Home Een dure voordeur

Een dure voordeur

  • Gepubliceerd op: 23 mei 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marchien den Hertog

De Verdronkene door Margriet de Moor. 332 p. Contact, euro 18,90


‘Waar u naar kijkt, mevrouw, is een getij dat het grenspeil van meerdere peilstations vandaag ruimschoots zal overschrijden,’ zegt een dronken ingenieur van Rijkswaterstaat op het veer naar Schouwen-Duivenland tegen Lidy. Zij brengt op verzoek van haar zusje Armanda een bezoek aan Zeeland om een cadeautje te geven aan haar petekind.
Lidy, zo wordt al snel duidelijk, keert niet meer terug van dat uitstapje op de laatste dag van januari 1953. Armanda ontfermt zich over Lidy’s dochtertje en trouwt Lidy’s echtgenoot Sjoerd. Zo leeft ze het leven van haar zusje, in hoofdstukken die worden afgewisseld met Lidy’s laatste uren in de storm.

Het is een beetje drammerig, al dat noodlot en lotsverbondenheid in deze roman van Margriet de Moor. Maar het schuldbewuste leven van Armanda, die tot haar dood het gevoel heeft dat ze ‘vol zit van haar zusje’, maakt heel duidelijk wat het verlies van een geliefde betekent.

De Zeeuwen intussen, slapen tot het water hen aan de lippen staat. Nogal technische weerkundige passages moeten het gevoel van naderend onheil versterken. Lidy eindigt op de spreekwoordelijke zolder, waar ze een vrouw helpt bevallen. Deuren en dakgoten, wiegjes, een bovengebit en mensen stromen voorbij.

Als het huis instort spoelt het gezelschap van Lidy ieder zijns weegs. De laatste lotgevallen van de verdronkenen zijn ijzingwekkend mooi beschreven. Zich vastklampend aan de zoldervloer, een stuk rietland, een elektriciteitsmast staat Lidy haar lotgenoten een voor een aan het water af – ‘mensen die hun best deden nog een minuutje, een seconde langer te bestaan’. Zelf drijft ze ten slotte in de ochtend van maandag 2 februari op een ‘zware dure voordeur’ richting de Noordzee.

Net als na de tsunami afgelopen kerst geeft Nederland na de ramp als een gek aan de getroffen gebieden: avondcapes, badpakken, een partij koksmutsen. Lidy’s echtgenoot reist keer op keer tevergeefs naar Zeeland om haar lichaam te identificeren. Pas na dertig jaar komt ze boven water, bij de aanleg van een stormvloedkering in de Oosterschelde. ‘Ach meneer,’ zegt een arbeider in Bruinisse met een blik op de Deltawerken tegen Sjoerd, ‘hebt u er weleens bij stilgestaan dat de nachtmerrie van toen, ’53, het begin is geweest van een verdomd mooie droom?’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.