Home Het Flynn-effect

Het Flynn-effect

  • Gepubliceerd op: 11 februari 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Paul Arnoldussen
  • 2 minuten leestijd

Eind vorig jaar publiceerde Nature een Brits onderzoek waaruit bleek dat schapen gezichten kunnen herkennen: niet alleen van hun medeschapen, maar ook van mensen. De herinnering begint pas na twee jaar te vervagen. De vraag die zich uiteraard opdringt: zouden de grootouders van deze schapen dat ook hebben gekund? Of zou bij hen de vergeetachtigheid al na een halfjaartje hebben toegeslagen?

        Mensen worden namelijk steeds intelligenter: zo’n vijftien IQ-punten per twee generaties, het zogenoemde Flynn-effect. In de jaren zestig werd de IQ-schaal daarom opnieuw geijkt; omdat het gemiddelde IQ 100 moest blijven, ging de lat wat omhoog. Een echte verklaring voor het verschijnsel schijnt er niet te zijn – beter voedsel wellicht. Het onderwijs kan ook een rol spelen, maar dat zou eigenlijk niet mogen, want de bedoeling van een IQ-test is nu juist dat die onderwijsonafhankelijk is. Een enkeling denkt trouwens dat mensen helemaal niet intelligenter worden, maar alleen steeds beter intelligentietests kunnen maken.
        Worden dieren ook intelligenter? Bioloog Rupert Sheldrake denkt van wel. Als een meesje in Gouda ontdekt dat hij de dop van een melkfles kan doorprikken om bij de melk te komen, dan kan een meesje in Kopenhagen dat even later ook, stelde Sheldrake. Een inspirerende gedachte, maar helaas maakte hij niet duidelijk hoe dat Kopenhaagse meesje dat dan wist. Het hing samen met `morfogenetische velden’ of zoiets – er viel geen touw aan vast te knopen.
        Maar een onderzoek naar de intelligentieontwikkeling van dieren is natuurlijk best mogelijk. Er zijn in de jaren zestig vast wel testjes gedaan met ratten in een doolhof. Hoe lang duurde het voordat ze de uitgang vonden? Je herhaalt die test en je weet of de huidige generatie ratjes slimmer is. Aangenaam is ook dat de ratten qua voortplanting in elk geval niet treuzelen: in veertig jaar heb je zó dertig generaties te pakken. Hoe staat het met de verschuivingen in de vogeltrek? Kiezen kieviten tegenwoordig een kortere route? Honden blijven dom, dat spreekt, maar hebben poezen sneller in de smiezen hoe je een deur openmaakt dan hun ouders?
        Een heel nieuw vak tekent zich af: historische ethologie. Nu heb ik de deprimerende ervaring dat wat ik bedenk veelal al eerder bedacht is, dus het kan best zijn dat binnenkort The Royal Association of Historical Ethologists in Oxford haar achttiende lustrum viert. Dat heb ik maar niet nagezocht.

P.S. In het vorige nummer had ik het over Bert Middel, die het wetenschappelijk gehalte van Martin Bossenbroeks onderzoek naar de terugkeer van oorlogsslachtoffers in de Kamer aan de orde ging stellen. `Hoe staat het met dat debat, meneer Middel?’ `Goed dat u me er nog even aan herinnert. Maar het komt, hoor. Nog in deze kabinetsperiode. Het is al in de procedurevergadering van de vaste Kamercommissie geweest.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.