De Pools-Litouwse Emilia Plater voerde in 1831 opstandelingen aan tegen het Russische gezag. Dat lag gezien haar aristocratische afkomst helemaal niet voor de hand. Maar ze reed nu eenmaal liever paard dan dat ze borduurde. Ze droomde van revolutie, niet van een echtgenoot.
Op een pleintje in een klein dorp in Litouwen, omgeven door groen, staat een standbeeld van een jonge vrouw, gekleed als soldaat. Het is Emilia Plater (1806 – 1831) en zij is een nationale held in onder andere Litouwen, Belarus en Polen. Emilia kreeg die status door haar rol tijdens de Novemberopstand van 1830, toen Poolse nationalisten in opstand kwamen tegen tsaar Nicolaas I van Rusland.
Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Emilia werd geboren in Wilno (het huidige Vilnius), als telg van de rijke aristocratische familie Plater. Volgens haar kennis en biograaf Josef Straszewic was ze het ‘zoetste kind dat je je maar voor kon stellen’, had ze een groot patriottisch hart en was ze de lieveling van haar familie. Dankzij het boek van Straszewic kennen we haar nog steeds. Juist door die geromantiseerde en hier en daar zelfs dweepzieke biografie spreekt zij nog steeds tot de verbeelding. Dat Straszewic haar als een soort heilige beschouwt, blijkt wel uit hoe hij haar als kind beschrijft: ‘Haar leven is mij goed bekend. Ik heb meegemaakt hoe Emilia in haar jongere jaren graag praatte over het glorieuze Polen, zoals leeftijdsgenoten over een geliefde praatten.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Na de scheiding van haar ouders, een opvallende gebeurtenis in een katholiek land in de negentiende eeuw, ging Emilia samen met haar moeder bij een rijke tante wonen. Haar vader zag ze nooit meer. Haar tante had veel landgoederen en het kasteel waar Emilia in opgroeide stond vol zeventiende-eeuwse kunst, was omgeven door tuinen in Engelse en Franse stijl en werd onderhouden door maar liefst 15.000 lijfeigenen. Ze had veel bewondering voor hen. Zij hadden een zwaar leven, maar volgens Emilia hadden ze meer liefde voor hun land dan de rijken voor wie ze werkten, terwijl die het toch beter voor elkaar hadden.
De vooruitstrevende moeder van Emilia, Anna von der Mohl, vond de ontwikkeling van haar dochter erg belangrijk. In de bibliotheek, waar ze veel tijd doorbracht, maakte Emilia op jonge leeftijd kennis met Duitse schrijvers uit de Verlichting als Goethe en Schiller. Door hen geïnspireerd ging ze zelf ook poëzie schrijven. Wanneer Emilia niet thuis aan het schrijven was, ging ze op reis, bijvoorbeeld naar Londen en Parijs. Ze had een enorme honger naar kennis en wilde zo veel mogelijk leren over andere culturen. Zoals ze het zelf zei: ‘Ik ga op reis om kennis te maken met meer ontwikkelde beschavingen dan de onze, om mijn wetenschappelijke kennis te verbeteren. Zo leer ik ook mijn eigen land beter kennen en zal ik nog meer van Polen houden.’
Grote voorbeeld Jeanne d’Arc
Een reis naar Krakau maakte op haar veel indruk. Hier hoorde ze nauwelijks Russisch praten, alleen haar eigen taal en dat deed haar veel plezier. Emilia’s toch al behoorlijk ontwikkelde nationalisme nam door deze reizen verder toe en ze ging op zoek naar een rolmodel waar ze zich in kon herkennen. Zo kwam ze op het spoor van Jeanne d’Arc.
Het leven van de ‘Maagd van Orléans’ sprak enorm tot Emilia’s verbeelding. Volgens Straszewicz was ze ‘jaloers op d’Arc’s roem en was het haar vurige wens te doen voor Polen wat Jeanne d’Arc eerder had gedaan voor Frankrijk. Dit was haar enige doel.’ Ze bestudeerde dan ook alles wat met Jeanne d’Arc te maken had en plakte de binnenkanten van haar kasten vol met teksten en plaatjes uit boeken over haar grote voorbeeld. Aan de met stof beklede muren van haar slaapkamer hing ze ook prenten van de Griekse verzetsheldin Lazkarina ‘Bouboulina’ Pinotzis (1771-1825). Ooit, hoopte ze, zou ze net zo’n heldhaftig bestaan leiden als deze vrouwen.
