Net als trans-Atlantische slaven kregen slaven in Egypte in de Late Periode van de zevende tot en met de vierde eeuw voor Christus brandmerken. Dat concludeert egyptoloog Ella Karev op basis van gevonden brandmerken en teksten.
Uit bronnen was al bekend dat Egyptenaren slaven als hun eigendom markeerden met een teken op de huid, maar het idee bestond dat het hierbij ging om tatoeages. Er zijn namelijk oude Egyptenaren gevonden – vrijwel allemaal vrouwen – met tatoeagesporen. Maar Karev wijst erop dat het bij hen duidelijk ging om versieringen, mogelijk met religieuze functies. Een van de getatoeëerde vrouwen was namelijk een priesteres van Hathor.
Meer lezen over het Oude Egypte? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Daarnaast zijn er brandmerken gevonden. Grote exemplaren, die bestemd waren voor runderen, maar ook kleine versies van ongeveer 2 bij 4 centimeter. Een merkteken van dat formaat zou op een rund na verloop van tijd onherkenbaar worden, oordeelt Karev, maar op een mens niet.
Nu zouden de kleine brandmerken ook gebruikt kunnen zijn voor kleine dieren, zoals geiten. Maar teksten wijzen in een andere richting. Daarin wordt op een soortgelijke wijze geschreven over het markeren van slaven in Egypte als over het brandmerken van vee. En dus stelt Karev dat mensen in slavernij met een heet stuk ijzer werden verminkt – vermoedelijk op hun rechterarm of -hand.