Home Grondwetten in de oudheid

Grondwetten in de oudheid

  • Gepubliceerd op: 23 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Anton van Hooff
  • 3 minuten leestijd

‘Het lijkt Homeros wel,’ dacht ik toen ik het forse boek uitpakte dat me als recensie-exemplaar werd toegestuurd. De ondertitel gaf me warempel een beetje gelijk: het boek is niet zomaar een historie van de antieke wereld, maar een epische geschiedenis van de Grieken en Romeinen. Zo’n aanspraak wekt verwachtingen, vooral omdat de auteur van boeken over Alexander en Constantijn de Grote geldt als bekwaam verteller.


Ook de keuzes die Lane Fox maakt zijn veelbelovend. Hij laat de minoïsche en Myceense voorperiode terzijde en begint bij Homeros. Nog ongebruikelijker is het bij Hadrianus (keizer 117-137) op te houden. Doorgaans wordt het verhaal immers doorgetrokken tot Justinianus (keizer tussen 527 en 565) of tot 476 (het formele einde van het Romeinse Rijk in het Westen). De motivering van Lane Fox is vooral literair: Hadrianus bezocht tijdens zijn regering alle uithoeken van het wereldrijk. Hij toonde veel respect voor het verleden, vooral voor het Griekse, en van zijn villacomplex te Tivoli maakte hij een enorme tentoonstelling van de antieke wereld, met replica’s van allerlei monumenten. Het was dus een briljante compositorische inval om deze man als gids te gebruiken.

In 55 hoofdstukken wandelen we min of meer chronologisch door de geschiedenis van Hellas en Rome. Ieder hoofdstuk begint met een of twee uitgebreide antieke bronnen. Het aantal eindnoten is – gelukkig – beperkt, maar in 31 bladzijden ‘keuze uit geraadpleegde werken’ laat Lane Fox zien dat hij zijn informatie bepaald niet uit zijn duim heeft gezogen. Op iedere pagina is te merken dat een vakman aan het werk is.

Het boek is bedoeld voor een breed publiek. Dat is wel gediend bij het nogal traditionele beeld dat Lane Fox van de Oudheid geeft. En de recensies – bijvoorbeeld in de Washington Post – zijn juichend. Soms wordt er wat geklaagd over de omvang van het boek, maar die kritiek wordt prompt gerelativeerd: de klassieke Oudheid is nu eenmaal een omvangrijke periode vol gebeurtenissen.

Deze lezer begon daarom aan zichzelf te twijfelen toen hij na enkele tientallen bladzijden teleurstelling en ergernis voelde opkomen. Waar bleef onze leidsman Hadrianus nu? Af en toe duikt hij op, maar hij brengt niet de beloofde samenhang. Die is trouwens vaak ver te zoeken. Het lijkt erop dat Lane Fox de aantekeningen voor zijn colleges heeft opgewarmd, zoals Tom Holland in zijn boekbespreking in de Guardian opmerkt. Zijn negatieve oordeel spoort met het mijne. Hebben die andere recensenten het boek wel gelezen of hebben ze het geïmponeerd in hun boekenkast gezet?

Britse wetenschappelijke auteurs durven zelf in beeld te gaan staan en geven zo een aangenaam persoonlijk, bezield karakter aan hun geschriften. Maar Lane Fox ergert door zijn narcisme en leutigheden. Hoe vaak staat er niet ‘volgens mij’ in de tekst? Soms zijn de halve mededelingen alleen voor een ingewijde te vatten. Een enkele keer kan ook deze classicus de puzzel niet oplossen: wat is in Zeusnaam de ‘fameuze derde-manredenering’ van Plato? De citaten en verwijzingen roepen soms de verdenking op van pseudo-diepzinnigheid.

Het epos dat ons is beloofd leest niet eens lekker, en dat is vreemd voor een schrijver uit een cultuur van vloeiend proza. De onleesbaarheid wordt vergroot door de onbeholpenheid van de Nederlandse versie. Die wemelt van de anglicismen en houterige uitdrukkingen, zoals ‘supreme moment’, ‘geïnscribeerde wetten’ of ‘strijdkarpaarden’. En er staan gewoon fouten in. Zo is er sprake van grondwetten in de Odheid – vóór de Amerikaanse Constitutie van 1787 een onbekend verschijnsel. De vertaler heeft over het hoofd gezien dat constitution ook ‘staatsbestel’ betekent.

Waarom doet een uitgever het lezerspubliek zo tekort? Als het te duur is om zo’n boek door een vakdeskundige te laten vertalen, kan hij het vertaalde manuscript toch op z’n minst door een expert laten nakijken? Het is jammer dat Lane Fox zich heeft laten verleiden om deze vermoeiende, ongeïnspireerde pil te produceren. De Nederlandse uitgever heeft zich laten begoochelen door de reputatie van de auteur en zijn Britse uitgever, maar zelf draagt hij ook verantwoordelijkheid voor de povere kwaliteit van de Nederlandse uitgave.

Anton van Hooff is docent klassieke cultuurgeschiedenis aan de Universiteit Nijmegen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.