Home ‘Dit overlaten aan schreeuwers is erg gevaarlijk’

‘Dit overlaten aan schreeuwers is erg gevaarlijk’

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Frans Smits

In ‘Forum’ discussiëren lezers van Historisch Nieuwsblad over een historische stelling. Deze maand was dat: ‘Nederlandse historici moeten zich bemoeien met het debat over de nationale identiteit.’

Forum

‘Dit overlaten aan schreeuwers is erg gevaarlijk’

door Frans Smits

‘Moet de paus zich bezighouden met de leer van de kerk? Natuurlijk dienen historici een bijdrage te leveren aan de discussie over de nationale identiteit. Dit onderwerp het exclusieve terrein laten voor politici zal slechts leiden tot holle retoriek,’ schrijft J.W.N.M. Stassen. Nee, meent P. Penning: ‘Het hele debat over de nationale identiteit is onzinnig, zonde van de tijd. Identiteit vloeit voort uit zelfvertrouwen, niet uit een gedeeld verleden.’
Bijna 350 lezers deden mee aan het tweede Forum van Historisch Nieuwsblad. De stelling, die verwees naar een artikel van Rob Hartmans in het vorige nummer, luidde: ‘Nederlandse historici moeten zich bemoeien met het debat over de nationale identiteit.’ Hiermee is 82 procent het eens, 13 procent oneens en 5 procent heeft geen mening.

‘Het historisch besef is bij 90 procent van de Nederlanders volkomen onderontwikkeld. Het funeste onderwijsbeleid heeft het volledig weggemaaid en de interesse in geschiedenis vernietigd. Prioriteit lijkt mij eerst dit probleem aan te vatten. Discussies over nationale identiteit blijven anders beperkt tot een elitaire kleine groep en hebben geen invloed op ons maatschappelijk functioneren,’ zegt tegenstander van de stelling F.J. de Graas.
W. Verheijen voegt daaraan toe: ‘Ik ben huiverig voor het begrip nationale identiteit. Wanneer ik de beelden zie van de demonstraties in Belgrado als reactie op de gebeurtenissen in Kosovo, dan deins ik terug. Als deze mensen over een duidelijke nationale identiteit beschikken en daarom zo tekeergaan, wil ik de discussie over onze nationale identiteit niet eens voeren! Ik denk dat Máxima – of degene die haar toespraak geschreven heeft – gelijk heeft: er bestaat geen Nederlandse identiteit, en dat moeten we zo houden.’
En P. Breed concludeert: ‘Aangezien wij op weg zijn naar een Europese identiteit lijkt mij het debatteren over een nationale identiteit achterhaald. Men kan niet multicultureel én nationaal zijn.’

‘Ik hoor de historici hier niet,’ schrijft voorstander L. van Houten. ‘Wat een verschil met omringende landen als Duitsland, Engeland en Frankrijk. Sowieso vind ik dat Nederlandse historici, wellicht met uitzondering van Geert Mak, zich niet manifesteren. Vraag eens een Nederlander naar een bekende historicus. Waarschijnlijk weet hij niet eens dat we die hebben!’
‘Historici kunnen een waardevol tegenwicht bieden aan een wilde roep om een kunstmatige nationale identiteit,’ meent R. van der Heide. ‘Daarom moeten zij zich in het debat mengen. Dit overlaten aan schreeuwers is erg gevaarlijk. De geschiedenis heeft veel te veel voorbeelden waar dat toe kan leiden.’
Ook E.P. Klarenbeek is het met de stelling eens, maar heeft andere argumenten: ‘Nationale identiteit is een belangrijk onderwerp, zeker als we straks in een culturele smeltkroes terechtkomen. Nederlanders moeten weten wat hun Nederlanderschap inhoudt en oog hebben voor hun eigen verleden. Wat mij betreft mogen we op vele dingen uit ons verleden trots zijn, en het zou een goede zaak zijn eens op te houden ons te wentelen in schuldgevoelens. Waarom zouden immigranten ooit hun identiteit inruilen voor de Nederlandse als wij maar blijven zeggen dat onze cultuur en ons verleden weinig voorstelt? Taak voor de historici is de Nederlanders – en niet alleen de “nieuwe medelanders” – historisch besef bij te brengen.’

Veel deelnemers aan het Forum menen dat historici vooral moeten relativeren. N.J. Bos: ‘Dat is geen dankbare positie, omdat er door de polemisten gezocht wordt naar duidelijkheid. Toch blijft het belangrijk te relativeren, vooral als er pertinente nonsens verkondigd worden, bijvoorbeeld over het bestaan van een onveranderlijke nationale identiteit.’
Het laatste woord krijgt G.A. Bijl. Hij wijst op een bekende uitspraak van de Groningse hoogleraar Ernst Kossmann. ‘Nationale identiteit moet je behandelen als een kwal op het strand: met een grote boog omheen lopen.’

De stelling voor volgende maand luidt:

In de Nederlands-Chinese betrekkingen hadden niet de economische belangen, maar de mensenrechten centraal moeten staan.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.