Home Harry Lintsen (redactie), Made in Holland. Een techniekgeschiedenis van Nederland, 1800-2000

Harry Lintsen (redactie), Made in Holland. Een techniekgeschiedenis van Nederland, 1800-2000

  • Gepubliceerd op: 14 maart 2006
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem

384 p. Walburgpers, euro 29,50

Wie te lui is om een dertiendelige geschiedenis te lezen van wetenschap en techniek in Nederland in de afgelopen twee eeuwen, doet er verstandig aan Made in Holland in te zien, dat een handzame samenvatting van die dertien delen biedt. Een betere titel zou zijn geweest: Het Nieuwe Atlantis aan de Noordzee. Lintsen begint en eindigt zijn boek namelijk met een beschouwing over Francis Bacons uit 1627 daterende utopie Het Nieuwe Atlantis. Bacon beschreef daarin een toekomstige samenleving die door wetenschap en techniek zou zijn bevrijd van armoede, honger en schaarste. Die utopie werd in Nederland, maar natuurlijk niet alleen daar, in de afgelopen twee eeuwen verwezenlijkt.



Tot halverwege de negentiende eeuw zat Nederland gevangen in een oude technologische orde, die werd gekarakteriseerd door het gebruik van hout, water, wind en organische stoffen. Van een coherente natie was op dat moment nog geen sprake; Nederland was een eilandenrijk van sterk verschillende regionale culturen. Een samenbindende infrastructuur ontbrak. In de volgende vier decennia, van 1850-1890, veranderde dat. Het land raakte, zij het aan de late kant, in de greep van de Industriële Revolutie. Omdat Nederland daar zo laat mee was, ging de Industriële Revolutie, waarin de stoommachine centraal stond, aan het eind van de eeuw ongemerkt over in de Tweede Industriële Revolutie, die het vooral van de elektrificatie moest hebben.

In 1848 werd Nederland door Thorbecke politiek gemoderniseerd. Dat leidde in de volgende jaren eveneens tot een fiscale en juridische vernieuwing. Zo werd bijvoorbeeld in 1855 de wet op het gemaal afgeschaft. Dat lijkt wellicht een zaak van ondergeschikt belang, maar dat was het bepaald niet. Die wet hield, met een complexe regelgeving, molenaars en bakkers de hand boven het hoofd. Afschaffing gaf de Amsterdamse arts Samuel Sarphati de kans in 1857 een meel- en broodfabriek te beginnen. In de volgende jaren werden er tal van dergelijke fabrieken gebouwd.

Het gevolg was een scherpe prijsdaling van brood en een navenante toename van de vraag naar vooral tarwebrood. Na 1870 daalden de prijzen verder door aanvoer van goedkoop graan uit de Verenigde Staten. Goedkoper en beter voedsel maakte een einde aan de chronische lichte staat van ondervoeding waarin aanzienlijke delen van de bevolking traditioneel verkeerden. Positieve gevolgen bleven niet uit: na 1870 namen de gemiddelde levensverwachting en de gemiddelde lengte snel toe.

Groene rivieren
Het zijn dergelijke concrete voorbeelden die Made in Holland tot een aardig en leesbaar boek maken. Waar Lintsen in sterk generaliserende termen omvangrijke maatschappelijke ontwikkelingen beschrijft, heeft de lezer nog wel eens moeite om bij de les te blijven. Maar voor historici bevatten in het bijzonder de hoofdstukken over de aanleg en ontwikkeling van de diverse onderdelen van de Nederlandse infrastructuur veel wetenswaardigs. Dat komt natuurlijk vooral doordat in de gangbare historische handboeken niets te vinden is over, bijvoorbeeld, de aanpak van de Nederlandse rivieren in de negentiende eeuw, of over de trage verspreiding van de telefonie in Nederland.

In de achttiende en negentiende eeuw veroorzaakten de rivieren met grote regelmaat overstromingen. Vrijwel altijd waren die het gevolg van ijsvorming, die na dooi enorme, uit schotsen bestaande ijsdammen veroorzaakte. Die ijsdammen leidden vervolgens weer tot dijkdoorbraken. De impuls om daar iets aan te doen werd versterkt door pressie vanuit het snel industrialiserende Duitse achterland om de rivieren beter bevaarbaar te maken. De Nederlandse rivieren waren toentertijd ‘groene rivieren’: ze meanderden en zaten vol zandbanken en eilanden met een omvangrijke vegetatie.

