Home Een complete farce

Een complete farce

  • Gepubliceerd op: 18 januari 2006
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Lambert J. Giebels

Op 15 november 2005 werd in de aula van de Koninklijke Bibliotheek Een daad van vrije keuze. De Papoea's van westelijk Nieuw-Guinea en de grenzen van het zelfbeschikkingsrecht gepresenteerd. Het boek is het resultaat van een verzoek van de Tweede Kamer in 1999 aan toenmalig minister van Buitenlandse Zaken J. van Aartsen om een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken bij de 'Act of Free Choice'. Bij dit referendum hadden Papoea's in 1969 zich unaniem uitgesproken voor aansluiting van hun land bij Indonesië. Er bestond allerwegen grondige twijfel of deze 'daad van vrije keuze' wel een vrije keuze was geweest. Van Aartsen nam het verzoek over, en belastte het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis met het onderzoek.

 

De auteur van Een daad van vrije keuze, P.J. Drooglever, benadrukt in zijn voorwoord dat zijn boek 'geen politiek document' is, doch louter 'een wetenschappelijk onderzoek'. Papoea's zien het kennelijk anders; zij beschouwen Drooglevers boek als een 'rapport' van het onrecht dat hun is aangedaan. Ze willen ermee naar de Verenigde Naties om het debat over hun toekomst te heropenen. Om dit in Den Haag duidelijk te maken, had een aantal Papoea-leiders het vliegtuig naar Nederland genomen. Nadat het eerste exemplaar aan Van Aartsen was overhandigd, beklom de delegatie het podium en zong uit volle borst het volkslied 'Mooi Papoea'. 

Drooglever begint zijn studie bij de tijd van de VOC, die voor de politieke geschiedenis van Nieuw-Guinea wel als de oertijd mag worden beschouwd. Hij probeert politieke implicaties van zijn boek te ontlopen door alleen een beschrijving te geven van wat heeft geleid tot de 'Nieuw-Guinea-kwestie' en uitmondde in de Act of Free Choice. Hij laat het aan de lezer over zich een oordeel te vormen over zijn bevindingen. Deze zijn gebaseerd op grondige bestudering van de literatuur, interviews met betrokkenen en getuigen, en uitgebreid onderzoek van archieven in binnen- en buitenland – behalve Indonesische archieven; die bleven voor hem gesloten.

Meridiaan
Een daad van vrije keuze is een complete politieke geschiedenis van West-Nieuw-Guinea geworden. Het vormt daarmee een complement van het vorig jaar verschenen mooie boek Papoea. Een geschiedenis van voormalig NRC-Handelsblad-correspondent Dirk Vlasblom. Beide auteurs zijn begenadigde stilisten en boeiende vertellers. Hun dikke boeken blijven daardoor tot en met de laatste bladzijde pageturners.

De rode draad in Drooglevers geschiedschrijving is dat eeuwenlang over het lot van de Papoea's is beslist zonder dat zij eraan te pas zijn gekomen. Dat begint al bij de begrenzing van hun gebied. Kolonisators in Oost- en West-Nieuw-Guinea bakenden hun invloedssferen af door de 141e meridiaan als scheidingslijn te proclameren. Papoea's aan weerszijden van deze lijn wisten nauwelijks of ze door de jaren heen Engels, Duits, Nederlands of Australisch onderdaan waren.

De Nieuw-Guinea-kwestie ontstond op de Ronde-Tafelconferentie (RTC), waar eind 1949 onder toezicht van de United Nations Committee for Indonesia in Den Haag werd onderhandeld over overdracht van Nederlands-Indië aan de Republiek Indonesië. Zoals bekend werd Nieuw-Guinea door Nederland buiten de overdracht gehouden. De Papoea's waren op de RTC niet vertegenwoordigd. 'Hun deelname was door minister Van Maarseveen niet nodig geacht, omdat dit het a priori zou aantasten dat zij nog niet rijp waren voor de uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht,' schrijft Drooglever. Hij laat zien hoe het gebied dat eeuwenlang een verwaarloosde achtertuin van de kolonie was geweest thans een proeftuin werd voor het dekolonisatiebeleid. Inzet van dit beleid was de Papoea-bevolking rijp maken voor het zelfbeschikkingsrecht.

