Home Het tragische leven van Johanna de Waanzinnige

Het tragische leven van Johanna de Waanzinnige

  • Gepubliceerd op: 14 december 2001
  • Laatste update 07 apr 2020

Ze bevalt van Karel V in een toilet, laat het haar van haar rivales afknippen en trekt maandenlang met het lijk van haar man over de hoogvlakte van Castilië. Ze ging de geschiedenis in als `de Waanzinnige’, maar Johanna’s gekte was een amour fou: een buitenzinnige liefde voor haar ontrouwe echtgenoot, die haar wanhopig maakte van jaloezie.

De Spaanse koningin Johanna van Castilië (1479-1555), bijgenaamd Johanna de Waanzinnige, staat dit jaar in haar geboorteland volop in de belangstelling. Een veelbezocht flamencoballet van de danseres Sara Baras over haar leven en de speelfilm Juana la Loca van de regisseur Vicente Aranda hebben de koningin tot een geliefd historisch personage gemaakt. De vorig jaar verschenen biografie van Johanna door de vermaarde Spaanse historicus Manuel Fernández Álvarez is inmiddels een bestseller. In populariteit overtreft de koningin haar kleinzoon Filips II en haar zoon Karel V, die in respectievelijk 1998 en 2000 herdacht werden met door de Spaanse overheid gesubsidieerde groots opgezette tentoonstellingen. Ook spreekt zij meer tot de verbeelding dan haar ouders, de Katholieke Koningen Ferdinand van Aragon en Isabela van Castilië, die tijdens het bewind van dictator Franco de onbetwistbare helden van de Spaanse geschiedenis waren.
        Het tragische leven van koningin Johanna was veel minder luisterrijk dan dat van haar illustere familieleden. Maar het is juist die tragiek die haar leven voor veel Spanjaarden zo interessant maakt. Johanna, heerseres over het Spaanse rijk, dat zich toen tot in Amerika uitstrekte, kon zich volgens biograaf Fernández Álvarez niet schikken in een leven dat al tijdens haar adolescentie werd bepaald door de voortdurende machtsstrijd en politieke plichten die de koninklijke waardigheid met zich meebracht. Emotioneel instabiel en aan het eind van haar leven lijdend aan hevige depressies, werd zij al tijdens haar leven waanzinnig genoemd.
        Maar filmregisseur Aranda en danseres Baras zien haar waanzin eerder als felle hartstocht: een buitenzinnige liefde voor haar ontrouwe echtgenoot Filips de Schone, die Johanna wanhopig maakte van jaloezie. Het koningschap was volgens Baras en Aranda geen gratie, maar een vloek voor de gevoelige Johanna, die, bedrogen door vader Ferdinand, echtgenoot Filips en zoon Karel, een halve eeuw lang in gevangenschap zou leven op het slot Tordesillas.

