Home Dossiers Middeleeuwen Een pelgrim uit China

Een pelgrim uit China

  • Gepubliceerd op: 18 november 2022
  • Laatste update 24 nov 2022
  • Auteur:
    Philip Dröge
  • 11 minuten leestijd
Een pelgrim uit China
Cover van
Dossier Middeleeuwen Bekijk dossier

Waarom nu?

De vervolging van religieuze minderheden in China neemt toe. Niet alleen de Oeigoerse moslims, maar ook christenen hebben het zwaar te verduren. Kruizen en kerkgebouwen worden vernield.

In de dertiende eeuw reisde bedevaartganger en diplomaat Rabban Bar Sauma van China naar Europa. Daar ontmoette hij koningen, kardinalen en zelfs de paus. Al die tijd wilde hij eigenlijk naar Jeruzalem. Maar niets liep zoals gepland in het leven van deze Aziatische Marco Polo.

In het jaar 1288 zet een oude man in Bagdad zijn schrijfstokje op een stuk papier. Hij voelt een sterke drang om zijn verhaal op te schrijven – over zijn herkomst, zijn reizen, zijn belevenissen. Want wie anders heeft zo’n vol leven gehad als hij? De belangrijkste keizer van zijn tijd heeft hij ontmoet, de grootste koningen en de meest verheven geestelijk leiders. Dit verhaal moet echter niet over hem gaan, maar over God.

Zijn met inkt volgezogen punt danst over het papier en vormt misschien wel de belangrijkste zin van deze memoires: ‘In Gods voorkennis is alles bekend.’

Jezus Christus afgebeeld op een Chinees fresco uit de negende eeuw.

Lang voor hij, Rabban Bar Sauma, ter wereld kwam op de vlaktes van noordelijk China, had God hem al gekozen, zo schrijft hij op, hem een opdracht gegeven die zijn bestaan zou beheersen. ‘Bepaalde kenmerken van de verkiezing worden zichtbaar in de persoon van de verkozene.’ De woorden zijn voor Sauma geen speculatie, want het staat in de heilige geschriften; God geeft in zijn oneindige wijsheid sommige mensen een speciale opdracht.

‘Nog voordat Ik je maakte in de buik van je moeder, kende Ik je al. Al voordat je werd geboren, gaf Ik jou je taak,’ schreef de profeet Jeremia over zijn opdracht van God. Rabban Bar Sauma herhaalt de woorden in zijn eigen verhaal, gebruikt de hemelse kracht die ervan uitgaat. Alles wat hem is overkomen, was deel van een groter plan. En wat voor plan.

Wild plan

Sauma schrijft de woorden in het Perzisch. Het zal zes eeuwen duren voordat ze via een ingewikkelde estafette een groter publiek bereiken. Een monnik in de omgeving van Oermia, in het huidige Iran, vertaalt de tekst van Sauma niet lang na diens dood in het Syrisch. Dat geschrift komt in de bibliotheek van een nabijgelegen klooster terecht.

Daar vindt Jean-Baptiste Chabot het manuscript in 1895. De katholieke priester vertaalt het document van het Syrisch in het Frans. Nog eens drie decennia verstrijken en dan wekt de Franse vertaling de interesse van een Britse professor. Die maakt er een geannoteerde Engelse versie van en publiceert die. Het boek veroorzaakt enige opschudding in kringen van historici.

Meer lezen over China? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De wereld maakt eindelijk echt kennis met een opmerkelijke man, die dezelfde reis maakte als Marco Polo. In omgekeerde volgorde dan, van Beijing helemaal naar Europa. Maar waar we van Polo nog steeds niet zeker weten of hij China wist te bereiken, staat van de Chinees vast dat hij helemaal tot de Atlantische Oceaan wist te reizen. Ook uit andere bronnen dan zijn eigen geschriften; het bezoek van de Aziaat bleef in Europa niet onopgemerkt.

