Home IJburg: een Titanic onder de nieuwbouwwijken

IJburg: een Titanic onder de nieuwbouwwijken

  • Gepubliceerd op: 12 september 2000
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    mario Sylvester
  • 11 minuten leestijd

In New York verrees aan het eind van de negentiende eeuw Harlem, een wijk bestemd voor de beau monde. In plaats van een elitebuurt werd Harlem een getto. Is zo’n ontwikkeling ook in Nederland mogelijk? Bijvoorbeeld in Amsterdam, waar IJburg wordt gebouwd?


Harlem is, schrijft de Amerikaanse essayist Seymour Krim in 1962, een door blanken omringde beerput, waarvan de stank een belediging is voor de ziel, als een ongeventileerde badkamer. ‘Ik kon niet wennen aan de vuilnis op straat, de pandjeshuizen, vijf per blok, de van ratten vergeven huurkazernes, de duizenden dollars die werden uitgegeven aan televisietoestellen en radio- grammofooncombinaties ten koste van medische hulp en sanitaire voorzieningen, de koortsachtige handel in verdovende middelen, de troepen zuur kijkende hoeren op iedere straathoek, de wilde razernij in de straten, die om vijf uur ’s morgens vol liggen met gebroken bierflessen, en het niet aflatende gejat.’
        Harlem, verrezen op een immens braakliggende woestenij relatief ver van de New Yorkse binnenstad, is totaal anders uitgepakt dan de bedoeling was. De projectontwikkelaars die rond 1870 hun plannen realiseren, mikken op de elite van New York. Ze bouwen vooral koopwoningen voor artsen, advocaten, zakenlieden en hoge ambtenaren. Allemaal blanken; wie een donkere of getinte huidskleur heeft, is niet welkom. Het onroerend goed gaat vlot van de hand. Totdat in 1904 de huizenmarkt instort en de aanleg van de metro, the A-train, vertraging oploopt. Dan zakt de belangstelling onder het nulpunt. Vanaf dat moment worden mondjesmaat huizen verhuurd of verkocht aan rijke kleurlingen. Ze grijpen hun kans omdat ze bijna nergens anders welkom zijn.
        De blanke elite van Harlem ziet het eerst met lede ogen aan. Als er steeds meer Afro- Amerikaanse bewoners komen, begint een reeks protesten. Blanke huizenbezitters dringen er bij de projectontwikkelaars wanhopig op aan om zwarten te weren. Ze proberen huiseigenaren ervan te weerhouden hun bezit aan zwarten te verkopen. Als de ‘zwarte invasie’ niet meer te stuiten lijkt, reageren blanken als door een bijbelse plaag getroffen en pakken ze massaal hun biezen. Luxe appartementen worden vaak met verlies tegen habbekratsprijzen verkocht. Nadat rijke zwarten hun weg naar Harlem hebben gevonden, volgen de zwarte middenstanders en later de werklieden. Het grootste deel van de vrijkomende panden komt in handen van huisjesmelkers. Ruime appartementen worden huurkazernes voor de vele woningzoekenden. Harlem groeit uit tot een gekleurde dorpsgemeenschap binnen de verder overwegend blanke metropool. Wat niet wil zeggen dat Harlem anno 1930 geen redelijk welvarend ‘dorp’ is. De verpaupering zet pas in als tijdens de crisisjaren louche huisbazen en onderwereldfiguren het voor het zeggen krijgen. Pas de laatste jaren tekenen zich weer gunstigere ontwikkelingen af: toeristen durven de wijk weer te bezoeken.

