Home Gewone-mensenoorlog

Gewone-mensenoorlog

  • Gepubliceerd op: 23 februari 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marchien den Hertog

349 p. Contact, euro 19,90

Steffie van den Oord houdt van oude mensen. Het bracht haar eerder op het eenvoudige maar briljante idee honderdjarigen hun levensgeschiedenis te laten vertellen in haar boek Eeuwelingen. Voor haar nieuwste bundel sprak ze zo=n 25 mensen over hun zeer uiteenlopende liefdes tijdens de Tweede Wereldoorlog.

In hun herinnering was dit vaak de Grote Liefde B ‘misschien is het buiten het kamp niet eens mogelijk zo heftig verliefd te worden’. Ze maakt Auschwitz dragelijk voor het zigeunermeisje Lily Franz en haar Poolse Zbyszek. Ze helpt Ben van Elsland door zijn tewerkstelling in Duitsland, waar hij zijn eerste man kust; ‘het luchtalarm ging, het licht viel uit. En ineens pakt-ie me beet en begint mij toch te zoenen!’

Soms echter maakt de liefde de oorlog nog gruwelijker dan hij al was. Wytske W. had zwaar te lijden onder de politieke keuzes van haar man, die zich ontpopt tot een fanatieke NSB-er B >dat hij zóveel mensen had aangegeven had ik nooit gedacht=. Toch neemt ze hem terug als hij zijn straf heeft uitgezeten, al zijn al haar kinderen uit schaamte geëmigreerd.

Aangrijpend is het verhaal van Derkjen Bouwens en Bennie Polman. Als jonggehuwde bekeerd tot de Jehova’s Getuigen weigert Bennie stellingen te graven voor de Duitsers. Hij wordt geëxecuteerd. Diepbedroefd maar niet van haar geloof gevallen, wacht Derkjen nog steeds tot ze hem kan omhelzen in het Paradijs.

Uiteindelijk vertelt dit boek meer over de oorlog dan over de liefde. En dan vooral over de ‘gewone-mensenoorlog’: over principiële keuzes maar vaker nog ad-hoc besluiten B die uiteindelijk van levensbelang blijken. Over wonderlijke naïviteit B ‘als je jong bent en zó gelukkig, wat interesseert een oorlog je dan’ B, veel gescharrel en improviseren. En over de chaos van de laatste oorlogsmaanden en het vaak moeizame geploeter in de eerste jaren erna.

Zo krijgen de joodse overlevenden Catharina en Maurits na hun terugkeer met veel moeite een woning van NSB-ers – zelfs de pannenset is er uitgevoerd in zwart en rood. Maar ook daar dreigen ze te worden uitgezet. Ze emigreren, want in Nederland hebben ze niets meer te zoeken. Toch mag het kamp, zegt Maurits, ‘nooit een excuus zijn voor een slecht humeur’.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.