Sauma is geboren in Khanbaliq, bij het huidige Beijing, vermoedelijk rond 1220. Maar hij was geen etnische Chinees. Historici denken dat hij Oeigoers was, of hoorde bij een van de andere Turkmeense volkeren in China. Mogelijk was hij een Öngüd, een Mongools-Turkse stam. Zijn ouders waren rijk, maar belangrijk voor zijn verhaal is vooral dat hij ter wereld kwam in een christelijk huishouden. China kent sinds de zesde eeuw een kleine, maar bloeiende christelijke gemeenschap, gesticht door missionarissen uit India. Aanhangers van dit geloof bezetten zelfs hoge posities in de Mongools-Chinese maatschappij.

“Tot schrik van zijn ouders wil Sauma naar Jeruzalem”

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €3,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Zijn ouders noemen hem Sauma, ‘hij die is verwekt na vasten’. Want dat is wat zijn vader en moeder hebben gedaan om God over te halen hun een kind te gunnen. Rabban (‘meester’) is een eretitel die hij pas later krijgt. Tot schrik van zijn ouders heeft hun enige zoon een wild plan: hij wil op pelgrimage naar Jeruzalem. Sommige historici speculeren dat hij wellicht ook een boodschapper was van de grote Kublai Khan, met een bericht voor de heersers in het westen.

Hoe dan ook, Sauma gaat, met zijn jonge leerling Rabban Mark. China en zijn ouders zal hij nooit weerzien. Jeruzalem zal hij nimmer bereiken. Maar dat betekent zeker niet dat zijn reis is mislukt.

Aan hun lot overgeleverd

Tangut, Khotan, Taraz, Khorasan en Maragha – Sauma en Mark komen door de meest exotische oorden op hun jarenlange trektocht naar het westen. Ze gaan in zes maanden door de gortdroge Taklamakan-woestijn en trekken over de ijskoude uitlopers van de Himalaya. Ze krijgen te maken met nukkige lokale heersers en het gevaar van bandieten en opstandelingen; de stad Kashgar is net geplunderd als ze daar aankomen. Twee ongewapende monniken – het is een wonder dat ze de tocht door de binnenlanden ongeschonden door komen. Officieel horen deze gebieden allemaal bij het enorme Mongoolse Rijk, maar zo ver van de machtscentra aan de kust zijn ze aan hun lot overgeleverd.

Nog eens maanden later bereiken de twee Chinezen het belangrijke christelijke bolwerk Ani, tegenwoordig een ruïne in het uiterste oosten van Turkije. Vanaf die stad willen ze naar het zuiden trekken, om binnen enkele maanden Jeruzalem te bereiken. Maar God heeft andere plannen. Door de strijd van het Mongoolse leger tegen de Egyptische Mammelukken ligt er een front in wat nu zuidelijk Syrië is. Beide routes naar Jeruzalem, via Damascus en Bagdad, zijn gesloten, zo horen ze bij aankomst. De twee Chinezen zitten dus vast op driekwart van hun route en ze komen ongewild in politiek vaarwater terecht.

Wie heeft Rabban Bar Sauma ontmoet?

  • Kublai Kahn (onzeker)
  • Heersers Konbogha en Ifoga van Kawshang (nu waarschijnlijk Fengzhou)
  • Koning Kaido van Kashgar
  • Koningen Abaka en Arghun van het Il-Kanaat
  • Keizer Andronicus II van het Byzantijnse Rijk
  • Koning Karel II van Anjou
  • Koning Filip IV van Frankrijk
  • Koning Edward I van Engeland
  • Paus Nicolaas IV

Denha I is een belangrijk man in de regio. Als patriarch van de kerk van het oosten – waartoe Sauma en Mark ook behoren – bezit hij ook wereldse macht. Algemeen nemen historici aan dat hij zijn positie dankt aan de moord op een concurrent. Hij ziet in de twee exotische vertegenwoordigers van zijn geloof een kans om zijn macht uit te breiden. Dus stelt hij voor dat ze blijven. In de jaren die volgen, leven de twee christenen in verschillende kloosters in de regio en in Bagdad, waar Denha resideert. Ze bezoeken enkele heilige plaatsen in Mesopotamië, om toch een soort pelgrimage te hebben gedaan.

