Home Jeanne d’Arc gaf de Fransen weer moed

Jeanne d’Arc gaf de Fransen weer moed

  • Gepubliceerd op: 17 maart 2022
  • Laatste update 28 jan 2025
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 12 minuten leestijd
Portret van Jeanne d'Arc

In de Middeleeuwen deed een legende de ronde dat een maagd de Fransen zou redden. In 1429 was ze er eindelijk: Jeanne d’Arc. Ze vijzelde het moreel op, hielp de Engelsen verdrijven en werd een nationale heldin. Zes eeuwen later spreekt Jeanne nog steeds tot de verbeelding.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog liet de Amerikaanse president Roosevelt duidelijk merken dat hij grote moeite had met de zelfbenoemde leider van de Vrije Fransen, Charles de Gaulle. In 1943 zei hij tegen de Franse generaal dat hij diens beweging niet kon erkennen, omdat hij niet democratisch gekozen was. Hierop reageerde De Gaulle verontwaardigd: ‘Dat was Jeanne d’Arc ook niet.’

Charles de Gaulle en Jeanne d’Arc

Het is typerend voor het immense ego van De Gaulle dat hij zichzelf zonder blikken of blozen vergeleek met dé nationale heldin van Frankrijk, hét symbool van het Gallische nationalisme. Onproblematisch was deze vergelijking echter niet, omdat Jeanne d’Arc eveneens het symbool was van het regime van De Gaulles grootste tegenstander, maarschalk Philippe Pétain, de hoogbejaarde leider van Vichy-Frankrijk, die met de Duitsers collaboreerde.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

De aanhangers van Pétain wezen er graag op dat de vijftiende-eeuwse heldin niet alleen vroom katholiek was geweest – in 1920 was ze zelfs heilig verklaard –, maar ook tegen de Engelsen had gevochten. Die strijd tegen het ‘perfide Albion’ ging nog altijd door, zij het nu met het Duitsland van Hitler als voornaamste bondgenoot. De gaullisten konden hier natuurlijk terecht tegen inbrengen dat Jeanne d’Arc tegen een buitenlandse bezetter had gestreden, en dat de Vrije Fransen dat nu eveneens deden.

Ook het Front National tooit zich graag met de afbeelding van Jeanne d’Arc

Ook een hedendaagse nationalistische partij als het Front National tooit zich graag met de afbeelding van het geharnaste meisje en legt regelmatig kransen bij de talloze standbeelden die er in Frankrijk van haar zijn. Als een moderne Jeanne d’Arc wil partijleider Marine le Pen graag alle – zij het nu ongewapende – ‘buitenlanders’ uit Frankrijk wegjagen.

De legendarische Maagd van Orléans spreekt overigens niet alleen tot de verbeelding van ‘rechts’ Frankrijk. Socialisten en communisten zagen in haar vóór alles iemand van eenvoudige komaf, die meer moed en inzicht aan den dag legde dan de koning en alle aristocraten bij elkaar. En veel vrouwen prijzen Jeanne als de eerste echte feministe, die radicaal de rolpatronen doorbrak en door afgunstige, in hun eer en mannelijkheid aangetaste mannen op 19-jarige leeftijd de brandstapel op werd gesleurd.

Shakespeare: Jeanne als schijnheilige heks

Kortom, Jeanne d’Arc is er in vele smaken. Het is dan ook geen wonder dat veel schrijvers, musici en filmmakers haar tot onderwerp kozen, al schilderden ze niet altijd een positief beeld van het boerenmeisje dat oorlog voerde. In Henry VI zette Shakespeare haar neer als een schijnheilige heks, die terecht verbrand werd, en in een lang gedicht stak Voltaire de draak met haar mysticisme. In reactie hierop schreef Friedrich Schiller echter weer een toneelstuk waarin Jeanne een romantische held is en dat door Tsjaikovski later is bewerkt tot opera.

Mark Twain schreef een verheerlijkende historische roman over haar, en George Bernard Shaw een drama waarin zij optreedt als voorloopster van de Reformatie. Terwijl Bertolt Brecht haar in Die heilige Johanna der Schlachthöfe portretteerde als de aanvoerder van opstandige arbeiders en Carolyn Gage in The Second Coming of Joan of Arc een lesbische feministe van haar maakte.

Jeanne d’Arc is inmiddels ook een karakter in een game

Leonard Cohen en Patti Smith zongen over haar, en het kitscherige synthesizerbandje Orchestral Manoeuvres in the Dark had in 1981 zelfs een hit met het afschuwelijke ‘Joan of Arc’. Otto Preminger, Robert Bresson en Roberto Rosselini maakten films over Jeanne, waarbij de laatste de hoofdrol liet spelen door Ingrid Bergman, die twintig jaar te oud was voor deze rol. In tal van tv-series duikt de figuur van Jeanne d’Arc op en tegenwoordig frequenteert ze ook menig computerscherm. In de computergame Angel Master uit 2013 is ze een van de drie belangrijkste karakters.

Het zal duidelijk zijn dat veel van deze Jeannes behoorlijk losgezongen zijn van de historische Jehannette, dochter van Jacquot Darc of Dars, die rond 1412 geboren werd in het Lotharingse dorpje Domrémy, in het huidige departement Vogezen. 

Veel bronnen over Jeanne d’Arc

Nu geldt voor veel middeleeuwse figuren dat er weinig contemporaine bronnen beschikbaar zijn, zodat latere auteurs doorgaans de vrijheid hebben om zo’n persoonlijkheid ‘in te kleuren’. Voor Jeanne d’Arc gaat dit veel minder op, aangezien zowel haar proces in 1431 als de rehabilitatieprocedure van 1456 ongekend veel materiaal opleverden. Bovendien was Jeanne zo’n opmerkelijke figuur dat veel tijdgenoten in kronieken, dagboeken en brieven melding van haar hebben gemaakt.

Jeanne is vooral vanaf de negentiende eeuw symbool van het Franse nationalisme geworden. Maar in haar tijd bestond de natiestaat nog helemaal niet, laat staan dat mensen een idee hadden van wat het wilde zeggen om ‘Frans’ te zijn. Ze dachten veel meer in dynastieke termen. Met ‘Frankrijk’ werd het gebied bedoeld waar de rechtmatige erfgenaam van de Franse troon zich bevond. 

Honderdjarige Oorlog

Al ver voor Jeannes geboorte was een lange reeks conflicten begonnen, die historici gemakshalve aanduiden als de Honderdjarige Oorlog, maar die in werkelijkheid duurde van 1337 tot 1453 en uit een serie oorlogen bestond. Het huidige Frankrijk was een lappendeken van gebieden die onderhorig waren aan verschillende heren, waarbij de loyaliteiten vaak ingewikkeld lagen.

Zo waren de hertogen van Normandië sinds 1066 tevens koning van Engeland, die als heerser over Aquitanië en andere streken in het westen van Frankrijk ook leenman van de Franse koning was. En in het noordoosten trokken de Bourgondische hertogen zich niets aan van de Franse koning en werkten regelmatig samen met de Engelsen.