Home Doodgewone mannen – Christopher R. Browning

Doodgewone mannen – Christopher R. Browning

  • Gepubliceerd op: 22 februari 2021
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 3 minuten leestijd
Doodgewone mannen – Christopher R. Browning

De leden van het Duitse politiebataljon 101 vermoordden in een jaar tijd 38.000 mensen. Ze waren geen felle nazi’s, maar deden hun ‘werk’. Waarom traden deze ‘doodgewone mannen’ op als beul? Daarover gaat de klassieker van Christopher Browning.

De mannen van het reserve-politiebataljon 101 zullen het helemaal niet erg hebben gevonden dat ze te oud werden geacht voor het front. Deze havenarbeiders, vrachtwagenchauffeurs en kantoorklerken uit het overwegend ‘rode’ Hamburg waren in het algemeen geen fanatieke nazi’s, en de orde bewaken in Polen leek heel wat minder riskant dan vechten tegen het Rode Leger.

Maar in de vroege ochtend van 13 juli 1942 werden ze geconfronteerd met het ware gezicht van Hitlers oorlog, en moesten ze ineens meewerken aan het gruwelijkste aspect ervan. In het dorpje Józefów moesten ze 1800 Joodse inwoners oppakken en de gezonde mannen op transport naar een werkkamp zetten. De vrouwen, kinderen, zieken en bejaarden werden in het bos doodgeschoten. Door gebrek aan voorbereiding en ervaring werd het een infernale chaos.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De bataljonscommandant had zijn mannen vooraf de mogelijkheid gegeven zich aan het beulswerk te onttrekken. Slechts 12 van de 500 mannend deden dit. Al spoedig raakten ze meer bedreven in dit gruwelijke handwerk en in totaal heeft politiebataljon 101 in minder dan een jaar tijd ruim 38.000 mensen vermoord en 45.000 personen naar vernietigingskamp Treblinka gedeporteerd.

Hoe konden deze ‘doodgewone mannen’, die geen moordlustige sadisten of felle nazi’s waren, hieraan meewerken? En waarom onttrokken zo weinigen zich eraan? Gehoorzaamheid, conformisme en solidariteit met de eigen kameraden waren volgens Christopher Browning de belangrijkste factoren. Degenen die weigerden te schieten werden door de anderen met de nek aangekeken; dat waren lafaards die anderen het ‘vuile werk’ lieten opknappen. Want het was wel ‘vuil’, maar toch vooral ‘werk’.

Toen dit boek in 1993 voor het eerst verscheen, betekende het een belangrijke doorbraak in het onderzoek naar de Shoah. Voor het eerst kwam de bijdrage van ‘gewone Duitsers’ aan de genocide vol in de schijnwerpers te staan. Hierna is er nog veel meer onderzoek gedaan naar andere politiebataljons en de rol van de Wehrmacht. Aan deze nieuwe vertaling van Brownings klassieke studie zijn tal van nieuwe foto’s toegevoegd, plus twee nieuwe hoofdstukken die in totaal 100 bladzijden beslaan. In het eerste gaat hij in op het roemruchte boek Hitlers gewillige beulen (1996) van Daniel Goldhagen, die ook naar bataljon 101 had gekeken en tot tegenovergestelde conclusies kwam. Bekwaam veegt Browning diens stelling dat de meerderheid van de Duitsers de Joden wilde uitroeien van tafel. In het laatste hoofdstuk vat hij het wetenschappelijke debat van de afgelopen 25 jaar samen. (RH)

 

Doodgewone mannen. De rol van een Duits politiebataljon in de Endlösung in Polen

Christopher R. Browning

352 p. Omniboek, €25,-

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 3 - 2021