Met deze doelstelling leek men aardig op weg toen in april 1961 een gekozen Nieuw-Guinea Raad werd geïnstalleerd, waarbij de Papoea's samen met eerder vermeld volkslied een eigen vlag kregen aangereikt. Deze ontwikkeling alarmeerde president Soekarno, die vanaf de soevereiniteitsoverdracht onder de leuze 'Van Sabang tot Merauke' ageerde voor het overdragen van Irian Barat, zoals de 'provincie' werd genoemd. Indonesië had telkenmale vergeefs geprobeerd de kwestie-Nieuw-Guinea te internationaliseren. Bung Karno besloot een andere weg in te slaan; hij kondigde een invasie van Nieuw-Guinea aan. Drooglever laat zien hoe na het aantreden van president Kennedy in 1961 het State Department de twee kemphanen naar de onderhandelingstafel dwong.

De Amerikaanse diplomaat Elsworth Bunker, die namens de Verenigde Naties als moderator optrad bij het beraad dat tussen Nederland en Indonesië werd geopend, ontwierp een plan voor overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië. Indonesië aanvaardde het plan-Bunker en Nederland legde zich erbij neer. Op 15 augustus 1962 kwam in New York een overeenkomst over de overdracht van Nieuw-Guinea tot stand – onnodig te zeggen dat ook nu de Papoea's er weer niet bij waren!

Nederland had zich bij de onderhandelingen sterk gemaakt voor een zelfbeschikkingsrecht van de Papoea's. Het resultaat van deze inspanningen was de afspraak dat Indonesië binnen uiterlijk vijf jaar een volksreferendum in Nieuw-Guinea zou houden, maar onder zijn toezicht en volgens Indonesische regels; het referendum werd in de overeenkomst 'Act of Free Choice' genoemd.

Unanimiteit
Toen de Act of Free Choice in zicht kwam, was de politieke situatie in Indonesië radicaal veranderd. Op 1 oktober 1965 had in Jakarta een mislukte coup plaats gehad, die Soekarno ten val en generaal Soeharto aan de macht had gebracht. President Soeharto wilde zich ter wille van het internationaal prestige van Indonesië niet onttrekken aan het overeengekomen referendum.

De Indonesische regering leek het zich niet gemakkelijk te maken met de vorm die zij voor de volksraadpleging koos. Dit was de adat-methode van musjawarah, die unanimiteit van alle geraadpleegden veronderstelt. Het was duidelijk dat unanimiteit niet te bereiken was met one man, one vote. In plaats daarvan werden door de Indonesische autoriteiten in de negen districten van Nieuw-Guinea musjawarah-raden benoemd, van in totaal circa duizend leden. Onderwijl was een flinke militaire macht naar het gebied gestuurd om de morrende bevolking in toom te houden. Drooglevers beschrijving van de Act of Free Choice laat er weinig twijfel over bestaan dat deze een complete farce is geweest. 

In zijn slotwoord komt Drooglever niet verder dan de hoop uit te spreken 'dat in de nieuwe eeuw hun lot [dat van de Papoea-bevolking] een keer ten goede zal nemen'. De kans daarop ziet hij onder meer in 'de belangstelling van Indonesië, dat niet alleen een traditie heeft van militair en autoritair bewind, maar ook van beschaafde omgang en streven naar goed bestuur'. Een ander recent boek over Nieuw-Guinea, Schuldig zwijgen van de voormalige ambtenaar in Nederlands Nieuw-Guinea Kees Lagerberg, gaat over de 25 jaar die sedert de Act of Free Choice verstreken zijn. De beschrijving van deze 'donkere periode', zoals het voorwoord deze jaren noemt, maakt duidelijk dat het hoopvolle perspectief dat Drooglever tekent, van 'beschaafde omgang' en 'streven naar goed bestuur' van de Indonesiërs, tot dusver illusoir is gebleken.

Lambert Giebels is Soekarno-biograaf en auteur van De stille genocide. De fatale gebeurtenissen rond de val van de Indonesische president Soekarno (2005).

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.