‘A-train’ naar hartje Mokum
Ook Amsterdam kent wijken die er anders zijn gaan uitzien dan oorspronkelijk de bedoeling was: de Jordaan en de Bijlmermeer. Ze maakten een met Harlem vergelijkbare ontwikkeling door. En dan hebben we IJburg: de nieuwe wijk met achttienduizend woningen die de komende jaren in het IJmeer wordt gebouwd. Het kwartier is bestemd voor de goed verdienende Amsterdammers. Gezien de ervaringen in het verleden is de kans niet denkbeeldig dat de geschiedenis zich hier gaat herhalen. Een vergelijking met Harlem ligt voor de hand; ook in IJburg worden merendeels koophuizen voor de chic gebouwd. Ook IJburg wordt in een braakliggend gebied gebouwd. In ongerepte natuur, het IJmeer, worden voor kapitalen zes eilanden aangelegd. Nog een parallel: zowel Harlem als IJburg ligt op relatief grote afstand van het centrum. Tussen IJburg en hartje Mokum, rijdt straks een ‘A-train’: de sneltram, ofwel IJ-tram. Het is de vraag of IJburg een onfeilbare constructie is dan wel een potentiële Titanic onder de nieuwbouwwijken.
        Natuurlijk zijn er ook verschillen tussen Harlem en IJburg. In Amsterdam anno 2000 is het ondenkbaar dat zwarten geweerd zouden worden. Iedereen mag in IJburg wonen. Als het inkomen tenminste hoog genoeg is: zeventig procent van de achttienduizend woningen bestaat uit dure koop- en huurhuizen. De overige dertig procent is bestemd voor de sociale verhuur. Ongeveer de helft daarvan heeft een huurprijs van rond 650 gulden. De rest doet tussen 795 en 960 gulden per maand. Kortom, Jan Modaal is straks in IJburg in de minderheid.
        Nog een verschil: in Harlem werden kerken neergezet en een fraai theater: The Harlem Opera-house. Bij de Amerikanen staan religie en cultuur hoog in het vaandel. De Amsterdamse projectbazen hebben slechts vage plannen voor de bouw van godshuizen, terwijl een theater al helemaal niet op het programma staat. Wel zijn er een casino, een jachthaven en uitgebreide horecavoorzieningen gepland.

Descartes in de Jordaan
De Amsterdamse Jordaan, gebouwd in de zeventiende eeuw, lag net als Harlem en IJburg buiten het toenmalige stadscentrum. De Jordaan was bedoeld voor bedrijven die elders in de stad te veel overlast zouden geven. Ondernemers zoals leerbewerkers, pottenbakkers en wevers vonden er een plek. Meestal woonden ze naast hun bedrijf. Deze Jordanezen vormden een welvarend gezelschap. Terwijl de Franse filosoof René Descartes (1596-1650), vanuit zijn huis aan de Westermarkt het Jordaanvolk bestudeerde, mijmerde hij: ‘Mannen en vrouwen, ook zelfs uit de volksklasse, vertonen zich op straat met gouden ringen aan de vingers en in de oren.’ Aan het einde van de Gouden Eeuw ging het mis. De Nederlandse economie liep terug, ondernemers gingen failliet en op geld beluste huisbazen kregen de buurt in hun greep. Voormalige tuinen en bedrijfsterreinen werden in rap tempo bebouwd.
        En in de negentiende eeuw, toen het platteland leed onder een economische crisis, trokken veel boerenknechten naar de Jordaan, waar op elk spatje overgeschoten grond wel een bouwval was neergeplempt. Van een welvarende wijk was de Jordaan veranderd in een stadsjungle. Inmiddels ligt de verpaupering van de Jordaan ver van ons af: de wijk is tegenwoordig een van de meest gewilde Amsterdamse buurten.
        Verser in het geheugen ligt de neerwaartse spiraal waarin de Bijlmermeer terechtkwam. De Bijlmer was bestemd voor mensen uit Amsterdamse stadsvernieuwingswijken. Het bouwplan werd in de jaren zestig van alle kanten lof toegezwaaid. Destijds was de wijk onder woningzoekenden net zo populair als Harlem een kleine eeuw eerder. In 1968 gingen de eerste Amsterdammers er opgetogen naar toe. Al snel merkten ze dat de ‘tuinstad’ er op papier veel mooier uitzag dan in werkelijkheid. Een gebrek aan winkels en slechte verbindingen kenmerkten het gebied.
        Kinderziektes? Twaalf procent van de Bijlmer-pioniers had er een hard hoofd in en hield het binnen twaalf maanden voor gezien. Vervolgens liep het aantal verhuizers op tot een gemiddelde van dertig procent per jaar.
        Rijksgenoten en buitenlanders namen hun plaats in. In Harlem trokken blanken massaal weg toen er Afro-Amerikanen kwamen wonen; in de Bijlmer vertrokken veel witte Nederlanders naarmate er meer migranten kwamen wonen. De vrijgekomen huizen werden gehuurd door nieuwe landverhuizers, een proces dat zich decennialang voortzette. In de jaren negentig was de helft van de Bijlmer-bevolking allochtoon. Struikelde Seymour Krim in Harlem over ‘de vuilnis op straat, de koortsachtige handel in verdovende middelen, en het niet aflatende gejat’, de bewonerswerkgroep van de Grubbehoeve klaagt dat de berghokken niet langer het bezit lijken van de bewoners. ‘Ze worden opengebroken, leeggehaald, vernield, gebruikt door dealers en junks.’

