Home GESCHIEDENIS VAN HOLLAND. I: TOT 1572 onder redactie van Thimo de Nijs en Eelco Beukers

GESCHIEDENIS VAN HOLLAND. I: TOT 1572 onder redactie van Thimo de Nijs en Eelco Beukers

  • Gepubliceerd op: 5 juli 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jan Dirk Snel

Wie brede rivieren traag door oneindig laagland ziet gaan, kan beter niet aan Holland denken. Bij Katwijk verzandde de Rijn al vroeg. Grote rivieren kwamen daarna alleen nog door het zuiden van het graafschap. Het water zat aanvankelijk vooral in de bodem. Veenland zou de beste naam geweest zijn. Het werd, heel ontoepasselijk Houtland, dus Holland.

        De naam van een kleine regio ging over op een heel gewest. En in het buitenland ging het proces nog verder. Heel Nederland heet daar vaak Holland. Ach, wat moet je ervan zeggen? Een vrachtwagen met Roermond Holland blijft een komisch gezicht, maar ze hebben elders natuurlijk het volste recht ons landje te noemen zoals ze willen. Bloemen komen nou eenmaal aus Holland, zelfs als ze uit Groningen komen.
        Te smalle of juist te ruime aanduidingen voor andere volkeren zijn door de wispelturigheid van de geschiedenis schering en inslag. Engelsen houden Duitsers veel te algemeen voor Germanen, terwijl Fransen hen te eng identificeren als Alemannen. Engeland kan van alles betekenen, maar zelden betekent het gewoon Engeland. Holland is een pars pro toto, maar het verwarrende, adjectieve Dutch is weer te breed, want het slaat van oorsprong wel degelijk óók op Duitsers. Nog wel trouwens, denk maar aan de Pennsylvania Dutch.

Carnavalesk gedrag
Hoe anderen ons noemen is hun zaak, als wij het zelf maar weten, zou je denken. Maar nee, zelfs op de bijeenkomst in de Haagse Rolzaal, ooit een residentie van Hollandse graven, waar het eerste deel van de Geschiedenis van Holland – prijzenswaardig heldere titel overigens – aan kroonprins Willem-Alexander werd aangeboden, woekerde het Grote Misverstand welig voort. Hoogleraar historische Nederlandse letterkunde Herman Pleij confereerde over zijn vaste thema: Hollandse eigenaardigheden. Als je hem mag geloven, gedragen Hollanders zich meestal nogal gewoontjes – doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg -, maar gaan ze soms over tot carnavalesk gedrag. Zeg maar, als ze op een dooie socioloog stemmen, of Herman Brood feestelijk bewenen. Maar wat deed Pleij? Hij haalde zijn voorbeelden uit heel Nederland. Hoe was de zwemmer Pieter van den Hoogenband op school? Nou, dat was eigenlijk een heel gewone jongen. Als ik dat opschrijf, gaapt u verveeld, maar als Herman Pleij zoiets vertelt, ligt de hele Rolzaal plat. Het probleem is echter dat die hardzwemmer uit Eindhoven komt. Pleij kon niet anders, want over Hollanders alléén valt vandaag de dag nu eenmaal niets te vertellen.
        Laten we niet moeilijk doen: er bestaat geen Hollandse identiteit meer. Alleen in de drie noordelijke en de drie zuidelijke provincies bestaat er zoiets als een provinciale identiteit. En in de rest van Nederland heb je hooguit kleinere regionale identiteiten (Tukkers, Veluwenaren en in Holland West-Friezen). Redacteur Thimo de Nijs kan in de inleiding dan wel beweren de vier geplande boeken het doel hebben om `het specifiek Hollandse’ op te sporen, maar ik voorspel nu al dat dat grotendeels gaat mislukken. Mediëvist Marco Mostert constateert in zijn verhaal over de religie en de schriftcultuur expliciet dat de verscheidenheid in Holland weliswaar groot was, maar geen eigen karakter vertoonde. Anders zou je ook niet verwachten. De auteurs van het hoofdstuk over de kunstproductie trekken dezelfde conclusie.
        Het lijkt mij een modern misverstand dat een regionale geschiedenis iets met identiteit te maken moet hebben. Holland was tot het einde van de Republiek een zelfstandige politieke eenheid en is dat tot op heden nog steeds enigszins. Dat is genoeg aanleiding om er een afzonderlijk verhaal aan te wijden. Machtsvorming heeft nu eenmaal betrekking op een bepaald territorium. In dat gebied gebeurt in de loop der jaren vanzelf van alles – mensen kunnen niet stilzitten – en het verhaal daarover kun je vertellen voor wie er toevallig in geïnteresseerd is.
        Dat gebeurt in dit eerste deel over de Middeleeuwen vrij helder. In feite wordt het verhaal van dezelfde mensen vier keer vanuit vier verschillende gezichtspunten verteld: vanuit politiek, economie, religie en cultuur. De grabbelton die meestal `sociale geschiedenis’ wordt genoemd, komt niet overmatig aan bod en is over de andere hoofdstukken verdeeld. Je verbaast je alleen wel eens over de tegenstrijdigheid van de menselijke natuur: waren die opdrachtgevers van al die fraaie, vaak vrome kunstproducten nu echt dezelfde lieden die in het hoofdstuk over de politiek zo’n gewelddadige indruk maakten? Veel beter dan hedendaagse warlords lijken die Hollandse graven en edelen meestal niet, en toch kun je je verbazen over het fraais op economisch en artistiek gebied dat onder hun heerschappij tot stand is gekomen.