Bouboulina en de Griekse strijd
Van 1821 tot 1829 voerden de Grieken een onafhankelijkheidstrijd tegen de Ottomanen. Laskarina Bouboulina (1771 – 1825) speelde daar een belangrijke rol in. Ze sloot zich als een van de weinige vrouwen aan bij Filiki Etaireia (‘Gezelschap van Vrienden’), een geheime organisatie die de oorlog tegen de Ottomanen voorbereidde. Bouboulina trouwde twee keer en verloor beide echtgenoten. Van het geld dat ze aan haar huwelijken overhield besloot ze een oorlogschip te bouwen met achttien kanonnen. Met dat schip wierp ze in Nafplio een blokkade op. Dit was het begin van de succesvolle strijd tegen de Ottomanen en als beloning werd ze na haar dood tot de eerste vrouwelijke admiraal benoemd.
Zodra Emilia oud genoeg was om zelf te bepalen hoe ze haar dagen invulde, liet ze het tekenen en muziek maken voor wat het was (hoe iemand daar echt plezier aan kon beleven was voor haar onvoorstelbaar) en verdiepte ze zich in geschiedenis, schieten, paardrijden, schermen en de werking van wapens. Steeds meer droomde ze over revolutie en bevrijding van de Russen, die sinds de Derde Poolse Deling van 1795 heer en meester waren in haar geboorteland. Die opstandigheid had ze van geen vreemde. Een van haar lievelingsneven had tijdens een college aan de universiteit op het krijtbord geschreven: ‘Hoera voor de Poolse constitutie! Lieve Heer! Wie zal deze weer in ere herstellen?’
Door deze daad werd haar neef gezien als een gevaarlijk revolutionair leider en moest hij soldaat worden in het Russische leger. Dat was het laatste zetje voor Emilia. Zij besloot zich met hart en ziel toe te leggen op de voorbereiding voor de revolutie. Elke dag, weer of geen weer, reed ze te paard over velden en door bossen als training voor de komende strijd.
‘We moeten vechten!’
Het jaar 1830 was onrustig in verschillende delen van Europa. Er braken revoluties en opstanden uit in onder meer Parijs en Brussel. De Russische tsaar Nicolaas I, wiens zus Anna Paulowna was getrouwd met de Nederlandse kroonprins Willem II, wilde Poolse soldaten naar België sturen om de onrust daar te bezweren. Dit pikten ze niet en op 29 november bestormde een groep kadetten het Belvedèrepaleis in Warschau. Dit was voor nationalistische politici het startsein om de revolutie uit te roepen. Op 25 januari 1831 zwoer de Poolse Landdag (Sejm) de tsaar en zijn Romanov-dynastie af.
Het moment waar Emilia Plater zich op had voorbereid, was aangebroken. In een brief aan haar familie vertelde ze van haar plannen. Voor ze naar het front vertrok knipte ze haar lange haar af, trok een soldatenuniform aan en pakte haar pistolen. Ze wilde een van de eerste zijn die ‘het einde van de Russische heerschappij zou aankondigen’ en had dus geen tijd te verliezen. Plater vertrok niet alleen, ze nam enkele tientallen lijfeigenen met zich mee. In een dorp waar de strijdlustigen zich hadden verzameld, sprak ze de menigte toe. Volgens haar biograaf Straszewic vertelde ze dat er genoeg redenen waren om zich tegen de Russen te verzetten: de hoge belastingen, hun kinderen die gedwongen het Russische leger in moesten en de algehele onderdrukking. Het was tijd voor de Polen om zich ‘los te maken van de Russische ketens die ons vasthouden, we moeten vrij zijn, we moeten vechten!’
