Edward – Ted – Kennedy was na de moord op zijn broers John en Robert de laatste Kennedy, die misschien president had kunnen worden. Een auto-ongeluk in 1969 met gruwelijke afloop maakte aan deze aspiratie een einde.
De 37-jarige Kennedy belandde ’s nachts in Massachusetts op het eilandje Chappaquiddick met zijn auto in het water. Hij redde zich eruit, maar zijn medepassagier, de 28-jarige campagnemedewerkster Mary Jo Kopechne, overleefde het niet. Volgens experts had zij het mogelijk overleefd als Kennedy meteen hulp had gehaald. Waarschijnlijk is ze na een paar uur gestikt toen alle zuurstof uit een luchtbel in de auto was verdwenen. Maar Kennedy meldde het ongeluk pas tien uur (!) later bij de politie. Wat hij in die tussentijd deed is te zien in het voor hem vernietigende docudrama Chappaquiddick, in Nederland te zien onder de titel The Last Son. In de op intensieve research gebaseerde film staat Kennedy’s handelen na het ongeluk meteen in het teken van reputatieherstel. Hij overlegt ’s nachts met medewerkers, belt zijn vader Joe Kennedy voor advies uit bed, en gaat naar zijn hotel. Pas de volgende morgen meldt hij het ongeluk bij de lokale politie, die geen partij is voor de Kennedy-machinerie. Die framet het ongeluk als een tragedie, waaronder Kennedy hevig lijdt. Met een live-uitzending op tv presenteert Kennedy zich als een gebroken man. Het werkt, want hij wordt niet vervolgd voor dood door schuld. President is Ted Kennedy niet geworden, maar met 47 (!) jaar wel een van de langst zittende leden van de Senaat.
Jos van der Burg filmrecensent bij Het Parool en de Filmkrant.
Dit artikel is exclusief voor abonnees