Dat oude rivierlandschap is in de late negentiende en vroege twintigste eeuw volledig getransformeerd. Oevers werden uitgebouwd, kribben en strekdammen aangelegd, rivierlopen verkort, dijken versterkt en uiterwaarden schoongemaakt. In de twintigste eeuw werden Maas en Nederrijn volledig gekanaliseerd. Het is interessant dat er nauwelijks politieke besluitvorming aan deze transformatie te pas kwam. Rijkswaterstaat deed simpelweg wat nu eenmaal moest worden gedaan.

Van de jaren vijftig herinner ik mij dat ons in Wageningen pas na jaren geduldig wachten door de PTT een telefoonaansluiting werd gegund. Onze Amerikaanse familieleden konden zich enorm vrolijk maken over het feit dat je jaren op een telefoonaansluiting moest wachten. In de Verenigde Staten kon je op elk gewenst moment ieder denkbaar type telefoon krijgen.

Lintsen legt uit wat de oorzaken van deze verbazingwekkende achterlijkheid waren. In Amsterdam functioneerde sinds 1881 het eerste openbare telefoonnet, geëxploiteerd door de Nederlandse Bell-Telephoon Maatschappij. In uitbreiding en innovatie was deze exploitant niet geïnteresseerd, omdat een combinatie van hoge tarieven en geringe investeringen in het netwerk veel geld opleverde. Ten slotte namen de gemeenten zelf de exploitatie van de telefoon ter hand en zij toonden zich in het algemeen actieve beheerders. Vanaf de late jaren twintig werden de lokale netwerken geleidelijk overgenomen door de PTT. In 1940 werden de laatste lokale netwerken op bevel van de Duitsers aan de PTT overgedragen.

Na de oorlog verkeek de PTT zich echter volledig op de vraag naar telefoons. Door een combinatie van onderschatting van de vraag en onvoldoende investeringen, ten dele het gevolg van de nogal calvinistische opvatting dat telefoneren geen recreatieve bezigheid mocht worden, ontstonden enorme wachtlijsten, die nota bene pas in de vroege jaren tachtig volledig waren weggewerkt. Elders werd dus kennelijk nog heel wat langer gewacht dan in Wageningen.

Deltaplan
Tussen 1890 en 1950 werden, met uitzondering van het intermezzo van crisis en bezetting, de fundamenten gelegd voor de welvaartsexplosie na de Tweede Wereldoorlog. De twee decennia tussen 1950 en 1970 waren waarlijk gouden jaren. In twintig jaar van gestage en sterke economische groei werd Nederland een massaconsumptiesamenleving en nooit was het prestige van de ingenieurs en technocraten, of ze nu van Rijkswaterstaat waren of van Philips, zo groot als in die jaren. Na 1953 redde Rijkswaterstaat de natie van het water met het Deltaplan, en de omzet van Philips was in 1970 vijftienmaal zo groot als in 1950!

Omstreeks 1970 was het volgens Lintsen plotseling afgelopen met het gouden tijdperk. De schier eindeloze economische groei stokte, de werkloosheid begon op te lopen en voor de industrie volgden jaren van inkrimping, stagnatie, heroriëntatie en reorganisatie. Rijkswaterstaat verloor zijn onaantastbare positie, de ‘groene rivier’ was terug van weg geweest en Philips raakte langdurig in de problemen.

Dat is allemaal zonder twijfel waar, maar men kan toch de vraag stellen of de omslag van 1970 zo dramatisch is geweest als Lintsen stelt. Na alle heroriëntatie volgde immers vanaf de late jaren tachtig opnieuw een fase van sterke groei. Door de eliminatie van schaarste voor het overgrote deel van de bevolking is in Nederland het Nieuwe Atlantis verwezenlijkt. Tot ongeveer 1960 heeft de welvaartsstijging, vanwege het verdwijnen van echte armoede, ons ook gelukkiger gemaakt. De groei van de welvaart daarna heeft aan ons geluk niet meer significant bijgedragen. Dat wil overigens niet zeggen dat we terug zouden willen naar 1960.

Maarten van Rossem is hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht. Het boek Made in Holland is gebaseerd op de zesdelige serie ‘Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving’ en de zevendelige serie ‘Techniek in Nederland in de twintigste eeuw’, onder redactie van Harry Lintsen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.