Home Het Besef

Het Besef

  • Gepubliceerd op: 14 december 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bastiaan Bommeljé

Door een zonderling toeval bevond ik mij onlangs op de Nationale Geschiedenisdag te Tilburg. Deze was georganiseerd door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur, in samenwerking met het KNHG, de Vereniging van Docenten in Geschiedenis en Staatsinrichting en alle andere organisaties die ertoe doen in de geschiedkundige wereld. Ik moet zeggen: alles was piekfijn in orde, er waren veel aardige en beschaafde historici, en ik begon me bijna op mijn gemak te voelen – tot het B-woord viel.         Men sprak over Het Besef. Het Historisch Besef, welteverstaan. Jammer dat overal waar historici bijeen zijn het B-woord klinkt. Slechts het feit dat alleen de historische wetenschap `Besef’ in het vaandel voert, zou al achterdocht moeten wekken. Geen geograaf heeft het over `aardrijkskundig besef’, geen anglist heeft het over `Angelsaksisch besef’. Maar historici koesteren het `Historisch Besef’. Ze organiseren er congressen over, en in het rapport van de Commissie-De Rooy wordt het zelfs genoemd als doel van het geschiedenisonderwijs.

        Nu is dat Rapport-De Rooy politiek bijzonder handig, en ik wens elke leerling zijn volle pond Historisch Besef toe. Maar ik heb zelf nooit begrepen wat ermee wordt bedoeld. Oké, de term klinkt goed tegenover beleidsmakers die vanuit rancuneuze onkunde het vak geschiedenis trachten te liquideren. En oké, het is grappig om ermee te bluffen tegenover journalisten, die morgen al niet weer weten wat ze gisteren berichtten. Maar ik geloof dat elke historicus diep in z’n hart beseft dat Historisch Besef helemaal niet bestaat.
        Wie zich afvraagt wat het zou moeten zijn, staat voor een bodemloze put vol raadsels. Is het iets dat exclusief wordt gedeeld door historici, als een mantra van een geheim genootschap? Is Het Besef bij de een `groter’, `beter’, `dieper’ of `verhevener’ dan bij de ander? Hebben wij meer of juist minder Historisch Besef dan de generatie van Huizinga? Wanneer gaat de afwezigheid van Historisch Besef over in de aanwezigheid ervan – en wie bepaalt dit? Heeft een amateurarcheoloog minder of juist meer Historisch Besef dan een hoogleraar contemporaine geschiedenis? Ja, hoe zullen wij ooit kunnen bepalen of een leerling `voldoende’ dan wel `onvoldoende’ Historisch Besef heeft – behalve door te toetsen op kennis en op begrip van die kennis, precies als bij andere vakken?
        In werkelijkheid heeft geschiedenis niets met Besef van doen. De studie van het verleden is prachtig, onmisbaar voor een beschaafd bestaan, en dient krachtig gestimuleerd te worden. Maar het is een argumentatieve bezigheid. Iedereen die zich met het verleden bezighoudt, probeert het te verduidelijken, bloot te leggen of te ontrafelen door argumenten naar voren te brengen of te toetsen, niet door te wachten op de komst van het Besef. En als we Historisch Besef niet willen opvatten als een politiek correcte blik op het verleden – en dat willen we hopelijk niet –, dan dienen de leerlingen in de klas ons slechts te overtuigen van hun kennis van het verleden, en van hun begrip van die kennis. En als het goed is, zullen zij dan in koor roepen: Historisch Besef is bunk.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.