manier komt dat strontium, dat ooit in het geologische gesteente zat, in je lichaam. Van belang is dat het ook in het tandglazuur terechtkomt, dat mineraliseert in de eerste zestien jaar van je leven, afhankelijk van het te analyseren gebitselement. Als ik strontium uit iemands eerste kies haal, dan geeft me dat een indicatie waar diegene is geweest in de eerste drie jaar van zijn leven.’
De tekst loopt door onder de afbeelding.
Strontiumkaart van Nederland.
Hoe helpt isotopenonderzoek historici en wat zijn de valkuilen?
‘Het helpt historici te bepalen op welke geologische ondergrond iemand heeft geleefd. Daarbij is een belangrijke aanname dat het gros van je voedsel van lokale makelij is. Als iemand op de ene locatie woont en al zijn eten uit andere delen van de wereld komt, krijg je een mix en worden de data veel lastiger te analyseren.’
Hebt u zelf een favoriet onderwerp of tijdperk waarop dit toegepast kan worden?
‘In Nederland was tot de Middeleeuwen crematie de meest gebruikelijke manier van het omgaan met de doden. Dus als iemand overleed, werd hij gecremeerd. Dat gold ook voor de Romeinse tijd. Toch vinden we uit de Romeinse tijd, de IJzertijd en soms zelfs de Bronstijd inhumaties. Dat zijn restanten van begraven mensen, in een land en periode waar crematie de standaard was. Waarom zijn deze mensen op een heel andere manier ter aarde besteld dan de standaard was? Het antwoord hierop zou migratie kunnen zijn. Zijn het mensen die van ver weg komen en hun eigen begrafenisritueel meenemen? Of andersom: komen mensen van ver weg en nemen ze hun eigen cultuur mee, maar worden ze vervolgens toch begraven of gecremeerd conform de nieuwe cultuur waarin ze zijn komen te wonen? Dat vind ik de leukste projecten.’
Bekijk hier het hele programma van het Geschiedenis Festival en bestel tickets.