De zweverige titel doet anders vermoeden, maar dit is niet het zoveelste boek over het oude Egypte. De weg naar Osiris herhaalt nu eens niet de bekende verhalen over geheimen van de piramides, de vloek van de farao’s, de ketterkoning Echnaton en de weergaloze pracht van Toetanchamons graf. Aan de hand van acht levens wandelt John Ray, egyptoloog te Cambridge, door de Egyptische geschiedenis, van het Oude Rijk tot en met de Griekse tijd.
Alleen al door deze ‘dekking’ van drieduizend jaar onderscheidt Rays boek zich van de obligate praatjes bij prachtige plaatjes. Ray baseert zich op de schriftdocumenten om de oud-Egyptische mensen tot levende wezens te maken. Liefst haalt hij persoonlijke geschriften aan.
De mensen die hij zo voor het voetlicht tovert, zijn lang niet allemaal makers van de grote geschiedenis. Behalve de grote architect Imhotep, de vrouwelijk farao Hatsjespsoet en generaal-farao Horemheb beschrijft hij een boer, een farao met een archeologische hobby, een gefrustreerde tempelklerk, een farao met magische aanvechtingen en een kluizenaar. Osiris, de dodengod, dient als epiloog van de biografietjes.
Het boek dankt zijn ontstaan een enkele stukken die eerder verschenen in het Britse Historisch Nieuwsblad: History Today. Dat is op aangename wijze te merken aan de actualisering die Ray zijn verhalen meegeeft. Imhotep (circa 2750 v.Chr.) is de Egyptische Leonardo da Vinci. Hatsjepsoet, die regeerde van ongeveer 1475 tot 1458, wordt voorgesteld als een Egyptische Elisabeth I.
Net als zij speelde de vorstin met het tweeledig karakter van het koningschap. Als icoon was ze mannelijk en tijdloos; als persoon menselijk, en zelfs vrouw. Deze tweeslachtigheid bezorgde zowel Elisabeth als Hatsjepsoet een conflict: als vorst konden beiden zich niet onderwerpen aan de afhankelijkheid die van een vrouw in een seksuele relatie werd verwacht. In dit verband wordt ook de verhelderende vergelijking gemaakt met tsarina Catharina de Grote. En voor de vadercultus die zowel de Egyptische als de Britse vorstin bedreef, verwijst Ray naar de Pakistaanse ex-premier Benazir Bhutto en Anna Freud.
Deze vergelijkingen, die met gepaste omzichtigheid worden gemaakt, zetten de lezer aan het meedenken en meevoelen. Rays boek veegt het stof van de mummies weg.
Anton van Hooff is hoogleraar oude geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees