Home EEN VREEMDELING OP DE WEGEN. HET LEVEN VAN LODEWIJK VAN DEYSSEL VANAF 1890

EEN VREEMDELING OP DE WEGEN. HET LEVEN VAN LODEWIJK VAN DEYSSEL VANAF 1890

  • Gepubliceerd op: 19 maart 2003
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Arjen Fortuin
  • 3 minuten leestijd

De tachtigste verjaardag van Lodewijk van Deyssel (1864-1952), gevierd met een receptie in het Haarlemse Hotel Lion d’Or, werd door niet meer dan achtentwintig genodigden bezocht. Dat geringe aantal kan worden verklaard uit de deplorabele toestand waarin Nederland zich in september 1944 bevond. Er was geen officieel cadeau; in plaats daarvan schonk Godfried Bomans de jarige een stuk zeep. Maar er was ook een andere verklaring. De rol van de Tachtiger Van Deyssel was in het literaire leven al enige decennia marginaal. Zijn beroemdste boeken waren een halve eeuw oud; slechts weinigen keken naar hem om.


Juist in die oorlogsjaren maakte Van Deyssel kennis met Harry Prick, een zeventienjarige scholier die er persoonlijk voor zou zorgen dat van Deyssels leven en werk niet in vergetelheid zouden raken. Van Deyssel had geen haast toen hij Prick tot zijn biograaf benoemde. ‘Ik heb uit je laatste brieven begrepen, dat de monografie van den ondergeteekende door Harry Prick over twintig jaar mag worden verwacht,’ schreef hij Prick. Bij Van Deyssels dood in 1952 werd Prick eigenaar van de literaire nalatenschap, bestaande uit een enorme hutkoffer vol papieren. Prick was er een halve eeuw zoet mee, maar nu is hij klaar met ‘onze biografie’, zoals Van Deyssel graag zei. Vijf jaar na het eerste deel In de zekerheid van eigen heerlijkheid (1000 p.) verscheen Een vreemdeling op de wegen (1400 p.).
        Dit tweede deel mist de grootse momenten, want groots en meeslepend is Van Deyssels leven vanaf 1890 niet meer. Pricks aandacht gaat vooral uit naar de curiosa, zoals het stappenplan dat Van Deyssel ontwierp om tijdig uit bed te komen. De biograaf neemt te weinig afstand van zijn onderwerp, bewandelt te veel zijpaden en analyseert slechts mondjesmaat. Zo lezen we over de correcties die Van Deyssel aan Prick zond, nadat de jongeling in november 1945 zijn idool een beschrijving had gegeven van diens interieur: ‘Er zijn drie beminnelijke vergissingen in, de eenige, en die curiëuser wijze alle drie betrekking hebben op het zelfde voorwerp. En dit voorwerp is mijn zwarte wandelstok. Ten eerste heeft deze stok niet een zilveren (of zilverkleurigen) “handvat”, maar is dat handvat een bóógvormige voortzetting van den stok zelf. Ten tweede, wordt deze stok nooit door een bezoeker gebruikt om er meê op mijn deur te tikken (zooals wij, inderdaad, wèl op Van Looy’s deur deden). Ten derde is deze stok nooit gebruikt om er overgordijnen meê dicht te schuiven.’

Things-to-do-lijstje
Hoewel je het boek door de overvloed aan tamelijk willekeurige details onmogelijk een goede biografie kunt noemen, gaat er juist vanwege die overvloed ook een bizarre bekoring van uit. Niet zozeer omdat het de levensbeschrijving van een belangrijk schrijver is, als wel omdat het de weerslag vormt van een vreemde symbiose tussen twee al te encyclopedische geesten. Van Deyssel wilde op maniakale wijze alles vastleggen: de dagen moesten worden gevangen in wat nu een things-to-do-lijstje heet, met een overzicht van volbrachte taken aan het eind van de dag. Prick ontmoette hem, werd zijn vriend en deed het hem na. Daarbij werd gaandeweg steeds minder duidelijk of Prick zelf zoveel mogelijk op Van Deyssel wilde lijken, of dat hij de Van Deyssel in zijn boeken al dan niet bewust naar zichzelf heeft gemodelleerd.
        Juist doordat de biograaf zich zo radicaal aan ordenen overgeeft, zoals zijn held ook alles ordende om zo de chaos te bezweren, wordt de urgentie van Van Deyssels vaak potsierlijke gedragingen extra invoelbaar. Al die kleinigheden van Prick maken dat je steeds meer gaat begrijpen hoe het mechanisme werkt waarmee iemand zich in details verliest. En dus ook waarom Van Deyssel niet meer tot opzienbarende literatuur kwam en er op zijn tachtigste verjaardag slechts achtentwintig mensen verschenen. Het is een pijnlijk beeld van een jarenlange creatieve blokkade, dat steeds angstaanjagender uit Pricks encyclopedische verslag opdoemt.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.