Koeien
Dit hele deel draagt sterk het karakter van een voorgeschiedenis voor de latere ontplooiing van Holland. Een bezwaar tegen een dergelijk finalisme lijkt me niet terecht. Het eigenaardige van mensen is nu eenmaal dat ze er soms – of vaak, of meestal – naar streven om de wereld rijker geschakeerd achter te laten dan ze die bij hun geboorte aantroffen, en daar zijn de Hollanders in een eeuw of vijf wonderwel in geslaagd. Al was hun vernieuwende optreden vaak bittere noodzaak. Als de bodem voortdurend zakt en graanverbouw onmogelijk maakt, moet je wel iets verzinnen: koeien houden, in steden wonen, ambachtsproducten maken, graan importeren, zuivel exporteren, en nog meer handel drijven. In het algemeen hebben de auteurs de neiging om latere ontwikkelingen nogal vroeg te zien aankomen, al in de twaalfde en dertiende eeuw; dat is misschien wel het belangrijkste kenmerk van dit deel.
        Een ander soort finalisme is dubieuzer. Als je dit boek bibliografisch correct wilt categoriseren, dan behoort het primair tot de Duitse regionale geschiedenis. Maar ook hier komt het Heilige Roomse Rijk (van de Duitse natie) als omvattend kader slechts terloops ter sprake. Het argument is altijd dat de invloed van dat Imperium aan de randen slechts beperkt was. Maar als de geschiedenis nu eens zijn normale loop had gehad en het huidige Nederlandse grondgebied bij Duitsland, of anders wel Frankrijk, had behoord, zou dan de ruimere context ook zo schaars behandeld zijn?
        Het boek is rijk geïllustreerd. Op bijna elke tweede bladzijde staat wel een afbeelding of kaart. Het hoofdstuk over de cultuur krijgt gelukkig veel meer plaatjes mee dan dat over de politiek. Alle kleur komt daarbij uit de Middeleeuwen – wel meestal uit de vijftiende of zestiende eeuw -, terwijl de hedendaagse foto’s van bouwwerken zonder uitzondering in sepia afgedrukt zijn. Wat mij betreft had er wat meer landschap afgebeeld mogen worden.
        Het middeleeuwse Holland was niet het belangrijkste gewest van de latere Nederlanden. Maar terwijl in algemene geschiedenissen van Nederland de disproportionele aandacht voor Holland vaak storend is, heb je daar in een geschiedenis van Holland nou eens heerlijk geen last van.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.