Home De Vooruitgang: Valkov had een mooie score

De Vooruitgang: Valkov had een mooie score

  • Gepubliceerd op: 14 januari 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Remco Visschers
  • 4 minuten leestijd

Proefschriften, lezingen en studies kunnen ons beeld van het verleden ingrijpend veranderen. In De repatriëring van Sovjetonderdanen uit Nederland, 1944-1956. Mythe en waarheid bestrijdt Feiko Postma dat de naoorlogse Nederlandse regering Sovjetonderdanen bescherming bood tegen gedwongen repatriëring.



In de jaren zeventig wijdde de Britse historicus Nicolay Tolstoy in zijn Slachtoffers van Jalta slechts twee regels aan de naoorlogse repatriëring van Sovjetburgers vanuit Nederland. Toch was hiermee een mythe geboren: in tegenstelling tot andere westerse mogendheden zouden de Nederlandse autoriteiten de Russen die zich aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland bevonden tegen het repatriëringsprogramma van de Sovjet-Unie hebben beschermd. In het recente proefschrift De repatriëring van Sovjetonderdanen uit Nederland, 1944-1956. Mythe en waarheid komt Feiko Postma echter tot een geheel andere conclusie.
‘Hetzelfde verhaal werd na de oorlog al opgehangen door leden van het Militair Gezag,’ vertelt Postma, docent geschiedenis aan het Instituut Blankestijn te Utrecht. Zo misleidde overste Servais Cornelis Maas, medewerker van het Bureau Evacuerings- en Repatriëringszaken (BERZ), in oktober 1945 een ambtenaar van Buitenlandse Zaken. Hij speldde de ambtenaar op de mouw dat hij de Russische repatriëringsmissie hoogstpersoonlijk had laten weten dat van gedwongen terugkeer absoluut geen sprake kon zijn. Volgens Postma ging deze leugen een eigen leven leiden.
‘De waarheid is dat al in december 1944 de tweede luitenant van het Nederlands Militair Gezag, Alexander Orlow, tot een werkafspraak kwam met de Russische luitenant-kolonel Stemasov in Brussel. Zij kwamen overeen dat Nederland zo snel mogelijk alle Sovjetburgers zou doorsturen naar kampen in België.’ 

Aan het eind van de oorlog verbleef een groot aantal Russen, Balten en andere Oost-Europeanen in Nederland. Dit waren voornamelijk militairen en dwangarbeidsters. Deze displaced persons werden tussen december 1944 en oktober 1945 onder dwang teruggestuurd naar de Sovjet-Unie. Documenten van het Militair Gezag uit 1946 spreken van 4600 gerepatrieerde Sovjetonderdanen. Maar deze overzichten zijn zeer onvolledig, en daarom vermoedt Postma dat het werkelijke aantal veel hoger ligt. ‘Onder verantwoordelijkheid van het geallieerde militaire gezag werden inderdaad rond de 4600 Russische militairen teruggestuurd. Dit was geheel overeenkomstig het Verdrag van Jalta. Uit onderzoek in provinciale archieven blijkt echter dat medewerkers van het BERZ daarnaast nog zo’n 9500 burgers afvoerden, veelal onder dwang.’
Tot ongeveer november 1945 blijken de medewerkers van het Nederlandse repatriëringsbureau een bikkelhard beleid te hebben gevoerd. Postma verdedigt het optreden van de BERZ-staf. ‘Deze mensen maakten geen politieke afwegingen. Zij moesten vooral uitvoeren, een organisatie op poten zetten. Dat laatste deden ze goed. Ze lieten zich op een aantal punten echter te veel door hun eigengereidheid meeslepen.’ Net als andere medewerkers van het Militair Gezag wilden zij graag een voorbeeld stellen van ‘goed’ en doortastend bestuur. 

