Home Een museum als therapie

Een museum als therapie

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maarten van Rossem
  • 3 minuten leestijd

Tot voor kort bevond zich in een van de vleugels van het Rijksmuseum een soort historisch museum. Dat was rommelig en pretentieloos, maar juist daardoor bijzonder attractief. Er waren mooie scheepsmodellen te zien en een lachwekkend groot schilderij van de Slag bij Waterloo van de hand van Jan Willem Pieneman, midden negentiende eeuw nog directeur van het vroege Rijksmuseum. Je zag er eigenlijk nooit iemand, omdat we tot voor kort geen last hadden van neonationalistische sentimenten.

Ik herinner mij nog een ander nationaal-historisch museum, namelijk dat van de Deutsche Demokratische Republik in Oost-Berlijn, dat ik bezocht in het voorjaar van 1990, een paar maanden na de val van de Muur. Bij de ingang van het museum stond een groot bord waarop het personeel zich excuseerde voor de collectie, die op enigszins schrille toon de triomfen van het SED-regime vierde. Spoedig, zo sloot de tekst af, zou het museum op verantwoorde wijze laten zien dat het SED-regime er juist niets van terecht had gebracht. Het totale failliet van ideologisch geïnspireerde nationaal-historische musea had niet fraaier geïllustreerd kunnen worden.

Op 27 juni 2006 kreeg een motie-Verhagen/Marijnissen, die pleitte voor de stichting van een Nationaal Historisch Museum, brede steun in de Kamer. Een paar maanden geleden besloot minister Plasterk het museum in Arnhem te vestigen. De keuze voor Arnhem maakt duidelijk dat het Nationaal Historisch Museum bestemd is voor binnenlands gebruik; het is kennelijk niet de bedoeling dat buitenlanders ons nationaal verleden komen bezichtigen. De kans dat Japanners en Amerikanen in Arnhem zullen belanden is immers niet groot.

Zowel de vestigingsplaats als de her en der geformuleerde uitgangspunten van het Nationaal Historisch Museum stemmen mij achterdochtig. Mijn achterdocht wordt niet veroorzaakt door het vermoeden dat het museum slechts de positieve kanten van ons verleden zal tonen. De slavenhandel en de pragmatische gronden van onze befaamde tolerantie zullen ongetwijfeld op politiek correcte wijze aan de orde komen. Nee, mijn achterdocht wortelt dieper; die richt zich in feite tegen het hele idee dat er een nationaal museum moet komen.

In de motie van Verhagen en Marijnissen wordt gesteld dat het museum de verbondenheid van de Nederlanders met elkaar moet bevorderen. In een CDA-memo ten behoeve van het Nationaal Historisch Museum wordt gesproken van ‘onze gemeenschappelijke waarden’, die ‘ons als Nederlanders samenbinden’. Daarbij is ook sprake van de Nederlandse identiteit en de ‘grondtoon van ons volkskarakter’. Dat een onsmakelijke term als ‘volkskarakter’ weer is teruggekeerd in het publieke debat zou op zich al voldoende moeten zijn om het hele idee van een nationaal museum terstond op te blazen.

Uit al deze termen blijkt natuurlijk zonneklaar dat het beoogde museum niets te maken heeft met serieuze belangstelling voor het verleden. Het is een politiek geïnspireerd museum met een therapeutische doelstelling. Het museum moet de gevoelens van onzekerheid bezweren waar een deel van de Nederlanders sinds een aantal jaren last van heeft. Ten behoeve van die bezwering wordt een ‘nationaal’ verleden uit de mottenballen gehaald, dat daar beter had kunnen blijven rusten. Als er dan toch iets educatiefs gebouwd moet worden, laten we dan denken aan een museum voor de Europese en mondiale economische ruimte waaraan wij onze welvaart danken.

Ik zal het museum voor onze verbondenheid, onze identiteit en de grondtoon van ons volkskarakter niet bezoeken, of het zou moeten zijn om mij fijn te ergeren. Eerlijk gezegd voel ik mij helemaal niet verbonden met een meerderheid van mijn landgenoten en ook van gemeenschappelijke waarden is wat mij betreft maar in beperkte mate sprake. Ik wil helemaal niet samen met Verdonk trots zijn op Nederland en heb een grondige hekel aan alle oranje gevoelens, of die nu het gevolg zijn van de monarchie of het vermaledijde voetbal. Kan er in Amsterdam ter compensatie geen postnationaal museum komen?
Maarten van Rossem

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Nieuws

Zeventiende-eeuwse jongen kreeg Staten-Generaal als peetouder

In 1668 kreeg een baby, de zoon van de graaf en gravin van Bentheim, een opmerkelijke voornaam. Het jongetje werd ‘Statius’ gedoopt, een afgeleide van het woord ‘Staten’. De Staten-Generaal van de Nederlandse Republiek waren namelijk peetouder van het kind. En zij hadden om die naam gevraagd.  Het was een opmerkelijke gang van zaken, want...

Lees meer
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Interview

‘Met Mark Rutte zocht ik naar de resten van Van Oldenbarnevelt’ 

Ronald van Raak ging op onderzoek onder het Binnenhof. Hij vertelt over zijn historische sensatie: ‘In mijn goede pak kroop ik door het stof.’ Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?  ‘Die heb ik zeker ervaren tijdens een koude januarinacht in 2019, het hagelde, toen ik met Mark Rutte afdaalde in de...

Lees meer
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Artikel

Lída Baarová: de onmogelijke liefde van Joseph Goebbels 

Rijkspropagandaminister Joseph Goebbels raakt zo verliefd op de Tsjechische actrice Lída Baarová dat hij er met haar vandoor wil. Het komt er niet van, en Baarová betaalt een hoge prijs voor de affaire. ‘Geen van mijn films is zo dramatisch geweest als mijn leven.’  Haar moeder pusht Lída (1914-2000) en haar zus Zorka Janů al...

Lees meer
Allegorie Willem I
Allegorie Willem I
Beeldessay

Het regent koninklijke lintjes, een onderscheiding die Willem I invoerde

Koning Willem I doet zijn best het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden op te stoten in de vaart der volkeren. Toch verliest hij de helft van zijn land. Op 30 november 1813 landt Willem Frederik van Oranje na een ballingschap van 19 jaar op het strand van Scheveningen. Twee dagen later wordt hij uitgeroepen tot soeverein...

Lees meer