Onzeker meisje
Johanna is als kind, zo lezen we in de biografie, een aantrekkelijke koningsdochter met een vrolijk karakter. De uithuwelijking van Johanna door Ferdinand en Isabela aan Filips de Schone in 1496 lijkt een gelukkige gebeurtenis in haar leven. De Katholieke Koningen van Spanje, dat na de ontdekking van Amerika en de verovering van Granada op de Moren in 1492 in Europa een macht met aanzien was geworden, hebben hun keuze om dynastieke redenen laten vallen op de graaf van Vlaanderen. Filips kan Spanje steunen in de groeiende rivaliteit met Frankrijk, dat de Spaanse machtspositie in het westelijke Middellandse-Zeegebied betwist. Bovendien is Filips de zoon van Maximiliaan I, keizer van het Heilige Roomse Rijk, en daarmee een goede partij, al is hij slechts graaf.
        In augustus 1496 verlaat Johanna de Spaanse kustplaats Lareda in de Golf van Biskaye om over zee naar Vlaanderen te varen. In Brussel zal zij haar toekomstige echtgenoot ontmoeten. In de ochtend van 21 augustus neemt zij afscheid van haar moeder, haar broer Jan en haar zussen Maria en Catalina. Ze staat er dan als zestienjarig meisje alleen voor. In het flamencoballet van Baras presenteert Johanna zich in Brussel met flair. Tijdens een tango, een opgetogen sensuele en erotische flamencodans, zien we Johanna zwaaiend met haar rood en goudbrokaten rok zelfbewust voorwaartse draaiingen maken, gevolgd door haar in het violetblauw geklede hofdames.
        In de speelfilm gaat alle aandacht uit naar de ontmoeting met Filips in zijn paleis te Brussel. De graaf, met lang krullend bruin haar en zonder de vlezige Habsburgse lippen die hij in werkelijkheid had, is opvallend geschoeid met glimmende rode leren laarzen. Ongeduldig wacht hij in de ontvangstzaal op zijn nerveuze en verlegen bruid. De twee kunnen hun ogen niet van elkaar afhouden als de Vlaamse hofdames zich aan Johanna presenteren. Dan, nadat Johanna zich heeft voorgesteld, omhelst Filips zijn verbouwereerde bruid onstuimig en zegt hij, geheel tegen het ceremonieel in: `De prinses en ik willen onze verbintenis meteen vieren.’
        Vlug wordt een priester opgetrommeld, die stante pede het huwelijk voltrekt, zodat de geliefden nog diezelfde middag het echtelijke bed kunnen opzoeken. De haast die de twee hebben is historisch. Johanna is er ondersteboven van en valt onmiddellijk voor de Vlaamse graaf. Biograaf Fernández Álvarez vermoedt dat haar liefde voor Filips een klemmende liefde is, die van een onzeker meisje dat zich geïsoleerd voelt in een vreemde omgeving waar zij met achterdocht wordt ontvangen.
        Johanna krijgt al snel haar eerste dochter Eleonor, die wordt geboren in 1498. Twee jaar later volgt Karel. In een – historisch getrouwe – scène uit de film zien we hoe Johanna tijdens het dansen van de gallarda, een Italiaanse hofdans met korte sprongetjes, plotseling naar haar buik grijpt en haastig de feestzaal verlaat om zich op het toilet terug te trekken. `Rijk of arm, schijten moeten we allemaal,’ zegt een van de hofdames, die haar is gevolgd en nog niet helemaal doorheeft wat er aan de hand is. De dames giechelen besmuikt, tot ze na gehijg en gekreun opeens het gekrijs horen van de kleine Karel. Trots en met bebloede handen laat Johanna hem zien, nadat zij de navelstreng van haar zoontje heeft afgebeten.
        Johanna beviel gemakkelijk en zou nog vier kinderen van Filips krijgen. Maar aan het vrolijke en onbezorgde leven van de koningin aan het luisterrijke Vlaamse hof, waar feesten een belangrijk onderdeel vormen van de hofceremonie, lijkt in deze periode een einde gekomen.
Slaande ruzie
Johanna gaat lijden aan hevige aanvallen van jaloezie, ingegeven door het losbollige gedrag van Filips, die niet alleen met Johanna het bed deelt. In het ballet van Sara Baras zien we Johanna in een bulería, een flamencodans met een energiek en opzwepend ritme, een van haar hofdames aanvliegen. Ritmisch stampend wijst zij haar rivale terecht met een stevige klap. Fernández Álvarez citeert in zijn biografie de Italiaanse humanist Pedro Martyr, die verbleef aan het Spaanse hof. Martyr beschrijft hoe Johanna eens in een ongecontroleerde aanval van jaloezie een hofdame aanvliegt. Vervolgens beveelt zij haar rivales blonde haar, waar Filips zo gek op was, af te knippen. Daarna werpt ze zich wild van woede op Filips, hem vervloekend en grof beledigend. Het is een groot en geruchtmakend schandaal, dat ook de Katholieke Koningen in Spanje ter ore komt.
        Isabela begint zich ernstige zorgen te maken over het buitenissige gedrag van haar dochter. Ze doet verslag van een confrontatie met Johanna in een bewaard gebleven brief: `… en zij sloeg zoìn toon tegen mij aan, in zulke oneerbiedige bewoordingen, en zo verre van wat een dochter tegen haar moeder hoort te zeggen, dat ik dat nooit getolereerd had, als ik mij niet bewust was geweest van de situatie waarin zij zich bevond.’ Het is niet alleen haar dochters onbeleefdheid die Isabela verontrust. De onevenwichtigheid van Johanna is een staatsprobleem geworden nu na de dood van prins Jan, prinses Isabela en tot slot prinses Isabelaìs zoon Miguel, Johanna de troonopvolgster van Castilië is. Koningin Isabela beschikt daarom in haar testament dat als haar dochter niet in staat mocht zijn om te regeren, Ferdinand de regeringsverantwoordelijkheid in Castilië op zich moet nemen totdat Karel de leeftijd bereikt om de troon te bestijgen. Daarmee gaat de Spaanse koningin voorbij aan Filips, die het vertrouwen van de Spaanse vorsten heeft verloren nadat hij te opzichtig politieke steun heeft gezocht van het Franse vorstenhuis.
        Op 26 november 1504 sterft Isabela de Katholieke en worden Filips en Johanna de koningen van Castilië. Het nieuws van Isabelaìs dood is in de film een dramatisch moment, dat aan de verbeelding van Aranda is ontsproten. Als Johanna haar echtgenoot opzoekt om het droeve nieuws te vertellen, treft zij hem aan met een hofdame in zijn bed. Het incident leidt later aan tafel tot slaande ruzie met Filips, die haar verwijt gek te zijn. `Gek,’ sist Johanna, terwijl zij hem met een mes bedreigt, `gek van liefde, is dat gek voor jou?’ Filips slaat Johanna met een harde klap tegen de grond. Hij laat haar aanvankelijk naast de tafel liggen. Als hij de eetzaal wil verlaten, hoort hij echter hoe Johanna zachtjes begint te kreunen en bedenkt hij zich. Filips vlijt zich tussen haar benen en bedrijft de liefde met zijn vrouw. Het is een scène waarin Aranda benadrukt dat de waanzin van Johanna een amour fou is.

