Home ‘Eén soap vervangen door geschiedenis zou al prachtig zijn’

‘Eén soap vervangen door geschiedenis zou al prachtig zijn’

  • Gepubliceerd op: 23 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

De Nederlandse televisie besteedt te weinig zendtijd aan geschiedenis. De programma’s die er zijn, laten te wensen over. Zo denkt de grote meerderheid van Historisch Nieuwsblad-lezers erover. In totaal hebben 331 lezers gereageerd op de stelling ‘Het geschiedenisaanbod op de Nederlandse televisie is onder de maat’. Maar liefst 79 procent is het daarmee eens; 14 procent onderschrijft de stelling niet.

‘In vergelijking met landen als Duitsland en Groot-Brittannië wordt in Nederland veel te weinig geschiedenis op televisie aangeboden,’ vindt J. Dijkhuis. Veel respondenten stemmen daarom af op ZDF, BBC of de Belgische zender Canvas. De grote regelmaat waarmee deze zenders historische series en documentaires uitzenden, zo schrijft J. Wolters, ‘daar kan de Nederlandse publieke omroep nog een puntje aan zuigen’. T. Lanting ergert zich vooral aan de ‘incourante tijdstippen, meestal ’s nachts’ waarop geschiedenisprogramma’s in Nederland worden uitgezonden.

‘Eén soap vervangen door een uitzending over de Nederlandse geschiedenis zou al prachtig zijn,’ verzucht B.C.L. Lamberts. Maar voor C.J.H. van Hal is dat niet genoeg. ‘Er moet een populair-wetenschappelijke zender komen om aan de cultuurarmoede op tv een eind te maken.’

Volgens C.J.A. Tilgenkamp zijn de professionele historici zelf debet aan het schrale aanbod. ‘Als er dan een toegankelijk programma is, zoals In Europa van Geert Mak, dan wordt er door historici zo’n berg kritiek gegeven op het niveau en de fouten dat men zich kan afvragen of geschiedenis inderdaad maar in het verborgene moet blijven. Wie durft zijn reputatie eraan te wagen?’

Niettemin hebben ook veel respondenten inhoudelijke kritiek op het geschiedenisaanbod op de Nederlandse televisie. Sommigen vinden de informatie vaak oppervlakkig. ‘Sowieso is het aanbod aan programma’s waarbij je niet als 12-jarige wordt beschouwd slecht,’ schrijft H.W. de Nie. Volgens A. Jansen worden historische feiten op televisie vaak ronduit ‘foutief of suggestief gebracht’. Dat komt, zo meent A.J. de Jong, doordat historische gebeurtenissen worden ‘bekeken met de huidige maatstaven’. En P. den Hartog vindt dat veel historische televisieprogramma’s uitgaan van de valse opvatting dat ‘vroeger alles beter was’.

Ook de onderwerpkeuze kan sommige respondenten niet bevredigen. M.J. Enklaar zou willen dat ‘meer onderwerpen dan alleen de Tweede Wereldoorlog’ aan bod kwamen. P.W. Nusselder vindt dat het aanbod te veel beperkt blijft tot eigentijdse geschiedenis, omdat er ‘alleen programma’s met historische bewegende beelden’ worden uitgezonden. Met een beetje creativiteit moet het volgens hem mogelijk zijn om ook over langer vervlogen tijden aantrekkelijke televisie te maken: ‘Durf te verbeelden!’

Niet iedereen is zo somber over de oogst. ‘Er zijn genoeg geschiedenisprogramma’s, waaronder Andere Tijden en In Europa en ook documentaires,’ aldus M. Dingjan. ‘Bovendien is met de opkomst van digitale televisie het aanbod aan geschiedenis groter dan ooit. Kijk maar naar History Channel, Geschiedenis TV en Nostalgie Net.’ Ook P.G. Roeffen vindt dat de geschiedenisliefhebber zich ‘helemaal niet te beklagen’ heeft. Omroepen moeten nu eenmaal keuzes maken, en ‘ook al mag geschiedenis zich in een toenemende populariteit verheugen, het onderwerp trekt te weinig kijkers om een heel jaar door alles uit de kast te trekken’.

Bovendien signaleren sommige respondenten een toename van het aantal historische televisieprogramma’s. ‘Ik zie een kentering,’ schrijft R. Verduyn. ‘De belangstelling neemt toe, wat resulteert in aardige programma’s van onder anderen Geert Mak en natuurlijk Andere Tijden. En ik zie uit naar de programma’s met Rob Trip [De Oorlog, een remake van de Loe de Jongs De Bezetting, uitgezonden in 2009] en Charles Groenhuijsen [Verleden van Nederland], die hopelijk op een kundige manier de geschiedenis laten spreken.’

Maar niet iedereen is blij met nog meer nieuwe series. ‘Ik heb nu al geen tijd om alles te volgen,’ klaagt W. Mol. En J.C. Meijer kan het zelfs met de videorecorder niet meer bijbenen. ‘Als je veel programma’s opneemt en pas later bekijkt, dan wordt het vanzelf geschiedenis.’

De nieuwe stelling heeft betrekking op het bloedbad dat Nederlandse soldaten in 1947 aanrichtten in het Indonesische dorpje Rawagede. Nabestaanden hebben met hulp van advocaat G. Pulles een rechtszaak aangespannen tegen de Nederlandse staat en eisen officiële excuses en smartengeld. De stelling van deze maand luidt daarom: Nederland moet financiële compensatie bieden aan de slachtoffers van de Politionele Acties in Indonesië.

‘Het geschiedenisaanbod op de Nederlandse televisie is onder de maat.’

Eens: 79%
Oneens: 14%
Geen mening: 7%

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.