Vinexwijken geen succes
De overeenkomsten tussen Harlem, de Jordaan en de Bijlmermeer bewijzen nog niet dat IJburg iets vergelijkbaars te wachten staat. Wat zijn de toekomstverwachtingen voor de IJ-archipel? IJburg is een product van de Vierde nota ruimtelijke ordening extra (Vinex). Hierin staat dat er tussen 1995 en 2010 rond de grote steden nieuwe woonwijken moeten worden gebouwd. De Vinex-wijken zijn geen succes. Vinex is een verzamelnaam voor eentonige nieuwbouw met veel beton. IJburg lijkt een gunstige uitzondering. In het eilandenrijk verrijzen diverse woningtypen. IJburgers lijken straks de ruimte te hebben. Het gemeentelijk tijdschrift Plan Amsterdam: ‘De weidsheid van het IJmeer blijft op heel IJburg zichtbaar of voelbaar.’
        De weidsheid lijkt een suikerlaagje om een bittere pil. Plan Amsterdam vervolgt: ‘Mede daarom kunnen de eilanden worden bebouwd in relatief hoge dichtheden (veel woningen per hectare) zonder dat het gevoel ontstaat dat de woningen te dicht op elkaar staan.’ Wat die hoge dichtheden precies inhouden, vermeldt het rapport Stedenbouw in Amsterdam: ‘Op IJburg komt een gemiddelde dichtheid van zestig woningen per hectare. Dat is twee keer zoveel als op de meeste Vinex-locaties.’
        Net als in Harlem, de Jordaan en de Bijlmer wonen de mensen op het eilandenrijk straks opeengepakt. Zal de Amsterdamse beau monde zich hier thuis voelen? Ja, zeggen de medewerkers van Projectbureau IJburg zonder met hun ogen te knipperen. Er hebben zich al meer dan 25-duizend belangstellenden gemeld voordat er ook nog maar een paal is geslagen. En nog steeds stromen de aanmeldingen binnen.
        Het Amsterdamse gemeentebestuur maakt zich geen zorgen. De gemeentelijke promotiecampagne voor het nieuwe stadsdeel: ‘IJburg is het antwoord voor mensen die anders Amsterdam zouden moeten verlaten omdat ze geen geschikte woningen kunnen vinden. Miljoenen guldens koopkracht kunnen nu voor de stad worden behouden.’
        Oppervlakkig bezien is het optimisme van het projectbureau en het gemeentebestuur begrijpelijk. Ruim de helft van de Amsterdammers wil binnen afzienbare tijd verkassen, blijkt uit een onderzoek van de Stedelijke Woningdienst. Veertien procent van de potentiële verhuizers – meest mensen met hoge inkomens – wil weg uit Amsterdam, meldt het rapport. De meesten willen in Amsterdam wonen, en wel in een koophuis. Dat lijkt in het voordeel van IJburg, maar de werkelijkheid lijkt een stuk somberder.