Hongerstakingen
We keren terug naar de geschiedenis zoals beschreven door biograaf Fernández Álvarez. Op 26 april 1506 komen Johanna en Filips na een zeereis aan in Spanje om daar de troon te bestijgen. Ferdinand, die het echtpaar opwacht in Laredo, heeft ondertussen zijn maatregelen genomen. De Cortes, de stedenvergadering, heeft Ferdinand op zijn aandringen met een vals, zogenaamd door Johanna ondertekend document tot regent van Castilië verklaard. Daarmee is Filips, geheel volgens de wensen van Isabela, buitenspel gezet. Maar de Vlaming geeft zich niet zo snel gewonnen en zoekt steun bij de Spaanse hoge adel, die hij ruime compensaties in het vooruitzicht stelt. Terwijl Ferdinand zich voorbereidt om Filips en Johanna welkom te heten in Laredo, laat Filips aanleggen in de stad La Coruña, aan de noordwestkust van Spanje. Als Ferdinand vervolgens naar Ponferrada reist om daar het paar te ontmoeten, zijn Johanna en Filips inmiddels al in Puebla de Sanabria. Zo weet Filips zijn schoonvader te ontwijken en onderwijl de Spaanse adel te lijmen. De Vlaming wint de strijd om de steun van de adel van Ferdinand, die zich na een akkoord met zijn schoonzoon terugtrekt in zijn rijksdeel Aragon.
        De machtsstrijd tussen Filips en Ferdinand en de zorgen van Isabela om de ontoerekeningsvatbaarheid van Johanna komen in de film niet aan de orde. Het scenario permitteert zich enige historische vrijheid en concentreert zich op de ambitie van Filips om ten koste van Johanna alle regeringsmacht naar zich toe te trekken. Het personage van Johanna is in de film te zeer bevangen door haar emoties om zich te bekommeren om regeringszaken.
        Fernández Álvarez vertelt dat Johanna’s relatie met Filips er ondertussen niet beter op is geworden, hoewel zij met regelmaat kinderen blijft baren. De jonge koning laat zijn echtgenote regelmatig opsluiten om te ontkomen aan haar waanzinnige woedeaanvallen. Johanna vervalt steeds vaker in depressies, duldt niemand in haar omgeving en protesteert tegen het tirannieke gedrag van Filips met hongerstakingen. De strijd tussen de twee komt pas ten einde als Filips eind september 1506 hoge koorts krijgt, volgens de overlevering na het drinken van een glas koud water. Johanna ontwaakt uit haar apathie en is vanaf dat moment niet meer te scheiden van Filips’ ziekbed. In het ballet van Sara Baras zien we Johanna en Filips elkaar beurtelings omhelzen in een langzame dans, begeleid door de muziek van een rondeña, een intens trieste flamencomelodie. Filips heft na een omarming zijn armen in de lucht, alsof hij stervend afscheid van haar neemt. De Spaanse koning gaat dood op 25 september 1506. Johanna is ontroostbaar.

