Home Dossiers Achttiende eeuw ‘Industriële Revolutie begon mogelijk 100 jaar eerder’

‘Industriële Revolutie begon mogelijk 100 jaar eerder’

  • Gepubliceerd op: 17 april 2024
  • Laatste update 18 apr 2024
  • Auteur:
    Lotte Nieboer
  • 3 minuten leestijd
Weefgetouw in Engeland tijdens de Industriële revolutie
Cover van
Dossier Achttiende eeuw Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Onderzoekers van de Universiteit van Cambridge hebben een opmerkelijke ontdekking gedaan: de Industriële Revolutie in Engeland begon niet in de achttiende, maar in de zeventiende eeuw. Al voor de opkomst van stoommachines en fabrieken gingen steeds meer boeren in de industrie aan de slag. 

De onderzoekers keken naar de Britse arbeidsdeelname van de afgelopen 600 jaar. Zo konden ze vaststellen welk percentage van de beroepsbevolking werkzaam was in de landbouw, industrie, en dienstensector. In 1500 werkte maar liefst 70 procent van de beroepsbevolking in de landbouw, maar in 1650 was dit al gedaald naar 55. In dezelfde periode steeg het percentage arbeiders in de industrie van 20 naar 35 procent. Rond 1700 werkten in beide sectoren ongeveer 40 procent van de bevolking. Volgens de onderzoekers betekent dit dat de grootste verschuiving van landbouw naar industrie al vóór 1700 plaatsvond, en niet erna. 

Meer historisch nieuws lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De historici baseren hun bevindingen op meer dan 160 miljoen bronnen: ze verzamelden volkstellingen, documenten van lijkschouwers en archieven van parochies. De resultaten van het project, dat bijna twintig jaar duurde, zijn gebundeld op de website economiespast.org, waar bezoekers door middel van een interactieve kaart door 150 jaar Engelse arbeidsgeschiedenis kunnen scrollen. 

Grafiek economiespast.org
In deze grafiek tonen de onderzoekers het percentage van de beroepsbevolking dat in de landbouw, industrie, dienstensector en mijnbouw werkte.

‘De uitkomsten zijn een mooie bevestiging van wat we al wisten,’ aldus Jan Lucassen, auteur van De Wereld aan het Werk en fellow van het IISG. ‘Deze groep onderzoekers staat erom bekend dat zij solide werk levert.’ Wel maakt hij de kanttekening dat de historici uitgaan van de ‘primaire bezigheid’ van arbeiders, waardoor de overgang van landbouw naar industrie nogal abrupt wordt weergegeven. In werkelijkheid hadden veel arbeiders vroeger meerdere bronnen van inkomsten, en combineerden veel huishoudens het werk op het land met nijverheid. 

De Industriële Revolutie was geen abrupte ommekeer, maar een langdurig proces. Bovendien kwam deze vroege overgang van landbouw naar industrie niet alleen in Engeland voor, vertelt Lucassen. ‘Het gaat om een algemeen verschijnsel: vanaf de late Middeleeuwen zagen huishoudens van kleine boeren uit naar extra verdienmogelijkheden. Die “Nijvere Revolutie” vond plaats in West-Europa, maar ook in delen van Azië, zoals China en Japan.’