Maar Denha heeft plannen met de twee. Mark moet bisschop worden van de oosterse kerk en terugkeren naar China als vertegenwoordiger van de moordzuchtige patriarch. Sauma wil hij laten optreden als een sa’ora, zijn rondtrekkende vertegenwoordiger in Azië. Precies wat beide mannen niet willen; ze hebben geen ambitie om vooruitgeschoven posten van ‘Denha de moordenaar’ te worden en ze voelen ook geen behoefte om naar huis te gaan. Want misschien dat ze met geduld alsnog Jeruzalem kunnen bereiken. Het is echter een bevel dat ze niet kunnen weigeren.

Gelukkig grijpt God andermaal is. Strijd op de Zijderoute betekent dat er voorlopig geen konvooien naar het oosten gaan. En terwijl Sauma en Mark zitten te wachten tot het rustiger wordt, sterft Denha. Uitgerekend Rabban Mark wordt – deus vult – zijn opvolger. Dan komt alles in een stroomversnelling.

Vulkaanuitbarsting

Rabban Bar Sauma weet niet wat hij ziet. De hele horizon is gevuld met rook en de lucht is zwanger van een heftige zwavelgeur. Is dat misschien de adem van de grote zeeslang waarover hij zeelui bibberend heeft horen spreken? Als het schip dichterbij komt, is te zien dat de rook uit een hoge berg komt, die op de top in brand lijkt te staan. Van alle natuurlijke wonderen die Sauma op zijn reizen heeft gezien, is de uitbarsting van de Etna in 1287 wel het meest bijzondere.

De verrassingen zijn nog niet voorbij. Het schip met Sauma legt aan bij het huidige Napels, waar de plaatselijke heerser hem verwelkomt. De man heet Irid Sharlado, zo tekent Sauma op. Het is zijn fonetische manier om roi Charles Deux te schrijven, bij ons bekend als Karel II van Anjou. Precies de man die Sauma moet spreken; hij is namelijk als ambassadeur onderweg naar de paus en heeft hulp nodig.

“Is de rook de adem van een zeeslang? “

Sauma’s transformatie van pelgrim naar diplomaat is opmerkelijk. In dezelfde tijd waarin reisgenoot Mark de gestorven Denha opvolgt als patriarch, is er ook een wisseling van de macht in het Il-Kanaat. Dat is grofweg het huidige Iran met aanpalende gebieden. Daaronder valt ook Bagdad, waar Sauma en Mark een tijd wonen. Arghun Khan wordt na de dood van zijn vader de nieuwe heerser. Zijn grootste vijand zijn de moslim-Mammelukken uit Egypte, die de zuidflank van zijn rijk bedreigen. De nieuwe patriarch Mark heeft een idee. Wat als ze zijn oude leermeester Sauma naar het westen sturen? Dan kan hij bondgenootschappen zoeken bij de Byzantijnen, Romeinen en Franken. Wellicht kunnen ze samen optrekken tegen de moslims?

Een handelskaravaan trekt over de Zijderoute. Boekillustratie door de Irakese kunstenaar Yahya ibn Mahmud al-Wasiti, 1237.

Sauma gaat. Maar bij aankomst in Napels zijn de christenen onder elkaar aan het vechten. Hij is nog niet aan land of de vloot van Irid Arkon verschijnt voor de kust, oftewel de roi d’Aragon. Sauma klimt op het dak van het huis dat Charles II hem heeft gegeven en na de wonderen van de uitbarstende Etna ziet hij voor het eerst van zijn leven een zeeslag. Met bewondering constateert hij dat de soldaten alleen elkaar bevechten en de burgerbevolking met rust laten. Het gevecht eindigt gunstig voor Charles II, zodat Sauma over land verder kan naar zijn doel: Rome. Daar wil hij de paus spreken.

Schaamteloze toerist

We kunnen ons achteraf alleen maar verbazen over Sauma’s spectaculaire gevoel voor timing. Zelf zal hij vooral de hand van de Almachtige hebben gezien in alle gebeurtenissen waarvan hij getuige was. Na al zijn lotgevallen komt de pelgrim in diplomatieke dienst aan in Rome, net op het moment dat de paus is overleden. De vroede vaderen van de stad brengen hem naar de kardinalen die in de Sint-Pieter bijeen zijn om een opvolger te kiezen. Ze zijn net zo nieuwsgierig naar hem als hij naar hun rituelen om een nieuwe vertegenwoordiger van Christus aan te wijzen.