Dan volgt een episode in het leven van Johanna die gedetailleerd is beschreven door tijdgenoot en ooggetuige humanist Pedro Martyr. In het ballet komen deze gebeurtenissen niet voor en in de film en de biografie worden ze verschillend geïnterpreteerd. Ze zouden Johanna uiteindelijk de naam `Waanzinnige’ opleveren. Filips wordt na zijn dood door zijn Vlaamse dienaren gezalfd en begraven in een kartuizerklooster, aanvankelijk met goedkeuring van Johanna. Maar later verandert ze van gedachten en wil ze alsnog gehoor geven aan de wens van Filips zijn laatste rustplaats te vinden in Granada. Ze laat Filips opgraven en trekt hartje winter, hoogzwanger, met het lijk de Castiliaanse hoogvlakte over, richting het zuiden van Spanje.
        Van dorp tot dorp, nacht na nacht in de snijdende wind, reist de koningin maandenlang door Spanje. In het gezelschap van geestelijken met wakkerende fakkels volgt Johanna Filips’ lijkkist, die op een kar wordt voortgetrokken door vier Friese paarden. Geen vrouw duldt zij in de buurt van het lijk, want haar jaloezie is met Filips’ sterven niet verdwenen. Alleen mannelijke hovelingen mogen erbij zijn als ze in de buurt van de plaats Hornillos de kist laat openen om haar man te aanschouwen. Dit is voor biograaf Fernández Álvarez het bewijs dat Johanna door haar depressies in een psychotische toestand is terechtgekomen. Maar in de film is het een aanwijzing voor de intense, waanzinnige en oneindige liefde die Johanna voor haar echtgenoot heeft gevoeld.
        Ferdinand maakt in 1507 een einde aan de zwerftocht, als hij Johanna in het slot Tordesillas gevangenzet. Daar zou Johanna bijna vijftig jaar opgesloten blijven. Haar zoon Karel, die in 1517 naast zijn moeder wordt uitgeroepen tot koning van Spanje, wil geen einde aan haar gevangenschap maken. Het leven van de koningin, aan wie het Spaanse rijk toebehoort maar wier bevelen nog niet eens in Tordesillas worden opgevolgd, zou zich ellendig voortslepen. Johanna, lijdend aan waanvoorstellingen, raakt na een val verlamd vanaf haar middel. Omdat ze niet langer zelfstandig haar behoefte kan doen, en de hofdames er volgens Fernández Álvarez niet altijd trek in hebben de koningin te helpen, wordt ze nu en dan vervuild aangetroffen. In 1555 komt er een einde aan het tragische leven van de waanzinnige koningin. Toch is zij nu juist zo populair in Spanje vanwege die blinde, buitenzinnige liefde, die maakte dat zij geen oog had voor het politieke machtsspel.

Aragon en Castilië
In de tijd van Johanna bestond Spanje uit twee rijken: Aragon en Castilië. Deze rijken vormden een personele unie, ontstaan door het huwelijk tussen Johannaìs ouders Ferdinand en Isabela. Ferdinand was toen hij in 1469 trouwde de kroonprins van Aragon en Isabela was erfopvolgster in Castilië. Na de dood van haar vader vijf jaar later werd Isabela uitgeroepen tot koningin van Castilië; haar echtgenoot bleef in Castilië slechts prins-gemaal. In 1479 besteeg Ferdinand de troon van Aragon. Omdat zij getrouwd waren, konden Ferdinand en Isabela vanaf dat moment de rijken Aragon en Castilië met elkaar verbinden in een personele unie.
        Dat betekende nog niet dat Spanje ook een nationale eenheid was geworden. Aragon en Castilië vormden eerder een dubbelmonarchie met een gemeenschappelijke politiek en diplomatie. De twee rijken hielden hun eigen instituties, wetten en gewoontes. Toen Isabela stierf, was Ferdinand niet langer de koning van Castilië. De nieuwe koningin werd hun dochter Johanna en haar echtgenoot Filips kreeg de koningstitel. Johanna regeerde echter niet in Castilië vanwege haar ontoerekeningsvatbaarheid. De stedenvergadering de Cortes had Ferdinand tot regent beëdigd. Na de dood van Ferdinand erfde Johanna het koningschap van Aragon, en vanaf dat moment was zij koningin van Spanje. Haar zoon Karel V werd naast zijn moeder tot vorst van Spanje uitgeroepen. Hij was degene die Spanje daadwerkelijk regeerde.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.