Van boudoir naar slagveld
Meteen na deze toespraak gingen Plater en haar troepen op pad. Haar gevechtsterrein was Litouwen. Na een wekenlange tocht hoorde ze dat de Russen van plan waren hen bij een klein dorp tegen te houden. Ze besloot de Russische troepen niet, zoals haar geadviseerd werd, te vermijden, maar om juist op ze af te gaan. Ze begreep dat een eerste overwinning haar troepen het zelfvertrouwen zou geven om daarna, zoals ze zei, ‘nog duizenden overwinningen te behalen’. En ze kreeg gelijk. De Russen werden verrast door de aanval en Platers soldaten gingen er met de zege vandoor.
Plater had volgens Straszewic dan wel succes als aanvoerder, toch was er veel onrust onder de soldaten over haar leiderschap als vrouw. Regelmatig kwamen er soldaten naar haar toe om ongevraagd advies te geven: zou het niet beter zijn als zij zich zou gedragen als de zwakke vrouw die ze was, met bovendien een kwetsbare teint die toch niet zonder nachtrust kon? Plater hoorde hen aan en gaf beleefd antwoord: het was een grote eer om samen de strijd te voeren. Echt, ze hoefden zich over haar geen zorgen te maken. Ze was dan wel een zwakke vrouw, maar ze had wapens om zich te verdedigen.
Meer vrouwen aan het front
Van de Novemberopstand was Emilia Plater de heldin, maar ze was niet de enige vrouw die zich verzette tegen de Russen. Tijdens de Januariopstand van 1863, toen Polen nogmaals tegen russificatie in opstand kwam, werd Maria Piotrowiczowa (1839 – 1863) bekend.Net als Emilia sloot ze zich aan bij het Poolse leger. Ze begon met het regelen van eten en wapens, maar toen er steeds minder soldaten overbleven, mocht ze vechten. In 1863 werd Maria, zwanger van een tweeling, met zo veel geweld gedood dat het vrouwen verboden werd in de frontlinie te vechten.
Omdat ze zich bij elke veldslag bewees, zou Emilia Plater in juni 1831 tot kapitein zijn benoemd. Maar in het najaar werd duidelijk dat de opstandelingen niet konden winnen van het Russische leger. De Poolse bevelhebber Dezydery Chlapowski besloot met zijn troepen te vluchten naar Pruisen en gaf Plater opdracht hetzelfde te doen. Ze weigerde, stormde de tent van haar generaal binnen en, terwijl iedereen buiten stond te luisteren, vertelde hem dat ze hem zwak vond en dat zijzelf liever haar leven zou geven dan zich terug te trekken.
Plater was inmiddels door oorlogsontberingen verzwakt, maar ongebroken. Met slechts twee man begeleiding probeerde ze Warschau te bereiken. Tot haar verdriet zag ze dat elk eerder verworven gebied weer door de Russen was ingenomen en de hoop op een vrij Polen werd met de dag kleiner.
Haar gezondheid ging nu ook hard achteruit. Na een kort ziekbed stierf Emilia Plater op 23 december 1831, 26 jaar oud. Zelfs op haar sterfbed hield ze de wapens nog stevig vast. Ook haar dood was volgens Straszewic uiteraard heldhaftig, zo zou ze op haar sterfbed gezegd hebben: ‘Vrees niet voor Emilia, zij weet hoe te sterven.’
De biografie van Straszewic uit 1843 is de belangrijkste bron over het leven van Emilia Plater. Het is geschreven in de traditie van het Romantisch nationalisme, en bedoeld om mensen te inspireren. Dat maakt het lastig om feiten van verdichtsels te onderscheiden. Of Plater werkelijk troepen in het gevecht heeft aangevoerd, of dat zij eerder een symbolische rol speelde, kan niet met zekerheid worden vastgesteld.
Wel is duidelijk dat Emilia een zeer onconventioneel leven heeft geleid. Als aristocratisch meisje liet ze haar comfortabele bestaan in het kasteel van haar tante achter zich om zich aan te sluiten bij de strijd voor een onafhankelijk Polen. Haar verhaal werd na haar dood net zo’n bron van inspiratie als dat van haar eigen grote idool Jeanne d’Arc. Er werden gedichten over haar geschreven en standbeelden voor haar opgericht. Zoals in dat kleine dorpje in Litouwen, uitkijkend over het land waar ze zo van hield.