IJburg te duur
De tuinsteden en de uitbreidingswijken zijn niet echt populair; het centrum en de vooroorlogse wijken zijn dat wel. Publiek dat liever dicht bij het centrum woont, wordt op zijn wenken bediend. Tussen 2005 en 2010 wil de gemeente 7500 huizen in de stad zelf bouwen. Wie een buitenwijk prefereert, hoeft niet op IJburg te wachten. Zowel in de Bijlmer als in de Westelijke tuinsteden worden duizenden verouderde woningen vervangen door luxe nieuwbouw. Beide gebieden zijn eerder klaar dan IJburg.
        De gemiddelde Amsterdammer kan een huis in IJburg niet betalen. Zeven van de tien Amsterdamse huizenkopers willen niet meer betalen dan 250 duizend gulden, aldus de Stedelijke Woningdienst. Zij vinden IJburg te duur: daar kosten de huizen gemiddeld tussen de 280 duizend en de 400 duizend gulden.
        Verder wil de gemiddelde Amsterdammer niet meer dan 850 gulden huur per maand betalen, terwijl de gemiddelde huur op IJburg 900 gulden bedraagt – bij de dure huizen zelfs rond de 1250 gulden. Niet veel Amsterdamse woningzoekenden zijn in staat een hoge hypotheek af te sluiten of veel huur te betalen: het gemiddelde netto jaarinkomen van een Amsterdams gezin ligt ruim 20 procent onder het landelijk gemiddelde. De wijk is alleen weggelegd voor Amsterdammers met een bovenmodaal inkomen.
        En dan is er nog het IJburg-referendum, gehouden in 1997. De meerderheid van de stemmende Amsterdammers was tegen. Alle negatieve factoren in ogenschouw nemend, vraag je je af hoe IJburg zich gaat ontwikkelen. Hoeveel belangstellenden zullen zich nog melden na de eerste 25-duizend?
        De kans is niet denkbeeldig dat er aan het begin van de 21-ste eeuw een enorm huizenoverschot ontstaat in Amsterdam. En dat de situatie vergelijkbaar is met de woningmarkt in New York aan het begin van de twintigste eeuw, toen daar meer woningen dan woningzoekenden waren.
        Stedenbouwkundige Pieter Hooimeijer becijferde voor de Randstad in 2005 een overschot van ongeveer vijftigduizend huizen. Hij schreef op initiatief van de VROM-Raad het onderzoek Stad en wijk. Verschillen maken kwaliteit. Eenderde van het huizenoverschot zal in Amsterdam staan.
        Hooimeijer: ‘De oorzaak is niet dat er te veel wordt gebouwd, maar dat het vrijkomend aanbod niet aansluit op de vraag van de nieuwkomers. De vrijkomende woningen zijn te duur, bieden onvoldoende kwaliteit, of staan op de verkeerde plek. Nieuwkomers besluiten in zo’n geval te wachten met verhuizen totdat zich een geschikter aanbod aandient, zodat de verhuisketen eindigt in leegstand.’
        Zou IJburg echt een wijk voor de welgestelden worden, zoals het projectbureau IJburg hoopt? Het lijkt er meer op dat straks duizenden IJburgse woningen niet te verkopen of te verhuren zijn voor de oorspronkelijk berekende prijzen. Laten de projectontwikkelaars hun bezit dan leeg staan en vervalt de archipel tot een gigantische spookstad? Of kiezen ze eieren voor hun geld en verkopen ze, net zoals projectontwikkelaars dat vanaf 1904 in Harlem deden, massaal woningen tegen habbekratsprijzen?
        Dan zijn er best kopers of huurders te vinden. IJburg zou dan de oplossing kunnen gaan vormen voor het tekort aan betaalbare huizen in Amsterdam. Woningzoekenden met een krappe beurs zoals Turken, Marokkanen en Surinamers die nu in de Bijlmermeer of de Westelijke tuinsteden wonen, willen best naar IJburg verhuizen, als het maar te betalen is. De nieuwbouw die in de Bijlmer of de Westelijke tuinsteden gepleegd wordt, kunnen ze niet betalen. Een nieuw huis kost er ruim drie ton. Migranten kunnen zo’n woning al net zo min betalen als de gemiddelde autochtone Amsterdammer, maar onder hen zijn wel veel potentiële verhuizers: migranten zijn de snelst groeiende bevolkingsgroep van Amsterdam.
        Het is een zeer wel denkbaar scenario: IJburg als nieuwe spookstad (als projectontwikkelaars kiezen voor leegstand wanneer de verkoop niet gaat vlotten) of pauperwijk (als de verliezen genomen worden en er habbekratsprijzen gevraagd gaan worden). In beide gevallen wordt Amsterdam verrijkt met een probleemwijk van internationale allure.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.