Onheilsscenario’s
Postma verklaart de harde opstelling van het BERZ vanuit de onheilsscenario’s die vanaf 1943 in Nederlandse regeringskringen de ronde deden. ‘Men verwachtte dat na de oorlog tienduizend, misschien wel honderdduizend vreemdelingen Nederland zouden overspoelen. Bovendien kenden de repatriëringsfunctionarissen in 1944 de trieste omstandigheden in het nog niet bevrijde Nederland.’ En in het bevrijde zuiden bestond nog steeds een reële oorlogsdreiging. ‘Hoe eerder dus orde op zaken werd gesteld, hoe beter.’ Daartoe werd ook het vertrek van deze displaced persons gerekend.
Postma vindt wel dat onder meer B.G. van Os van Delden, die de dagelijkse leiding had over het BERZ, meer begrip had kunnen opbrengen voor de situatie van bijvoorbeeld de Baltische onderdanen. ‘Want dat waren uiteindelijk mensen die tegen hun wil in de Sovjet-Unie waren geïncorporeerd. In 1940 werden de Baltische staten ingelijfd door de Sovjet-Unie. De Balten waren geen Sovjetonderdanen; daar had hij rekening mee moeten houden.’
Nadat de Nederlandse regering zich in het najaar van 1945 weer in Den Haag had geïnstalleerd, werd de gedwongen terugkeer van Russen vanuit Nederland stopgezet. De periode tussen 1946 en 1951 werd gekenmerkt door een toenemende bescherming van Sovjetburgers. Nederland gaf aan dat het Russen alleen op vrijwillige basis liet terugkeren. ‘Op het moment dat het beleid is omgedraaid, zie je de eerste irritaties binnensluipen,’ vertelt Postma. ‘De Russische ambassadeur Valkov beklaagde zich al in november 1945 tegen de minister van Buitenlandse Zaken Van Roijen: “But we get so little help from you people.“‘
Tot dat moment had Valkov weinig reden tot klagen gehad over de Nederlandse medewerking. ‘Valkov had een mooie score, als ik dat zo mag zeggen,’ merkt Postma op. ‘Maar ja, er zaten nog rond de 4500 Russinnen in Nederland die ook moesten terugkeren.’
Over deze kwestie was de Nederlandse regering echter onverzettelijk tegenover Moskou, hoewel dit betekende dat de terugkeer van de paar honderd Nederlandse burgers in de Sovjet-Unie in gevaar kwam. Maar toen Moskou begin jaren vijftig begreep dat aan deze diplomatieke twist geen eer te behalen viel, lieten de Sovjetleiders de Nederlanders in etappes gaan. De Nederlandse standvastigheid op dit punt wordt door Postma verklaard vanuit het anticommunisme van een aantal ministers. ‘Maar misschien zat daar onbewust ook de gedachte achter dat Nederland in 1940 had moeten capituleren voor een totalitaire macht, en dat men daarom nu de poot stijf moest houden.’ 

De repatriëring van Sovjetonderdanen uit Nederland, 1944-1956. Mythe en waarheid door Feiko H. Postma. 368 p. De Bataafsche leeuw, euro 27,50 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Witte Huis brandde af in eerdere burenruzie tussen Amerika en Canada
Witte Huis brandde af in eerdere burenruzie tussen Amerika en Canada
Artikel

Witte Huis brandde af in eerdere burenruzie tussen Amerika en Canada

In 1812 begonnen de Amerikanen een opportunistische oorlog tegen hun noorderburen. De Canadezen zouden hen verwelkomen als bevrijders. Maar de oorlog mislukte faliekant en werd snel vergeten. Toch laait de herinnering de laatste tijd weer op. De relatie tussen de Verenigde Staten en Canada is weer eens aardig verziekt. Donald Trump flirt met de gedachte...

Lees meer
Philip Dröge
Philip Dröge
Column

Geen messing monster voor Dom Henrique

In Nederland zijn we van de bordjes. Die geven uitleg en context; excuseren het verleden en masseren het heden. Geen standbeeld met de geur van nationalisme ontkomt aan het messing monster. Natuurlijk heeft Coen een plaque, net als Van Heutsz, zodat we nog eens krijgen ingepeperd hoe malicieus ze zijn geweest. Wie schetste dan ook...

Lees meer
‘Dankzij de Maartrevolutie werden vrouwen politiek actief’
‘Dankzij de Maartrevolutie werden vrouwen politiek actief’
Interview

‘Dankzij de Maartrevolutie werden vrouwen politiek actief’

Maart is de maand van de vrouwenbeweging, met om te beginnen 8 maart als Internationale Vrouwendag. Het is geen toeval dat juist deze maand is gekozen: in maart 1848 brak in Duitsland de revolutie uit. Universitair docent Anne Heyer (Universiteit Leiden) legt uit wat het verband is. ‘Voor het eerst bezochten vrouwen de senaat.’ Wat...

Lees meer
‘Dankzij Dina Sanson verbeterde de zorg voor arme kinderen’
‘Dankzij Dina Sanson verbeterde de zorg voor arme kinderen’
Interview

‘Dankzij Dina Sanson verbeterde de zorg voor arme kinderen’

Dina Sanson (1868-1929) was de eerste politievrouw van Nederland. Historicus Tsila Rädecker kwam haar op het spoor toen ze van familieleden van Sanson een boodschappentas kreeg met foto’s en documenten. In Voor vrouw en kind reconstrueert Rädecker het leven van de politievrouw. ‘Door Dina’s inzet verbeterde de hopeloze situatie van veel kinderen.’ Hoe kwam Dina...

Lees meer