Een groot deel van zijn leven woonde de Franse filosoof René Descartes in Nederland. Hier werd hij tenminste niet gestoord, zo beweerde hij. Maar het vernieuwende wetenschappelijke en technologische klimaat speelde ook een rol.
Bekijk dit boek in de webshop.
René Descartes (1596-1650) geldt nog altijd als een van de grondleggers van de moderne wijsbegeerte. Met zijn ‘methodische twijfel’ en op de wiskunde gebaseerde variant van het rationalisme was hij een exponent van de Wetenschappelijke Revolutie. Zijn denkbeelden hebben een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van de Verlichting. In de tijd van Descartes omvatte ‘filosofie’ niet alleen disciplines als logica, metafysica, kennisleer of ethiek, maar ook de natuurwetenschappen. Descartes zocht niet zozeer naar abstracties, als wel naar een ‘praktische filosofie’ waarin de toepasbaarheid van wetenschappelijke kennis vooropstond.
In boeken over leven en werken van Descartes wordt zelden benadrukt dat hij meer dan de helft van zijn werkzame leven doorbracht in Nederland. De Republiek bevond zich in de frontlinie van het wetenschappelijk onderzoek en bood tegendraadse denkers relatief veel mogelijkheden om hun ideeën te ontwikkelen en te publiceren.
Vandaar dat het niet vreemd was dat de eigenzinnige Descartes, die was opgeleid door de jezuïeten maar zich niet wilde laten inperken door godsdienstige dogma’s, al op 22-jarige leeftijd voor het eerst naar de Republiek trok en daar van 1629 tot kort voor zijn dood vrijwel permanent woonde en werkte. Nagenoeg alle geschriften die hij bij leven publiceerde zijn in Nederland geschreven, wat ook geldt voor de boeken die postuum zouden verschijnen.
Hans Dijkhuis gaat in dit boek over de Nederlandse jaren van Descartes slechts summier in op de exacte inhoud van diens werk, maar onderzoekt vooral zijn verblijf hier en schildert het intellectuele, wetenschappelijke en culturele milieu waarin hij opereerde. En passant ruimt hij enkele mythes op. Bijvoorbeeld het door veel biografen navertelde verhaal dat hij in het leger van prins Maurits zou hebben gediend. Uitgebreid gaat hij in op de vele steden waar Descartes kortere of langere tijd gewoond heeft – meestal kleine plaatsen en geen grote universiteitssteden. Dat is volgens Dijkhuis geen toeval, omdat in de Republiek juist kleine provincieplaatsen vaak de echte centra van wetenschappelijke en technologische vernieuwing waren.
Als reden om zich in de Republiek te vestigen noemde Descartes vaak dat hij hier niet gestoord zou worden door vrienden en bekenden, maar in de loop der jaren bouwde hij hier natuurlijk een netwerk van relaties op. Eind 1649 besloot hij naar Stockholm te vertrekken, om een functie te bekleden aan het hof van koningin Christina van Zweden, die zeer geïnteresseerd was in wetenschap, kunst en filosofie. Terwijl hij in Nederland zelden voor elf uur zijn bed uit kwam, moest hij zich daar al om vijf uur ’s ochtends in het ijzige paleis melden. In februari 1650 overleed hij er aan een longontsteking.