In de weken daarna gedraagt Sauma zich als een schaamteloze toerist. Hij bezoekt vooral kerken en andere heilige plaatsen en laat zich alle aandacht van de Romeinen aanleunen. Hoewel hij ondertussen wel wat gewend is, raakt Sauma duidelijk onder de indruk van Rome. Van de kardinalen krijgt hij relikwieën, waaronder zelfs een stukje hout waarop volgens de kerkvaders Jezus nog heeft gelegen. Ze willen graag dat hun gast blijft, in elk geval tot er een nieuwe paus is gekozen. Maar Sauma gaat verder, hij is immers op een missie.

“Hij krijgt een houtje waarop Jezus zou hebben gelegen”

Via Genua komt hij een jaar later aan in Parijs. Ook daar dragen de belangrijkste mensen van de stad hem op handen. Opnieuw trekt de Chinees van kerk tot kerk en krijgt hij religieuze cadeautjes toegestopt. Maar hoewel koning Filip IV wel interesse heeft in een gemeenschappelijke veldtocht tegen de moslims, krijgt Sauma geen concrete toezegging van hem. De Aziaat heeft de pech om in Europa te komen net op het moment dat de kruistochten voorbij zijn. Een paar jaar na zijn bezoek valt Akko, het enige overgebleven Europese bolwerk in het Heilige Land.

Kublai Kahn

Rabban Bar Sauma maakt er zelf geen melding van, maar het is mogelijk dat hij en Rabban Mark gezanten waren van de Mongoolse heerser Kublai Kahn. Hun tijdgenoot, de kerkelijk leider Bar Hebraeus, schrijft in zijn kroniek dat het de twee Chinezen ‘opgedragen’ was om naar Jeruzalem te gaan. Of dat een opdracht inhoudt, ligt aan de interpretatie van het Syrische woord pudânâ. Het kan ook om toestemming gaan. Een dergelijke beschermheer zou ook verklaren hoe ze ongeschonden de gevaarlijke reis konden maken.

Zijn laatste kans om militaire steun los te peuteren is de Engelse koning. Gelukkig hoeft Sauma daar niet ver voor te reizen; Bordeaux behoort tot de Engelse bezittingen. Weer vergaapt de Aziaat zich aan kerken en weer ontmoet hij een koning. En opnieuw staat hij daarna met lege handen. Zijn missie om een Europese aanval op de moslims te organiseren is jammerlijk mislukt.

Sauma keert terug naar Rome, om de nieuwe paus te ontmoeten. En ook daar nul op het rekest te krijgen. Via Constantinopel reist hij naar Bagdad, waar hij verslag uitbrengt aan de koning van het Il-Kanaat. Sauma is oud geworden, het reizen heeft hem afgemat. Terug naar China? Hij heeft er de energie niet meer voor en vestigt zich in de oude stad. Voor God hem naar zijn hemelse koninkrijk roept, is er nog één belangrijk werk te verrichten. Sauma koopt flink wat bladen – Bagdad heeft een papiermolen – en zet zich aan het schrijven. Wellicht beseft hij aan zijn bureau dat zijn reis de bestemming was.

Rabban Bar Sauma sterft vier jaar later. Volgens de Syrische vertaling van zijn memoires bereikt hij dan alsnog Jeruzalem, maar dan de hemelse versie.

Meer weten

  • The Monks of Kublai Khan (1928) vertaling van het manuscript van Sauma door E.A. Wallis Budge.
  • History of Mar Yahballaha and Rabban Sauma (2021) door Pier Giorgio Bornone is een moderne kijk op de oorspronkelijke Syrische tekst.
  • The Church of the East (2003) door Wilhelm Baum en Dietmar W. Winkler, over de geschiedenis van de christelijke kerk in China en omstreken.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2022