Tegenwoordig bestaat Egmond uit drie kleine dorpjes met samen ongeveer 6000 inwoners. In de Middeleeuwen echter was het een belangrijk centrum van religie en wetenschap, beroemd om zijn abdij en zijn kasteel. Over dit Egmond gaat Macht en Mystiek. Egmond in de Middeleeuwen, in het Stedelijk Museum van Alkmaar.
De bezoeker moet eerst een trap af en ziet dan van boven de donkere tentoonstellingsruimte. Bovenop de panelen flakkeren nepvlammetjes. Het lijken net kaarsen. De ruimte is beperkt, ongeveer twaalf bij twaalf meter. De helft ervan is gewijd aan de abdij, en de andere helft aan het kasteel. De expositie begint met een groot schilderij van wel drie meter breed, waar het kasteel en de abdij samen op staan. Het is een werk van Nicolaas Jacobuszoon van den Heck, uit 1625. Minutieus schilderde hij monniken, jonkvrouwen, bomen en geiten.
De bibliotheek van de abdij van Egmond was de enige grote bibliotheek in de regio. Het klooster was een centrum van medische wetenschap; blindheid en bezetenheid waren specialismen. Een paar voorwerpen die herinneren aan deze functie van het klooster zijn op de tentoonstelling te zien, zoals een tekst van Cicero met op het schutblad een gynaecologische verhandeling.
De abdij was ook beroemd om zijn muziek. De oudst bekende kerkmuziek van Nederland, uit de vijftiende eeuw, kwam uit Egmond. Het boek ligt op de tentoonstelling naast een teruggevonden orgelpijp.
Waarom was juist Egmond zo belangrijk? Aan de wieg van de bloei stond de monnik Adalbertus. Hij kwam rond 700 aan land met Willibrordus, om hier de bevolking te kerstenen. In tegenstelling tot Bonifatius was Adalbertus zeer zachtmoedig. Hij deed veel aan armenzorg. In de ‘schatkamer’ van de expositie liggen beentjes van de monnik in de vorm van een arm in een grote reliekhouder. Gordijnen, een nepfakkel en een donkere bank met satijnen kussentjes benadrukken het plechtige van deze ruimte.
De tentoonstelling biedt veel moois. Om te beginnen de schilderijen van Van den Heck. Die schilderde Egmond vele malen, soms als vissersdorpje met zandweggetjes, netten en was die over een hek te drogen hangt. Soms legde hij alleen het kasteel vast, of de abdij. Ook Jan Jacobszoon van der Croos beeldde de abdij vaak af, met piepkleine monniken ervoor, zwanen in de gracht, en overal torentjes en raampjes. Opvallend is dat alle schilderijen van beide schilders zijn gemaakt toen abdij en kasteel in werkelijkheid al ruïnes waren.
Niet alleen de schilderijen zijn leuk om naar te kijken. Door de mooie belichting met kleine spotjes, lijken ook de voorwerpen – schalen of wapens opgegraven uit de slotgracht – bijzonder.
In de Tachtigjarige Oorlog ging het mis. Lamoraal, graaf van Egmond, Graaf van Vlaanderen en Artois, en ridder in de orde van het Gulden Vlies, wilde bemiddelen tussen de opstandige edelen en de Spanjaarden. Die onthoofden hem echter in 1568 wegens hoogverraad. Naderhand verwoestten juist de opstandige legers de abdij en het kasteel, om te voorkomen dat ze in handen van de Spanjaarden zouden vallen..
Maar Adalbertus is nog niet vergeten. Een filmpje op de expositie toont hoe gelovigen jaarlijks nog steeds het feest van Adalbertus vieren, op de plek waar hij ooit begraven lag. Ze volgen de dienst op plastic klapstoelen en staan in de rij voor de put met geneeskrachtig heilig water.
Macht en Mystiek is een sympathieke, overzichtelijke, kleine tentoonstelling over een relatief onbekend onderwerp. Wie nog meer wil zien kan een fietstocht maken langs de vroegere abdij en kasteel. Een routebeschrijving is op de expositie te krijgen. En er is een goede speurtocht door de tentoonstelling zelf, voor kinderen vanaf acht jaar.
Dit artikel is exclusief voor abonnees